4.1. Kern van [eiser]s klacht is dat de [gedaagde] te zeer is afgegaan op de informatie die hij van [L] heeft gekregen en dat hij [eiser] onvoldoende heeft gewaarschuwd voor de privé-gevolgen van deze redactie van de notariële akte. Een gewichtig aspect van dit verweer is dat [eiser] zelf niet bijzonderlijk geverseerd kan worden geacht in het doorgronden van de juridische portée van teksten in een akte. Juist daarom rust op notarissen uit hoofde van hun taak bij het verlijden van een akte een zwaarwegende zorgplicht ter zake van de voorlichting van partijen omtrent de rechtsgevolgen van de in de akte opgenomen bepalingen. Deze zorgplicht brengt onder meer mee dat de [gedaagde], voor zover zulks redelijkerwijs mogelijk is en in zoverre van de [gedaagde] kan worden gevergd, nadere informatie inwint bij degene die hem aldus het opmaken van een akte heeft toevertrouwd (parafraserend: Hoge Raad, 20-12-2002, LJN: AF0198) en dat hij zich er van dient te vergewissen of hetgeen in de akte is opgenomen overeenkomt met de bedoelingen van de betrokken partijen (Rb. Zutphen, 20-08-2008, LJN BG0626, aangehaald in CvA, pt. 16).
Dienaangaande wordt overwogen:
4.1.1. Gesteld noch gebleken is van gedragingen van [eiser] op grond waarvan dat de [gedaagde] mocht aannemen dat [L] zijn adviseur was, gelijk de [gedaagde] heeft aangenomen (zie: CvA, pt. 5.5). Toen [L] de voor [eiser] bepaaldelijk bezwaarlijke bepaling omtrent diens privé-aansprakelijkheid in de akte opgenomen wilde zien, had de [gedaagde] zich bij [eiser] persoonlijk behoren te vergewissen of dat inderdaad diens bedoeling was, bij voorkeur in een gesprek met partijen en desnoods telefonisch.
4.1.2. Daarvoor was temeer reden omdat onder juristen algemeen bekend is dat bij borgtocht het gevaar dreigt van ondoordachtheid en misplaatst vertrouwen in de goede afloop en dat vaak het inzicht ontbreekt dat nodig is voor een juiste beoordeling van de gevolgen van de borgtocht (MvA II, PG InvW 7, pg. 444). Voor het zich in privé mede verbinden als schuldenaar voor een schuld van de eigen vennootschap is dat niet anders.
4.1.3. Dat [eiser] in het kader van een eerdere woninghypotheek besefte wat daar de hoofdelijke aansprakelijkheid inhield, maakt niet dat hij ook besefte zich in de notariële akte in privé te verbinden. Bovendien staat boven de toen gebruikte, van de Rabobank afkomstige akte, waarop de [gedaagde] zich beroept (CvA, prod. 14) in kapitalen en in vet “Borgtocht” welke duidelijkheid in de activa-akte en in de notariële akte ontbreekt.
4.1.4. Het verweer van de [gedaagde] dat in artikel 2.1 van hem door [L] overhandigde activa-akte in samenhang met de aanhef van die akte (“[eiser], voor zichzelf dan wel optredend namens…) [eiser] ook daarin al de terugbetaling van de lening garandeerde, faalt.
Over de uitdrukking “dan wel” zegt de Nederlandse Taalunie:
In de zin Het formulier moet getekend worden door vader dan wel moeder betekent dan wel 'of'. Wel is oorspronkelijk een versterking van dan. Dan wordt gebruikt in de betekenis 'of'. Het komt in die betekenis ook voor in de vaste verbindingen al dan niet en ja dan nee. (http://taaladvies.net/taal/advies/vraag/186/)
Dat betekent dat [eiser] in de activa-akte optrad in de alternatieve (en niet: cumulatieve) hoedanigheden van ófwel zichzelf ófwel namens een rechtspersoon, klaarblijkelijk: een nader te noemen rechtspersoon. Uit het vervolg van de afwikkeling van de activatransactie, meer in het bijzonder uit artikel 1 van de onderhandse akte van geldlening, blijkkt dat [H] de koper en de geldlener is geworden. En als daarover tussen partijen misverstand zou bestaan, dan was het bij uitstek de taak van de [gedaagde] om dat misverstand aan het licht te brengen en daar toen reeds met partijen een oplossing voor te vinden.
4.1.5. Wel kan aan de [gedaagde] worden toegegeven dat [eiser] door de ondertekening van de volmacht, bekend was met de inhoud van de akte. Maar daarom gaat het niet: het gaat er om of [eiser] zonder toelichting van de [gedaagde] de portée ervan had kunnen begrijpen.
4.1.6. Het voorgaande leidt tot het oordeel dat de [gedaagde] zijn zorgplicht onvoldoende jegens [eiser] is nagekomen.