ECLI:NL:RBSHE:2012:BY3003

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
14 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
252132 - HA ZA 12-779
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een hoofdsom en proceskosten in civiele procedure

In deze civiele procedure heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 14 november 2012 uitspraak gedaan in de zaak tussen F. van Lanschot Bankiers B.V. als eiseres en een gedaagde zonder bekende woon- of verblijfplaats. De rechtbank heeft gedaagde veroordeeld tot betaling van een hoofdsom van € 1.624.036,65, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 3 januari 2011 tot de dag van volledige betaling. Daarnaast is gedaagde veroordeeld tot betaling van beslagkosten ter hoogte van € 7.607,16 en proceskosten van € 6.929,64. De eiseres had gedaagde gedagvaard, maar deze is niet verschenen, waardoor er verstek is verleend. De rechtbank heeft de gevorderde bedragen, inclusief de beslagkosten en proceskosten, toegewezen, waarbij de proceskosten zijn begroot op basis van de dagvaarding, griffierechten en het salaris van de advocaat. De rechtbank heeft ook bepaald dat de wettelijke rente over de toegewezen bedragen verschuldigd is vanaf de vijftiende dag na betekening van het vonnis. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 252132 / HA ZA 12-779
Vonnis van 14 november 2012
in de zaak van
de naamloze vennootschap
F. VAN LANSCHOT BANKIERS B.V.,
gevestigd te 's-Hertogenbosch,
eiseres,
advocaat mr. J. Benavente Prieto-Lachheb te 's Hertogenbosch,
tegen
[gedaagde]
zonder bekende woon- of verblijfplaats,
gedaagde,
niet verschenen.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- het tegen gedaagde verleende verstek.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De beoordeling
2.1. Nu niet gesteld of voldoende aannemelijk is gemaakt dat ten behoeve van eiseres werkzaamheden zijn verricht die een hogere vergoeding rechtvaardigen dan is aanbevolen in het rapport Voor-werk II, zal de gevorderde vergoeding wegens buitengerechtelijke incassowerkzaamheden ambtshalve worden gematigd tot een bedrag gelijk aan twee punten van het toepasselijke liquidatietarief, met een maximum van 15% van de hoofdsom, zijnde € 7.770,62 (incl. BTW).
2.2. Eiseres vordert gedaagde te veroordelen tot betaling van de beslagkosten. Deze vordering is gelet op het bepaalde in art. 706 Rv toewijsbaar. De beslagkosten worden begroot op € 1.185,16 voor verschotten en € 6.422,00 voor salaris advocaat (2 rekesten x € 3.211,00).
2.3. Het gevorderde komt de rechtbank voor het overige niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal als bij de beslissing volgt worden toegewezen.
2.4. Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiseres worden begroot op:
- dagvaarding € 97,64
- overige explootkosten 0,00
- griffierecht 3.621,00
- getuigenkosten 0,00
- deskundigen 0,00
- overige kosten 0,00
- salaris advocaat 3.211,00 (1,0 punt × tarief € 3.211,00)
Totaal € 6.929,64
3. De beslissing
De rechtbank
- 3.1. veroordeelt gedaagde om aan eiseres te betalen een bedrag van € 1.624.036,65 (eenmiljoen zeshonderdvierentwintigduizend zesendertig euro en vijfenzestig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over het bedrag van € 1.616.266,03 met ingang van 3 januari 2011 tot de dag van volledige betaling,
3.2. veroordeelt gedaagde in de beslagkosten, tot op heden begroot op € 7.607,16,
3.3. veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op € 6.929,64,
3.4. veroordeelt gedaagde in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat gedaagde niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat,
3.5. veroordeelt gedaagde tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de hiervoor onder 3.2., 3.3. en 3.4. genoemde bedragen vanaf de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
3.6. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.7. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.C.W. Geurtsen-van Eeden en in het openbaar uitgesproken op 14 november 2012.