ECLI:NL:RBSHE:2012:BY3418
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake ontnemingsvordering wegens wederrechtelijk verkregen voordeel uit drugshandel en witwassen
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 24 oktober 2012 uitspraak gedaan in een ontnemingsvordering tegen een verdachte die betrokken was bij de handel in diverse hard- en softdrugs. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte wederrechtelijk verkregen voordeel heeft genoten, geschat op € 74.000,00. De vordering tot ontneming is gebaseerd op een strafrechtelijk financieel onderzoek dat op 29 maart 2011 is ingesteld door de rechter-commissaris op verzoek van de officier van justitie. De verdachte is eerder veroordeeld voor opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en witwassen, en de rechtbank heeft in deze procedure de contante uitgaven van de verdachte in de periode van 1 januari 2009 tot en met 23 oktober 2010 beoordeeld.
De rechtbank heeft de contante uitgaven van de verdachte vastgesteld op € 79.484,73, terwijl de contante inkomsten uit de verkoop van voertuigen en andere bronnen zijn geschat op € 5.000,00. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen verifieerbare legale inkomsten zijn aangetoond door de verdediging, waardoor het bedrag van € 74.000,00 als wederrechtelijk verkregen voordeel is vastgesteld. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot ontneming van dit bedrag toegewezen, waarbij de verdachte verplicht is gesteld tot betaling aan de Staat.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de voorzitter en de leden de zaak hebben behandeld. De rechtbank heeft de argumenten van de verdediging en de officier van justitie zorgvuldig gewogen en is tot de conclusie gekomen dat de ontnemingsvordering terecht is ingediend en dat het bedrag aan wederrechtelijk verkregen voordeel moet worden ontnomen.