ECLI:NL:RBSHE:2012:BY0929

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
17 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
247914 / HA ZA 12-513
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid van de rechtbank in internationale handelszaak met meerdere betrokken EU-lidstaten

In deze zaak, die voor de Rechtbank 's-Hertogenbosch werd behandeld, ging het om een incident betreffende de bevoegdheid van de rechtbank in een internationale handelszaak. De eiseres, Tops Equestrian Events B.V., gevestigd in Valkenswaard, vorderde betaling van facturen die zij had verzonden aan de gedaagde, S.A.M. Italia SRL, gevestigd in Italië. De vordering was gebaseerd op diensten die Tops zou hebben verleend ter promotie van het merk Cavalleria Toscana tijdens springwedstrijden in verschillende landen, waaronder Monaco, Frankrijk en Nederland.

S.A.M. Italia vorderde dat de rechtbank zich onbevoegd verklaarde, stellende dat de Italiaanse of Franse rechter bevoegd zou zijn op basis van de EEX-Verordening. De rechtbank overwoog dat, aangezien de partijen in verschillende EU-lidstaten zijn gevestigd, de bevoegdheidsvraag aan de hand van de EEX-Verordening moest worden beantwoord. De hoofdregel van artikel 2 EEX-Verordening bepaalt dat een partij wordt opgeroepen voor de gerechten van de lidstaat waar hij woonplaats heeft. In het geval van een overeenkomst tot het verstrekken van diensten, kan een partij ook worden opgeroepen voor het gerecht van de plaats waar de diensten werden verstrekt.

De rechtbank concludeerde dat er geen duidelijke aanwijzingen waren in de overeenkomst of de uitvoering daarvan waaruit kon worden afgeleid waar de diensten hoofdzakelijk werden verricht. Aangezien de diensten in meerdere landen waren verricht, waaronder Nederland, was de rechtbank van oordeel dat zij bevoegd was, omdat Valkenswaard de vestigingsplaats van Tops was. De rechtbank wees de incidentele vordering van S.A.M. Italia af en bepaalde dat de zaak op de rol zou komen voor conclusie van antwoord op 28 november 2012.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 247914 / HA ZA 12-513
Vonnis in incident van 17 oktober 2012
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TOPS EQUESTRIAN EVENTS B.V.,
gevestigd te Valkenswaard,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. L.M. Schelstraete te Tilburg,
tegen
de vennootschap naar Italiaans recht
S.A.M. ITALIA SRL, tevens handelend onder de naam CAVALLERIA TOSCANA,
gevestigd te Vinci, Italië,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. A. de Feijter te Arnhem,
Partijen zullen hierna Tops en S.A.M. Italia genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de incidentele conclusie tot onbevoegdverklaring
- de incidentele conclusie van antwoord.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.
2. De beoordeling in het incident
2.1. S.A.M. Italia vordert dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart. Tops voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
2.2. In de hoofdzaak vordert Tops betaling van een aantal aan S.A.M. Italia gezonden facturen terzake van diensten die Tops stelt te hebben verricht ten behoeve van S.A.M. Italia. Tops stelt de diensten te hebben verleend te Valkenswaard. Het ging om activiteiten ter promotie van het merk Cavalleria Toscana bij gelegenheid van springwedstrijden voor paarden in de steden Monte Carlo (Monaco), Cannes en Chantilly (Frankrijk) en Valkenswaard.
2.3. Volgens S.A.M. Italia had Tops zich tot de Italiaanse of tot de Franse rechter moeten wenden. Op grond van de hoofdregel van artikel 2 EEX-Vo is de Italiaanse rechter bevoegd. Bij toepassing van artikel 5 lid 1 onder b EEX-Vo dient te worden vastgesteld dat de uitvoering van de overeenkomst plaatsvond te Monaco, Cannes en Chantilly, zodat met betrekking tot die drie vorderingen de Nederlandse rechter niet bevoegd is. S.A.M. Italia bestrijdt de vordering inzake Valkenswaard, gelet op de door haar aan Tops meegedeelde annulering. Nu bij toepassing van artikel 5 lid 1 sub b EEX-Vo concentratie van geschillen dient plaats te vinden, betekent dit dat de Nederlandse rechter ook voor deze kwestie geen rechtsmacht heeft, aldus S.A.M. Italia.
2.4. De rechtbank overweegt het volgende. Nu partijen zijn gevestigd in verschillende lidstaten van de EU en het in deze zaak gaat om een handelszaak als bedoeld in artikel EEX-Vo, dient de bevoegdheidsvraag te worden beantwoord aan de hand van de EEX-Vo. Hoofdregel van artikel 2 EEX-Vo is, dat een partij wordt opgeroepen voor de gerechten van de lidstaat waar hij woonplaats heeft. Indien sprake is van een overeenkomst tot het verstrekken van diensten, zoals in de onderhavige zaak, kan een partij gelet op artikel 5 EEX-Vo ook worden opgeroepen voor het gerecht van de plaats waar de diensten volgens de overeenkomst werden verstrekt of verstrekt hadden moeten worden. Tops stelt dat zij alle werkzaamheden die nodig zijn om te komen tot een deugdelijke uitvoering van de overeenkomst, verricht te Valkenswaard. Dit valt uit de door S.A.M. Italia in het geding gebrachte (summiere) overeenkomst echter niet af te leiden. Daarin is sprake van diensten in Monaco en in Valkenswaard. Kennelijk zijn ook in Frankrijk (Cannes en Chantilly) diensten verricht. Derhalve is sprake van het verrichten van diensten in drie verschillende landen, waaronder twee lidstaten van de EU (Monaco is geen lidstaat). Gelet op de uitspraak van het Hof van Justitie van de EG/EU van 11 maart 2010 (NJ 2010, 522, Wood Floor Solutions tegen Silva Trade) is in een dergelijk geval bevoegd het gerecht binnen het rechtsgebied waarvan de plaats ligt waar de diensten hoofdzakelijk worden verricht, zoals die blijkt uit de bepalingen van de overeenkomst of, bij gebreke van dergelijke bepalingen, uit de daadwerkelijke uitvoering van de overeenkomst. Indien de plaats op die grondslag niet kan worden bepaald, is het gerecht van de woonplaats van de dienstverlener bevoegd.
Nu in de onderhavige zaak noch uit de bepalingen van de overeenkomst noch uit de daadwerkelijke uitvoering van de overeenkomst blijkt waar de diensten hoofdzakelijk werden verricht of dienden te worden verricht, is deze rechtbank bevoegd als zijnde het gerecht van Valkenswaard, de plaats van vestiging van Tops. Dit betekent dat de incidentele vordering behoort te worden afgewezen.
2.5. De rechtbank zal de beslissing omtrent de kosten van het incident aanhouden, totdat in de hoofdzaak zal worden beslist.
3. De beslissing
De rechtbank
in het incident
3.1. wijst het gevorderde af,
3.2. houdt de beslissing omtrent de kosten van het incident aan,
in de hoofdzaak
3.3. bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 28 november 2012 voor conclusie van antwoord.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.C.W. Geurtsen-van Eeden en in het openbaar uitgesproken op 17 oktober 2012.