ECLI:NL:RBSHE:2012:BY3430

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
19 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/825648-08
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde met één jaar na beoordeling van recidiverisico en positieve ontwikkelingen

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 19 november 2012 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, geboren op 21 december 1979. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd, ondanks de vordering van de officier van justitie om deze met twee jaar te verlengen. De terbeschikkinggestelde was eerder ter beschikking gesteld na een arrest van het gerechtshof op 29 oktober 2010, met aanvullende voorwaarden die op 14 maart 2012 zijn vastgesteld. De rechtbank heeft de zaak beoordeeld op basis van verschillende rapporten, waaronder een reclasseringsadvies en een psychiatrisch rapport van M. Drost, waarin het recidiverisico als hoog werd ingeschat, maar met positieve ontwikkelingen in de laatste maanden. De terbeschikkinggestelde heeft een fulltime baan, een stabiele relatie en heeft zijn alcohol- en drugsverslaving onder controle. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veiligheid van anderen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist, maar heeft ook rekening gehouden met de positieve ontwikkelingen en de aanstaande intake voor plaatsing in een RIBW. De rechtbank oordeelt dat een verlenging van één jaar geïndiceerd is, zodat de ontwikkeling van de terbeschikkinggestelde opnieuw kan worden getoetst over een jaar.

Uitspraak

uitspraak
RECHTBANK ’s-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/825648-08
Uitspraakdatum: 19 november 2012
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling
Beslissing in de zaak van:
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats]/Weser op 21 december 1979,
verblijvende in: [kliniek]
Het onderzoek van de zaak.
Bij arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 29 oktober 2010 is betrokkene ter beschikking gesteld met voorwaarden. Bij schikking van deze rechtbank van 14 maart 2012 zijn de voorwaarden aangevuld.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 20 september 2012 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 5 november 2012. Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige M.L. Welten, de terbeschikking-gestelde en zijn raadsvrouwe mr. M.W.F. van Wijk gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
- het reclasseringsadvies van Novadic-Kentron, d.d. 24 augustus 2012;
- het rapport van M. Drost, psychiater, d.d. 23 augustus 2012;
- het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.
De beoordeling.
De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van:
1. poging tot zware mishandeling, begaan tegen zijn vader tot wie hij in familierechtelijke betrekking staat,
2. bedreiging met zware mishandeling en bedreiging met brandstichting,
3. bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en bedreiging met brandstichting,
4. opzettelijk en wederrechtelijk enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander behoort, beschadigen,
5. opzettelijk en wederrechtelijk enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander behoort, vernielen, meermalen gepleegd en opzettelijk en wederrechtelijk enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander behoort, beschadigen,
terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste.
De hiervoor onder 1, 2 en 3 genoemde misdrijven betreffen een misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd reclasseringsadvies is onder meer het navolgende gesteld:
Betrokkene verblijft sinds 4 april 2012 weer binnen [naam kliniek] afdeling resocialisatie. Betrokkene is aangemeld bij RIBW voor een tweede intakegesprek.
Betrokkene werkt 40 uur per week bij [arbeidsplaats]. Betrokkene heeft een vriendin, een medepatiënte van afdeling Resocialisatie. Hij heeft een beperkt sociaal netwerk. Hij gaat soms vissen met twee vrienden. Tevens kan hij tijdens zijn verlofmomenten bij een echtpaar logeren.
Uit urinecontroles blijkt dat er geen sprake is van druggebruik. Uitslagen van controles (blaasanalyse) tonen aan dat er geen sprake is van alcoholgebruik. In januari 2012 zijn er echter twee incidenten geweest waarbij sprake zou zijn van alcoholgebruik.
Gedurende de behandeling binnen de [kliniek] en het lopende reclasseringstoezicht is zichtbaar dat betrokkene duidelijkheid, structuur en overzicht nodig heeft om emotioneel stabiel te kunnen functioneren. Bij veranderingen neemt de weerstand van betrokkene toe en is de kans op terugval in middelengebruik en onttrekken aan de voorwaarden groot. Het is gebleken dat betrokkene gebaad is bij het tijdig en geleidelijk voorbereiden op veranderingen van de bestaande structuur.
De reclassering heeft op 21 mei 2012 een aanvraag voor een psychiatrisch rapport ingediend bij het Nederlands Instituut Forensische Psychiatrie. Op 23 augustus 2012 heeft mevrouw M. Drost, psychiater, gerapporteerd.
Het recidiverisico wordt ingeschat als hoog. Recidiverisico’s zijn middelengebruik met name alcoholgebruik, ontbreken van dagbesteding in de vorm van werk, ontbreken van structuur, tegenslagen en teleurstellingen, gevoeligheid voor autoriteit. Ingeschat wordt dat er een laag/gemiddeld risico op onttrekken aan voorwaarden is. Binnen het huidige kader en het verblijf op afdeling Resocialisatie wordt het risico op het onttrekken aan de voorwaarden als gemiddeld ingeschat. Ingeschat wordt dat er risico op letselschade is voor willekeurige personen. Betrokkene kan onder invloed van alcohol en drugs agressief gedrag vertonen naar derden en goederen.
Het advies luidt verlenging met twee jaar van de TBS met voorwaarden.
In voornoemd rapport van psychiater M. Drost is onder meer het navolgende gesteld:
Betrokkene lijdt aan een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de zin van een antisociale persoonlijkheidsstoornis met kenmerken van een autismespectrumstoornis. In het verleden was er ook een ziekelijke stoornis in de zin van verslaving aan alcohol en drugs, maar deze is in de huidige gecontroleerde omstandigheden niet actueel.
Binnen een goede externe structuur en dagbesteding functioneert betrokkene goed en heeft hij geen behoefte aan alcohol of drugs, zodat het recidiverisico laag is. De kans op gewelds-recidive zal toenemen als de externe structuur abrupt wegvalt, betrokkene middelen gaat gebruiken en in een negatieve sociale omgeving, met te weinig sociale steun, terecht komt.
Betrokkene is toe aan de overstap naar een woonvorm met minder intensieve begeleiding, waar hij de mogelijkheid heeft zich in zijn eigen omgeving terug te trekken van drukke of anderszins spanningsverhogende medebewoners. Gezien het lage recidiverisico op korte termijn kan het beveiligingsniveau laag zijn, mits er duidelijke afspraken met betrokkene worden gemaakt en er toezicht op het ontstaan van eventuele risicofactoren is. Controle op het gebruik van alcohol en drugs blijft noodzakelijk.
Het huidige beleid werkt goed en kan worden voortgezet, waarbij concrete afspraken over het vervolgtraject de motivatie van betrokkene kunnen vergroten.
De overplaatsing naar een andere woonvorm duurt door de stand van zaken bij de instellingen voor beschermd wonen langer dan wenselijk is. Het is echter noodzakelijk dat betrokkene goed ingebed is in een dergelijke setting voordat de TBS beëindigd wordt. Omdat het er niet naar uitziet dat betrokkene op korte termijn naar elders zal kunnen gaan, en het noodzakelijk is dat hij daar tenminste een half jaar kan laten zien of hij de grotere zelfstandigheid aankan of niet, wordt geadviseerd de TBS-maatregel met twee jaar te verlengen.
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Ik vind een verlenging van de maatregel met twee jaar te lang. Ik vind dat niet nodig. Waar ik nu verblijf voel ik me niet thuis, het wekt irritatie op. Ik vind dat ik in staat ben om begeleid te wonen. Ik heb nog geen tweede intakegesprek gehad.
De deskundige M.L. Welten, optredend namens de reclassering van Novadic-Kentron, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Inmiddels is er een indicatieadvies voor plaatsing van betrokkene in een RIBW met 24-uurs begeleiding. Volgende week vindt er een tweede intake bij Novadic-Kentron plaats in verband met de plaatsing. Er zijn momenteel drie plaatsen beschikbaar, betrokkene staat als vierde op de lijst. Een termijn waarop hij in een RIBW kan worden geplaatst kan ik niet geven. Het is van belang dat er een duidelijke externe structuur geboden wordt, dan functioneert hij goed.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij haar vordering de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen.
De raadsvrouwe van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik verzet me niet tegen verlenging van de TBS, wel tegen de duur ervan.
Het gevaarsrisico is nog aanwezig, zo blijkt uit de rapporten van de reclassering en de psychiater. Op zich liggen er positieve rapporten, vooral de laatste maanden gaat het goed met cliënt. Hij heeft zijn alcohol- en drugsverslaving onder controle, hij is fulltime aan het werk, heeft een bestendige relatie en mag wekelijks op proefverlof. Ik vind een verlenging met twee jaar niet noodzakelijk. Het enige probleem ligt in de huisvesting. Volgende week vindt er al een intake plaats. Na plaatsing in een RIBW heeft de reclassering een half jaar nodig om te zien of cliënt de zelfstandigheid aan kan. Dit moet toch binnen een jaar lukken.
Ik verzoek de termijn van de TBS maatregel te beperken tot 1 jaar.
Naar het oordeel van de rechtbank wordt het recidiverisico afdoende gemotiveerd onderbouwd in de hierboven beschreven adviezen. Gelet op het vorenstaande, gezien de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist. Gezien de positieve ontwikkelingen in de afgelopen periode, het feit dat betrokkene op korte termijn een intakegesprek heeft voor plaatsing in een RIBW, acht de rechtbank, in tegenstelling tot genoemde adviezen en de toelichting daarop van de getuige-deskundige ter terechtzitting, een verlenging van de maatregel met slechts één jaar geïndiceerd. Over een jaar kan derhalve de ontwikkeling van betrokkene gedurende deze periode opnieuw worden getoetst.
DE BESLISSING
De rechtbank:
verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met één jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. J.W.H. Renneberg, voorzitter,
mr. W.M. Weerkamp en mr. W.T.A.M. Verheggen, leden,
in tegenwoordigheid van L.M.E. de Roo, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 19 november 2012.