ECLI:NL:RBSHE:2012:BX3713

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
6 augustus 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
CB 41558
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P.A.M. Penders
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling curator tot betaling van kosten deskundigenonderzoek in geval van slecht bewind

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 6 augustus 2012 een beschikking gegeven met betrekking tot de kosten van een deskundigenonderzoek. De curator van de curanda, die onder curatele stond, werd veroordeeld tot betaling van de kosten van het deskundigenonderzoek, omdat er sprake was van slecht bewind. De kantonrechter had eerder op 3 juli 2012 vastgesteld dat de curator gedurende de curatele niet adequaat had gehandeld, wat leidde tot een chaotische financiële situatie voor de curanda. De curator had de mogelijkheid om schriftelijk of ter zitting te reageren op het voornemen van de kantonrechter om de kosten van het deskundigenonderzoek op hem te verhalen. In zijn reactie gaf de curator aan dat hij akkoord zou kunnen gaan met een veroordeling tot betaling van de kosten tot een bepaald bedrag, maar de kantonrechter oordeelde dat de volledige kosten van € 5.442,94 op de curator dienden te worden verhaald. De kantonrechter overwoog dat de curator zijn verantwoordelijkheden had verzaakt en dat het deskundigenonderzoek veel tijd had gekost door de onduidelijke financiële administratie die de curator had achtergelaten. De curator had ook verzocht om een geheimhoudingsverklaring vanwege negatieve publiciteit, maar de kantonrechter wees dit verzoek af, omdat er geen juridische grondslag voor was. De beschikking eindigde met de veroordeling van de curator om het bedrag binnen veertien dagen te betalen aan de Staat der Nederlanden.

Uitspraak

RECHTBANK ‘s-Hertogenbosch
Sector Kanton
Locatie Boxmeer
CB 41558
Beschikking inzake curatele
in de curatele van;
[curanda]
wonende te [woonplaats en adres],
hierna te noemen curanda.
1. Het verdere procesverloop
1.1 Bij beschikking van 3 juli 2012 heeft de kantonrechter vastgesteld dat gedurende de gehele loop van de curatele over curanda sprake is geweest van slecht bewind door de curator. De curator is in de gelegenheid gesteld te reageren op het voornemen van de kantonrechter om de kosten van het deskundigenbericht te zijnen laste te brengen, naar zijn keuze schriftelijk of ter zitting.
De curator heeft bij brief van 18 juli 2012 gereageerd.
De beschikking is vervolgens bepaald op heden.
2. De verdere beoordeling
2.1 Ingevolge het bepaalde in artikel 1:386 juncto artikel 1:360 lid 2 BW kan de kantonrechter de kosten van het deskundigenonderzoek, indien slecht bewind aan het licht is gekomen, geheel of ten dele ten laste van de curator brengen.
2.2 De curator schrijft dat hij akkoord zou kunnen gaan met veroordeling in de kosten van de deskundige tot maximaal de genoten bewindvergoeding gedurende de gehele duur van het bewind. De kantonrechter neemt aan dat de curator doelt op de vergoeding van de curator gedurende de curatele.
De curatele is ingesteld op 3 september 2009, waarbij de curator is benoemd. De curator is ontslagen per 1oktober 2011.
De beloning voor een curator was in 2009 €1.052,50 per jaar, terwijl de eenmalige intake kosten € 360,00 bedroegen. In 2010 mocht een curator € 1.221,00 in rekening brengen en in 2011 € 1.307,00, alles exclusief BTW. Dit betekent dat de curator kan instemmen met een door hem te betalen vergoeding van € 3.465,00.
De kosten van het deskundigenbericht bedragen € 5.442,94.
2.3 De kantonrechter ziet redenen om de volledige kosten van het deskundigenbericht op de curator te verhalen. De kantonrechter overweegt daartoe dat uit het deskundigenbericht blijkt dat niet meer te achterhalen is welke ex-echtgenoot op welke schuld heeft afgelost en met welk bedrag, waardoor mogelijke regresvorderingen ook niet meer te bepalen zijn. De curator geeft zelf aan:’(…) lijkt het voor de hand te liggen dat de man, met zijn behoorlijke salaris veel meer zal aflossen dan mevrouw met haar uitkering. Gezien de relatie zal van regres geen sprake zijn en als dat wel zo zal zijn, zal het een helse klus zijn, zeker omdat de vaste lasten ook niet steeds gesplitst zijn geweest’. en verder:’Daarom heb ik de vrijheid genomen inkomsten en uitgaven toch niet te splitsen waardoor bewust en in overleg met de heer en mevrouw er wel degelijk gelden over en weer geboekt werden. Naar mijn stellige overtuiging heb ik daarmee zeker niet onzorgvuldig, misschien wel onjuist, maar altijd naar eer en geweten gehandeld’.
Enerzijds blijkt uit het voorgaande dat de bewindvoerder willens en wetens de financiële huishouding van curanda onjuist heeft beheerd, en anderzijds dat niet, althans niet zonder hoge kosten te maken, achterhaald zal kunnen worden wat de juiste financiële situatie van curanda is. Daarnaast zal moeilijk te achterhalen zijn of en zo ja welke, inkomsten curanda door de handelwijze van de curator is misgelopen. De kantonrechter denkt daarbij bijvoorbeeld aan toeslagen waar curanda, gelet op haar lage inkomen na de echtscheiding, aanspraak op had kunnen maken.
De curator heeft door zijn handelwijze miskend dat curanda zelf niet in staat is deugdelijk haar eigen belangen te behartigen zodat ter bescherming van die belangen een derde is aangewezen. Door van de financiële huishouding van curanda een warboel te maken heeft de curator zijn taak en verantwoordelijkheid verzaakt.
De deskundige heeft een chaotische administratie moeten onderzoeken, hetgeen veel tijd heeft gekost. Waar deze chaos willens en wetens door de curator is veroorzaakt, ziet de kantonrechter geen aanleiding de door de curator te betalen vergoeding te matigen.
2.4 Gelet op het vorenoverwogene zal de curator worden veroordeeld tot betaling van de kosten van de deskundige aan de Staat der Nederlanden.
2.5 De curator geeft aan dat hij prijs zou stellen op een geheimhoudingsverklaring omdat hij de afgelopen tijd erg veel last heeft gehad van negatieve publiciteit, vernieling en bedreiging, terwijl daarnaast publiciteit slecht is voor de beroepsgroep.
De kantonrechter begrijpt niet wat de curator bedoelt met een geheimhoudingsverklaring. Voor zover de curator daarmee bedoelt dat hij de kantonrechter verzoekt curanda en anderen te verplichten om geheimhouding te betrachten over deze beschikking, is dat een verzoek waarvoor een juridische grondslag is gesteld noch gebleken. Waar de curator stelt dat publiciteit slecht is voor de beroepsgroep miskent de curator dat niet de publiciteit, maar zijn handelwijze slecht is voor de beroepsgroep. De kantonrechter zal derhalve niet aan het verzoek tegemoetkomen.
4. De beslissing
De kantonrechter:
Veroordeelt [curator] om te betalen voormeld bedrag van € 5.442,94 op rekening nummer 56.99.90.572 t.n.v. Arrondissement 536 ’s-Hertogenbosch onder vermelding van ‘kosten deskundige inzake CB nummer 41558’ binnen veertien dagen na de dagtekening van deze beschikking.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.A.M. Penders, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en op 6 augustus 2012 in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Verzonden d.d.:
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch binnen drie maanden na de dag van deze uitspraak (dit dient te geschieden door een advocaat).
blad 3
beschikking