ECLI:NL:RBSHE:2012:BX2132
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.F. van Hoorn
- C.B.M. Bruens
- M.A. Bijl
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde met schizofrenie
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 20 juli 2012 uitspraak gedaan over de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1966 en verblijvende in De Woenselse Poort te Eindhoven. De terbeschikkingstelling was oorspronkelijk opgelegd voor opzettelijk brand stichten en diefstal met inklimming, waarbij de veiligheid van anderen in het geding was. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die strekte tot verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar, afgewezen.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op 6 juli 2012, waarbij de officier van justitie, deskundige K.H.J. Duchateau, de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman aanwezig waren. In het dossier bevonden zich verschillende documenten, waaronder een advies van De Woenselse Poort, waarin werd gesteld dat de terbeschikkinggestelde gediagnosticeerd was met schizofrenie, paranoïde type. Het advies concludeerde dat de terbeschikkinggestelde onvoldoende coping-vaardigheden had buiten de gestructureerde afdeling en dat er een hoog recidiverisico bestond.
De rechtbank heeft het advies van De Woenselse Poort gevolgd en geconcludeerd dat er geen termen aanwezig waren om de terbeschikkingstelling te verlengen. De rechtbank oordeelde dat het recidiverisico bij een Rechtelijke Machtiging in het kader van de Wet BOPZ ook afdoende kon worden ingedamd door de reguliere psychiatrie. De beslissing om de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling af te wijzen, werd genomen in het belang van de terbeschikkinggestelde, waarbij de rechtbank de noodzaak van professionele begeleiding en toezicht benadrukte.
De uitspraak werd gedaan door mr. A.F. van Hoorn als voorzitter, met mr. C.B.M. Bruens en mr. M.A. Bijl als leden, in tegenwoordigheid van griffier L.M.E. de Roo. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie afgewezen, waarmee de terbeschikkingstelling van de betrokkene niet werd verlengd.