ECLI:NL:RBSHE:2012:BX9287

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
8 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/055121-04
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde wegens verkrachting

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 8 oktober 2012 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, die eerder ter beschikking was gesteld wegens verkrachting. De terbeschikkingstelling was voor het laatst verlengd op 7 september 2011 en de officier van justitie heeft op 12 juli 2012 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar. Tijdens de openbare terechtzitting op 24 september 2012 zijn de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman, de officier van justitie en deskundigen gehoord. De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar het advies van de behandelende kliniek, waarin werd gesteld dat de terbeschikkinggestelde blijvend afhankelijk is van begeleiding en ondersteuning, en dat het recidivegevaar als matig tot groot wordt ingeschat. De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde zich gemotiveerd heeft getoond in zijn behandeling, maar dat er nog geen voldoende basis is voor een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging. De rechtbank oordeelt dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist. De rechtbank heeft daarom besloten de terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen, waarbij de nadruk ligt op het belang van een goed nazorgtraject en de voortzetting van de behandeling.

Uitspraak

uitspraak
RECHTBANK 's-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/055121-04
Uitspraakdatum: 8 oktober 2012
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling
Beslissing in de zaak van:
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [1970],
verblijvende in [kliniek].
Het onderzoek van de zaak.
Bij vonnis van de rechtbank van 2 juni 2005 is de heer [terbeschikkinggestelde] voornoemd ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beschikking van deze rechtbank van 7 september 2011, met één jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 12 juli 2012 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 24 september 2012.
Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige, de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
- het advies van drs. P.J.C. Bakx, eerste geneeskundige, en drs. K.M. ten Brink, directeur behandeling en plaatsvervangend hoofd van de inrichting waar betrokkene verblijft, d.d. 15 juni 2012;
- de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
- het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.
De beoordeling.
De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van verkrachting, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. Het hiervoor genoemde misdrijf betreft een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van [kliniek] is onder meer het navolgende gesteld:
"In de loop van de behandeling is naar voren gekomen dat patiënt een man is die, voortkomend uit zijn problematiek, naar verwachting blijvend afhankelijk is van een bepaalde mate van begeleiding en ondersteuning. Dit hangt samen met patiënts beperkte verstandelijke en sociaal-emotionele capaciteiten, zijn geringe copingvaardigheden en neiging tot zelfoverschatting. Qua behandeling van de problematiek is de indruk van de behandelaars dat patiënt binnen Veldzicht aan zijn behandelplafond zit. Voor de toekomst lijkt een inbedding in een begeleide woonvorm noodzakelijk om het recidivegevaar voldoende onder controle te kunnen houden. De kans op sexueel gewelddadig gedrag in de vrije maatschappij wordt voor de langere termijn als matig tot groot beoordeeld. Het is positief dat patiënt zich naar vermogen voor zijn behandeling heeft ingezet en dat er overeenstemming is over het nu te volgen traject. Voor de verdere toekomst heeft patiënt nog wel de wens uiteindelijk geheel zelfstandig te kunnen functioneren, wat de behandelaars niet haalbaar achten, maar de tijd en de praktijk zullen dit uiteindelijk moeten uitwijzen. De afgelopen periode is het resocialisatieproces in gang gezet middels het afronden van de behandelinhoudelijke therapieën, het aanvragen van onbegeleid verlof en het concretiseren van het toekomstperspectief. De inschatting is dat het verdere traject niet binnen een jaar afgerond zal zijn. Op basis van de ervaringen met patiënt tot nu toe wordt vooral het belang van een goed nazorgtraject onderstreept, waarbij de huidige behandelaars actief betrokken kunnen worden bij de inbedding in de FPA, zodat het risico op overbelasting en een terugval in passiviteit beperkt wordt.
Op grond van bovenstaande wordt geadviseerd de TBS met een jaar te verlengen."
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Het is juist dat ik meer open sta voor aansturing en adviezen van de behandelaars. In 2011 heb ik een terugslag gehad. Ik heb begrepen dat het uitstel van het verkrijgen van onbegeleid verlof daarmee samenhangt. Er is met mij besproken dat de mogelijkheid om de semi-begeleide verloven uit te breiden ook afhankelijk is van de capaciteit van de afdeling. Ik ben goed gemotiveerd, ook naar de mening van de kliniek. Ik durf te zeggen dat er geen recidive zal plaatsvinden. Een overplaatsing naar [naam kliniek] is nu mogelijk. De maatregel tot terbeschikkingstelling kan worden beëindigd.
De deskundige mw. M.S. Moonen, GZ-psycholoog en hoofdbehandelaar, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Een overplaatsing naar de [naam kliniek] kan pas worden geëffectueerd zodra er een machtiging voor een transmuraal verlof is afgegeven. In afwachting daarvan vindt reeds overleg met de [naam kliniek] plaats. De verloven moeten we gedurende minstens de komende twee maanden opbouwen en eind november 2012 kan de kliniek dan transmuraal verlof aanvragen. De druk bij de [terbeschikkinggestelde] moet echter niet te groot worden. Een machtiging voor transmuraal verlof is niet vóór maart 2013 te realiseren. Aan een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging zijn nadelen en complicaties verbonden en het is niet duidelijk hoe de [naam kliniek] daar over denkt.
De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
De behandelnoodzaak en het gevaar voor recidive zijn nog aanwezig. Een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging kan nu nog niet aan de orde zijn omdat er geen invulling kan worden gegeven aan de te stellen voorwaarden. Een onderzoek daarnaar is nu nog te prematuur.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Er is niet voortvarend omgegaan met de behandeling in de kliniek. De [terbeschikkinggestelde] geeft steeds meer openheid en inzicht in zijn gedrag. Een jaar geleden was overplaatsing naar [naam kliniek] al aan de orde. Dat is echter pas heel kort geleden in gang gezet. Dat heeft ook te maken met personeelsbeleid in de kliniek. Gelet op de eisen van proportionaliteit en subsidiairiteit concludeer ik tot voorwaardelijke beëindiging van de maatregel.
Subsidiair verzoek ik de beslissing aan te houden voor het doen uitbrengen van een maatregelrapport.
De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting, met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige.
Anders dan (de raadsman van) de terbeschikkinggestelde ziet de rechtbank aanleiding de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging te verlengen met een jaar.
De rechtbank acht op grond van het advies en de daarop ter zitting gegeven toelichting van de deskundige het gevaar van recidive nog aanwezig en is van oordeel dat het noodzakelijk is dat de behandeling van de terbeschikkinggestelde wordt voortgezet met het oog op een zo spoedig mogelijke verantwoorde terugkeer van de terbeschikkinggestelde in de maatschappij.
De rechtbank is van oordeel dat het nog te vroeg is om de verpleging voorwaardelijk te beëindigen omdat nog maar zeer beperkt sprake is van semi-begeleid verlof, een machtiging tot transmuraal verlof tot op heden nog niet is aangevraagd en de terbeschikkinggestelde thans nog aan het begin van zijn resocialisatietraject staat.
Anders dan de raadsman ziet de rechtbank op dit moment nog geen enkele aanleiding tot voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging, dan wel over te gaan tot een onderzoek naar de mogelijkheden hiervan. Voor een onderzoek naar de voorwaarden waaronder de verpleging kan worden beëindigd is het naar het oordeel van de rechtbank thans nog te vroeg.
Gelet op het vorenstaande, gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
DE BESLISSING
De rechtbank:
verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met één jaar.
Deze beslissing is gegeven door:
mr. J.M.P. Willemse, voorzitter,
mr. S. van Lokven en mr. A.M.R. van Ginneken, leden,
in tegenwoordigheid van J.F.A. Verhagen, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 8 oktober 2012.
Mr. A.M.R. van Ginneken is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.