ECLI:NL:RBSHE:2012:BX2132

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
20 juli 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/039017-91
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde met schizofrenie

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 20 juli 2012 uitspraak gedaan over de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1966 en verblijvende in De Woenselse Poort te Eindhoven. De terbeschikkingstelling was oorspronkelijk opgelegd voor opzettelijk brand stichten en diefstal met inklimming, waarbij de veiligheid van anderen in het geding was. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die strekte tot verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar, afgewezen.

De rechtbank heeft de zaak behandeld op 6 juli 2012, waarbij de officier van justitie, deskundige K.H.J. Duchateau, de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman aanwezig waren. In het dossier bevonden zich verschillende documenten, waaronder een advies van De Woenselse Poort, waarin werd gesteld dat de terbeschikkinggestelde gediagnosticeerd was met schizofrenie, paranoïde type. Het advies concludeerde dat de terbeschikkinggestelde onvoldoende coping-vaardigheden had buiten de gestructureerde afdeling en dat er een hoog recidiverisico bestond.

De rechtbank heeft het advies van De Woenselse Poort gevolgd en geconcludeerd dat er geen termen aanwezig waren om de terbeschikkingstelling te verlengen. De rechtbank oordeelde dat het recidiverisico bij een Rechtelijke Machtiging in het kader van de Wet BOPZ ook afdoende kon worden ingedamd door de reguliere psychiatrie. De beslissing om de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling af te wijzen, werd genomen in het belang van de terbeschikkinggestelde, waarbij de rechtbank de noodzaak van professionele begeleiding en toezicht benadrukte.

De uitspraak werd gedaan door mr. A.F. van Hoorn als voorzitter, met mr. C.B.M. Bruens en mr. M.A. Bijl als leden, in tegenwoordigheid van griffier L.M.E. de Roo. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie afgewezen, waarmee de terbeschikkingstelling van de betrokkene niet werd verlengd.

Uitspraak

uitspraak
RECHTBANK 's-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/039017-91
Uitspraakdatum: 20 juli 2012
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling
Beslissing in de zaak van:
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [1966],
verblijvende in De Woenselse Poort te Eindhoven.
Het onderzoek van de zaak.
Bij vonnis van de rechtbank van 17 mei 1991 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beschikking van deze rechtbank van 21 juli 2011 met één jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 23 mei 2012 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 6 juli 2012.
Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige K.H.J. Duchateau, de terbeschikking- gestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
- het advies van De Woenselse Poort d.d. 18 april 2012, ondertekend door C.J.A. Koopal, psychiater/directeur behandelzaken/hoofd van de inrichting De Woenselse Poort, K.H.J. Duchateau, psycholoog en A.S.P. van der Kruit, GZ-psycholoog;
- de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
- het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde;
- de beschikking van deze rechtbank, sector civiel recht, van 14 juni 2012.
De beoordeling.
De terbeschikkingstelling is toegepast terzake van opzettelijk brand stichten (gevaar voor goederen en gevaar voor personen) en diefstal met inklimming, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. Het hiervoor genoemde misdrijf opzettelijk brand stichten met gevaar voor personen betreft een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van De Woenselse Poort is onder meer het navolgende gesteld:
Betrokkene is gediagnosticeerd met schizofrenie, paranoïde type. Op de huidige afdeling wordt veel structuur geboden. Buiten de huidige gestructureerde afdeling zullen de coping- vaardigheden van betrokkene onvoldoende zijn. Er is geen ziektebesef aanwezig, waardoor de verwachting is dat betrokkene zal stoppen met medicatie. Wanneer er zich stresserende omstandigheden voor doen, zal betrokkene overgaan tot middelengebruik met verdere destabilisatie tot gevolg. Er is een onvoldoende steunend sociaal netwerk om dit op te vangen. Bovenstaande draagt bij aan het hoge recidiverisico buiten de gestructureerde afdeling. Op de huidige gestructureerde afdeling kan betrokkene terugvallen op de professionele hulpverlening. We zijn van mening dat het risicomanagement afdoende is op de huidige afdeling.
Bovenstaande maakt dat wij het verantwoord achten om de TBS-maatregel te beëindigen, mits deze naadloos wordt gevolgd door een Rechtelijke Machtiging binnen een (voorlopig) BOPZ-kader. De eventuele crisisopvang die nu geleverd kan worden door de Woenselse Poort, kan in dat geval adequaat geleverd worden door de reguliere psychiatrie.
We schatten de kans op recidive bij een Rechtelijke Machtiging in als laag. De noodzakelijke professionele begeleiding, toezicht en structuur, evenals het verblijf bij Vervolgbehandeling Lang, blijft in dat geval ongewijzigd.
Wij adviseren de TBS-maatregel niet te verlengen, onder voorbehoud dat, naadloos aansluitend op het einde van de TBS, een voorlopige machtiging op grond van artikel 2 Wet BOPZ door de rechtbank Den Bosch wordt afgegeven.
De deskundige K.H.J. Duchateau, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies.
De terbeschikkinggestelde heeft ingestemd met het advies van de inrichting.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting van 6 juli 2012 haar vordering gewijzigd, in die zin dat zij thans afwijzing van de vordering vordert.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft beëindiging van de TBS-maatregel bepleit.
De rechtbank constateert dat bij beschikking van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 14 juni 2012 een voorlopige machtiging is verleend om betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis te doen verblijven tot en met 14 december 2012, onder de opschortende voorwaarde dat de terbeschikkingstelling van betrokkene door de rechtbank onherroepelijk wordt beëindigd.
De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting. De rechtbank is op grond daarvan en op grond van het verhandelde ter terechtzitting en de beschikking van de rechtbank 's-Hertogenbosch van oordeel dat er geen termen aanwezig zijn om de TBS te verlengen. Blijkens het verlengingsadvies wordt weliswaar nog steeds aan de criteria voldaan om de terbeschikkingstelling van betrokkene te verlengen, maar de rechtbank is van oordeel dat het recidiverisico bij een Rechtelijke Machtiging in het kader van een BOPZ ook afdoende kan worden ingedamd door de reguliere psychiatrie.
DE BESLISSING
De rechtbank:
wijst af de vordering van de officier van justitie, strekkende tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling van [terbeschikkinggestelde].
Deze beslissing is gegeven door
mr. A.F. van Hoorn, voorzitter,
mr. C.B.M. Bruens en mr. M.A. Bijl, leden,
in tegenwoordigheid van L.M.E. de Roo, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 20 juli 2012.
3
Parketnummer: 01/039017-91
[terbeschikkinggestelde]