ECLI:NL:RBSHE:2012:BY3277

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
15 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
Awb 12 / 3204
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • E.H.B.M. Potters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake evenementenvergunning en bestemmingsplan Helmond

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 15 november 2012 uitspraak gedaan over een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening. Verzoeker had in eerste instantie op 11 maart 2011 een verzoek ingediend bij verweerder om preventief handhavend op te treden, wat door verweerder werd afgewezen. Na heroverweging op 18 september 2012 werd dit handhavingsverzoek opnieuw afgewezen. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat hij vreesde dat evenementen in strijd met het bestemmingsplan zouden plaatsvinden zonder de benodigde vergunningen.

De voorzieningenrechter overweegt dat er geen spoedeisend belang is voor het treffen van de gevraagde voorlopige voorziening. De rechter stelt vast dat er voldoende rechtsmiddelen openstaan tegen de evenementenvergunning en het bestemmingsplan, en dat het besluit van 18 september 2012 een nieuw besluit op bezwaar betreft. De rechter merkt op dat het niet aannemelijk is dat verzoeker in een onomkeerbare situatie terechtkomt als de voorlopige voorziening niet wordt getroffen. Bovendien is er al een evenementenvergunning verleend voor een van de evenementen, en is er een nieuw bestemmingsplan in procedure dat het gebruik van de gronden voor evenementen zal reguleren.

Uiteindelijk wijst de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat de omstandigheden niet zodanig zijn dat er een spoedeisend belang bestaat. Er zijn geen termen voor een veroordeling in de proceskosten of vergoeding van het griffierecht. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK ’s-HERTOGENBOSCH
Sector bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 12/3204
Uitspraak van de voorzieningenrechter van 15 november 2012 in de zaak tussen
[verzoeker], te [woonplaats], verzoeker,
gemachtigde mr. R.T. Kirpestein,
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond, verweerder,
gemachtigden mr. P. Helmus en mr. E. Verhagen.
Procesverloop
Bij besluit van 11 maart 2011 heeft verweerder het verzoek van verzoeker om preventief handhavend op te treden, afgewezen.
Het hiertegen door verzoeker gemaakte bezwaar heeft verweerder bij besluit van
31 mei 2011 ongegrond verklaard. Tegen dit besluit heeft verzoeker beroep ingesteld. Bij uitspraak van 13 april 2012, AWB 11/2093, heeft de rechtbank het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en bepaald dat verweerder een nieuw besluit dient te nemen met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen.
Bij besluit van 18 september 2012 heeft verweerder - na heroverweging - het handhavingsverzoek van verzoeker wederom afgewezen.
Tegen laatstgenoemd besluit heeft verzoeker beroep ingesteld.
Bij brief van 8 oktober 2012 heeft verzoeker tevens de voorzieningenrechter van de rechtbank verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De zaak is behandeld op de zitting van 9 november 2012, waar verzoeker is verschenen in persoon, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder is verschenen bij gemachtigden.
Overwegingen
1. Ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan, onder meer indien tegen een besluit beroep is ingesteld, de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
2. Voor zover de toetsing aan dit criterium meebrengt dat het geschil in de bodemprocedure wordt beoordeeld heeft dit oordeel een voorlopig karakter en is dit niet bindend voor de beslissing in die procedure.
3. Voor het treffen van een voorlopige voorziening bestaat in het algemeen slechts aanleiding, indien het gevaar bestaat dat, indien deze voorziening niet wordt getroffen, er een onomkeerbare situatie ontstaat dan wel indien op grond van de beschikbare gegevens moet worden geoordeeld dat zonder die voorziening het uit het bestreden besluit voor verzoekers voortkomend nadeel onevenredig is in verhouding tot het met dat besluit te dienen belang.
4. De voorzieningenrechter merkt allereerst op dat het besluit van 18 september 2012 weliswaar zodanig is geformuleerd dat het verzoek om preventief handhavend optreden wederom wordt afgewezen, doch dat het hier onmiskenbaar gaat om een nieuw besluit op bezwaar. Het besluit strekt immers ter uitvoering van de uitspraak van de rechtbank van 13 april 2012, AWB 11/2093, waarbij het eerdere besluit op bezwaar is vernietigd en bovendien heeft verweerder in het nieuwe besluit expliciet vermeld dat dit is genomen na heroverweging. Verweerder heeft dus kennelijk beoogd om het bezwaar van verzoeker opnieuw ongegrond te verklaren.
5. Verzoeker betoogt dat verweerder ten onrechte het verzoek om handhavend optreden heeft afgewezen. Verweerder miskent dat, ondanks dat (nog) geen vergunning is verleend voor een evenement, bij een dreigende overtreding van de bestemmingsplanvoorschriften preventief handhavend kan worden opgetreden. Er is immers al op 5 september 2012 een aanvraag om een evenementenvergunning gepubliceerd voor het "Oktoberfest" in de kasteeltuin. Uit de evenementenkalender kan bovendien worden afgeleid dat de evenementen "het Kasteel van Sinterklaas" en "Helmond winterstad" nog dit jaar plaats zullen vinden. Verzoeker wil daarom graag duidelijkheid over de vraag of deze evenementen ook daadwerkelijk doorgang vinden, gelet op de strijdigheid met het geldende bestemmingsplan "Kanaalzone" en het ontbreken van de (noodzakelijke) ontheffingen. Bovendien is het volgens eiser nog maar de vraag of ontheffingen kunnen worden verleend, gelet op het beleid van verweerder zoals neergelegd in de 'Evenementennota 2010-2013 "Helmond op zijn best"'. Verzoeker heeft daarom de voorzieningenrechter verzocht te bepalen dat verweerder handhavend dient op te treden tegen de genoemde evenementen, dan wel zelf de evenementen te verbieden of een andere passende voorziening te treffen.
6. Verweerder is, kort samengevat, van mening dat van preventief handhavend optreden behoort te worden afgezien. In dat kader is namens verweerder ter zitting betoogd dat het thans vigerende bestemmingsplan “Stationskwartier”, dat in werking is getreden kort na de hiervoor vermelde uitspraak van de rechtbank, weliswaar niet de mogelijkheid biedt voor het gebruik van het kasteelpark voor evenementen, maar dat het in de bedoeling ligt om dit gebruik op korte termijn te legaliseren door middel van een nieuw bestemmingsplan, dat op 15 november 2012 in procedure zal worden gebracht. In dat nieuwe bestemmingsplan zal het gebruik van het kasteelpark voor een aantal evenementen per jaar worden toegestaan voor nader aan te geven evenementen.
7. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter kan in het betoog van verzoeker niet een zodanig spoedeisend belang worden gezien dat het treffen van de door verzoeker gewenste voorlopige voorziening hangende beroep is aangewezen.
8. Immers, niet valt in te zien dat er voor verzoeker een volstrekt onhoudbare dan wel feitelijke onomkeerbare situatie zal ontstaan, indien thans geen voorlopige voorziening wordt getroffen. Bovendien acht de voorzieningenrechter van belang dat namens verweerder ter zitting is gesteld dat voor het evenement “Kasteel van Sinterklaas” reeds een evenementenvergunning op grond van de APV is verleend, terwijl dit voor het evenement “Helmond winterstad” ook nog zal gebeuren. In het kader van die evenementenvergunningen stelt verweerder voorschriften teneinde hinder en overlast voor omwonenden zo veel mogelijk te beperken. De voorzieningenrechter wijst er op dat tegen een dergelijke evenementenvergunning een zelfstandige, met voldoende waarborgen omklede, rechtsgang open staat. Zoals hiervoor reeds vermeld, is bovendien ter zitting gebleken dat op 15 november 2012 een nieuw bestemmingsplan in procedure zal worden gebracht waarin het gebruik van de gronden ten behoeve van evenementen nader zal worden gereguleerd. Ook tegen dit bestemmingsplan staat een zelfstandige, met voldoende waarborgen omklede, rechtsmiddelenprocedure open.
9. Voor zover eiser met het verzoek om een voorlopige voorziening wenst te bewerkstelligen dat een definitief rechtsoordeel wordt gegeven over de rechtmatigheid van verweerders besluit van 18 september 2012, kan niet uitsluitend op die grond worden gesteld dat er – in afwijking van het vorenstaande – wel sprake is van een spoedeisend belang bij het treffen van een voorlopige voorziening. Bovendien is de voorzieningenrechter van oordeel dat een dergelijke rechterlijke beoordeling in zijn algemeenheid en ook in het onderhavige geval te verstrekkend van aard is voor een voorlopige voorziening.
10. Het vorenstaande betekent dat het verzoek om een voorlopige voorzienig wordt afgewezen.
11. Er zijn geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten en ook niet voor vergoeding van het griffierecht.
12. Beslist wordt als volgt.
Beslissing
De voorzieningenrechter,
- Wijst het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening af.
Aldus gedaan door mr. E.H.B.M. Potters als voorzieningenrechter in tegenwoordigheid van mr. G.J. Krens als griffier en in het openbaar uitgesproken op 15 november 2012.
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.
Afschriften verzonden: