ECLI:NL:RBSHE:2012:BY3910

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
22 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/036227-90
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een chronisch psychiatrische patiënt met een recidiverisico

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 22 november 2012 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1964, die in een kliniek verblijft. De terbeschikkingstelling was eerder al verlengd en de officier van justitie heeft op 4 oktober 2012 een vordering ingediend voor een verlenging van twee jaar. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 8 november 2012, waarbij de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman, de officier van justitie en deskundigen aanwezig waren.

De terbeschikkinggestelde heeft een geschiedenis van afpersing en lijdt aan ernstige psychiatrische problematiek, waaronder chronische psychose. Ondanks enige vooruitgang in zijn behandeling, zoals het innemen van medicatie en het verkrijgen van begeleid verlof, blijft er een hoog risico op terugval in gewelddadig gedrag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde onvoldoende ziekte-inzicht heeft en dat zijn medicatietrouw niet gegarandeerd is zonder het kader van de terbeschikkingstelling.

De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen toegewezen. De rechtbank oordeelt dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist. De rechtbank heeft de verzoeken van de verdediging tot verlenging met één jaar of voorwaardelijke beëindiging van de verpleging afgewezen. De beslissing is genomen in het belang van de veiligheid van de maatschappij en de terbeschikkinggestelde zelf, gezien zijn huidige toestand en het risico op terugval in gewelddadig gedrag.

Uitspraak

uitspraak
RECHTBANK 's-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/036227-90
Uitspraakdatum: 22 november 2012
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling
Beslissing in de zaak van:
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats], [1964],
verblijvende in de [kliniek].
Het onderzoek van de zaak.
Bij arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 29 oktober 1991 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beschikking van deze rechtbank van 28 november 2011 met één jaar verlengd, welke beslissing is bevestigd door het gerechtshof te Arnhem bij beschikking van 6 augustus 2012.
De vordering van de officier van justitie, ingediend bij deze rechtbank op 4 oktober 2012, strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 8 november 2012.
Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige en de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
- het verlengingsadvies van mevrouw J. Bos, locatiemanager, de heer drs. J. Koops, psycholoog en hoofd behandeling, en mevrouw drs. M. Kossen, psychiater, directeur zorg en plaatsvervangend hoofd van de inrichting. d.d. 29 augustus 2012;
- de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
- het persoonsdossier van de terbeschikkinggestelde.
De beoordeling.
De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van afpersing, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. Het hiervoor genoemde misdrijf betreft een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd verlengingsadvies is onder meer het navolgende gesteld (verkort weergegeven):
Psychiatrie/farmacotherapie
Tijdens de onderhavige periode ontstaat er iets meer overleg tussen de terbeschikkinggestelde en zijn behandelend psychiater (waar dit voorheen onmogelijk was).
Ondanks dit groeiend overleg blijft echter onverlet dat de terbeschikkinggestelde de medicatie "vergif" blijft noemen en blijft hij onverkort van mening geen medicatie nodig te hebben.
De terbeschikkinggestelde gebruikt het sterk werkende antipsychotische middel clozapine alsmede het antidepressivum fluoxetine. Ondanks het gebruik van de medicatie is de terbeschikkinggestelde chronisch psychotisch en verkeert hij derhalve het grootste deel van de dag in een andere realiteit waarin hij geplaagd wordt door angstbeelden en gebeurtenissen uit het verleden.
Gesprekken met de terbeschikkinggestelde zijn praktisch onmogelijk doordat hij de realiteit verwart met zijn innerlijke stemmen. Hierin laat hij zich niet bijsturen en/of geruststellen.
Beloop behandeling(aansluitend op vorige periode)
Pogingen van zijn begeleiders om hem te stimuleren aan zijn behandeling dan wel ontwikkeling te werken, hebben weinig tot geen resultaat. De terbeschikkinggestelde volgt geen enkele behandelactiviteit, ligt het grootste deel van de dag op bed en bemoeit zich nauwelijks met anderen. De terbeschikkinggestelde blijft last houden van psychotische belevingen. Tijdens de onderhavige adviesperiode ontstaat enige verstandhouding over de medicatie, waardoor de medicatie niet meer gemalen hoeft te worden en zijn badkamerdeur gewoon open blijft. De terbeschikkinggestelde heeft echter niet het inzicht dat hij medicatietrouw moet zijn voor zijn psychiatrische stabiliteit. Dit is een blijvend aandachtspunt.
Waar zijn kamerdeur eerder beperkt en op vaste tijden open was, kan hij zich momenteel in [kliniek] tot het einde van de dag gericht onbegeleid door de kliniek bewegen, waarbij een meldafspraak geldt, waaraan hij zich maar matig houdt.
De terbeschikkingestelde vertoont wisselend gedrag op de leefgroep. Naast zijn gezellige kant laat hij ook een antisociale kant zien. Soms ontstaat een (verbale) aanvaring met medepatiënten. Fysieke agressie blijft de laatste jaren achterwege. De terbeschikkinggestelde kan niet goed terugkijken op zijn grensoverschrijdend gedrag; excuses/berouw of enig zelfinzicht ontbreken vrijwel altijd.
De terbeschikkinggestelde heeft veel overredingskracht nodig bij het (helpen met) schoonmaken van zijn eigen kamer.
Vanaf juni 2012 gaat de terbeschikkinggestelde met begeleid verlof, maar verder dan enkele wandelingen op het terrein van psychiatrisch ziekenhuis [psychiatrisch ziekenhuis], op welk terrein ook kliniek] is gesitueerd, komt hij nog niet. Hij laat van de geplande verloven ongeveer driekwart verstek gaan met als redenen: te moe, geen zin of regen buiten.
Bij alcoholcontroles wordt de terbeschikkinggestelde negatief bevonden.
Zijn gezondheid blijft zorgelijk, gelet op de ernstige vorm van COPD en zijn nicotineverslaving; hij rookt onveranderd een pakje zware shag per dag.
De terbeschikkinggestelde heeft regelmatig contact met zijn netwerk, bestaande uit familieleden. Net als bij de terbeschikkinggestelde bestaat bij de familieleden weinig tot geen probleembesef; zij zien niet dat hij lijdt aan een psychiatrische ziekte.
Veranderingen ten opzichte van de vorige periode
De terbeschikkinggestelde is een chronisch psychiatrische patiënt en hij ontbeert ziekte-inzicht en probleembesef. Op grond van zijn geringe behandelrespons is een langdurig intensief begeleidingstraject noodzakelijk. Na het opheffen van de longstay-status is de terbeschikkinggestelde medio september 2011 verhuisd naar [kliniek]. Hij krijgt daar verruiming van zijn vrijheden zowel binnen als buiten de kliniek en gaat sinds enkele maanden begeleid op verlof. Dit verloopt goed.
Prognose behandeling
Gezien de ernst van de pathologie, de zeer beperkte draagkracht, het gebrek aan ziekte-inzicht en de kans op psychotische ontregeling bij toename van prikkels en spanningen is de terbeschikkinggestelde chronisch aangewezen op een beschermende en structurerende omgeving. Geleidelijk worden de vrijheden verruimd en daar maakt hij voorzichtig gebruik van. Wanneer de terbeschikkinggestelde zich begeleidbaar blijft opstellen is een mogelijke plaatsing in de reguliere psychiatrie een optie die onderzocht gaat worden. Als tussenstap zou hij een flatje binnen [kliniek] kunnen bewonen, maar zijn zelfredzaamheid is daar nog niet groot genoeg voor.
Risicotaxatie actueel
Conclusie: Het risico van terugval in gewelddadig gedrag wordt bij transmuraal verblijf in [kliniek] met begeleid verlof als matig ingeschat. Zonder het kader van de terbeschikkingstelling wordt het risico op gewelddadig gedrag op korte termijn als hoog ingeschat.
Prognose risicomanagement
Gezien de ernst van de chronische problematiek en het gebrek aan ziekte-inzicht bij de terbeschikkinggestelde kan de veiligheid alleen voldoende worden gewaarborgd binnen het thans geldende justitiële kader en de strakke behandelstructuur. Waar mogelijk worden vrijheden verruimd en hij maakt daar op een goede maar voorzichtige manier gebruik van.
Conclusie en advies
Eerder is de longstay-status van de terbeschikkingstelde opgeheven en heeft hij een machtiging voor transmuraal verlof gekregen, ten behoeve van plaatsing en verblijf op de [kliniek]. Deze overgang betekent een verbetering in zijn dagelijks functioneren waarbij aandacht is voor de kwaliteit van leven. Tevens is de terbeschikkinggestelde recent gestart met begeleide verloven welke naar behoren verlopen. Onveranderd blijft echter de chronische psychiatrische problematiek alsmede de persoonlijkheidsproblematiek.
Het gebruik van medicatie en een stucturende omgeving zijn dan ook van essentieel belang.
Een goede ontwikkeling is dat de terbeschikkingstelde , ondanks zijn houding van verzet, enigszins meedenkt over het gebruik van medicatie en hij minder gedwongen hoeft te worden de medicatie in te nemen.
Vanwege het ontbreken van probleembesef en/of ziekte-inzicht is de verwachting dat hij zich zonder het dwingende kader van de terbeschikkingstelling zal onttrekken aan verdere behandeling. De kans op een terugval in agressief gedrag, zoals in het verleden, wordt nog steeds als hoog ingeschat.
Wij adviseren u de terbeschikkingstelling te verlengen met de termijn van twee jaar.
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Ik wil naar huis, naar mijn moeder. Ik was het ook al niet eens met de beschikking van het gerechtshof.
Ik heb COPD. Mijn longen zitten helemaal vast. Daardoor moet ik wel eens rusten en werk ik niet altijd mee aan hetgeen de kliniek wil.
Ik krijg eigenlijk de verkeerde medicatie, maar ik neem mijn medicijnen wel in.
Tegenwoordig laat ik de deur van mijn kamer open staan.
Ik heb verloven gekregen. Eens om de 2 of 3 weken heb ik verlof. Ik ben al bij mijn zuster en mijn moeder geweest. Ik heb geen behandeling meer nodig. Ik heb dan ook geen zin meer in een mogelijk verblijf in De Kastanjehof of in een van de flatjes in [kliniek]. Dat duurt mij te lang. Ik wil gewoon naar huis. Niemand hoeft bang te zijn dat ik weer in de fout ga.
De deskundige J. Koops, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Hij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Betrokkene heeft regelmatig begeleid verlof. Twee weken geleden heeft hij familieverlof gehad. Betrokkene zal nog moeten laten zien dat hij in aanmerking komt voor onbegeleid verlof. Op de vraag hoe medicatietrouw betrokkene thans is, het volgende. Betrokkene is meer medicatietrouw, hier is sprake van een toename. Met betrekking tot de dagactiviteiten is sprake van een verruiming van de vrijheden van betrokkene. Behandelinginhoudelijk gebeurt er evenwel niet veel. De kliniek probeert het wel, maar elke keer heeft betrokkene wel iets, zoals ziek zijn, geen zin of moe. Mogelijk dat betrokkene dit jaar in de Kastanjehof geplaatst kan worden.
Het recidiverisico is nog steeds aanwezig. Het laatste jaar is er geen sprake geweest van agressie. Dat gaat wel goed binnen het tbs-kader.
Betrokkene is psychotisch en dat is een chronisch probleem. Betrokkene is overprikkeld en heeft last van angsten en boosheid. Daarom dient de TBS te worden verlengd met 2 jaar en niet met 1 jaar. Betrokkene komt snel in botsing met anderen. Voor enige vorm van beëindiging van de TBS zie ik thans geen mogelijkheden.
Betrokkene zat geplaatst in het kader van longstay. Aan het vervallen van de longstay-status lagen geen positieve ontwikkelingen ten grondslag, maar het vervallen van die status had meer een technische oorzaak, zodat betrokkene in [kliniek] geplaatst kon worden. De problematiek blijft vrij somber.
De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
De terbeschikkinggestelde heeft een chronische ernstige psychische problematiek. Er is een positieve ontwikkeling dat hij zijn medicatie inneemt en de deuren niet meer dicht hoeven. Hij is rustiger en er is geen sprake van gewelddadig gedrag.
De structuur van de kliniek doet hem goed en die structuur heeft hij ook nodig. Als die structuur wegvalt is de kans groot dat hij zijn medicatie niet meer inneemt en terugvalt in agressief gedrag. Het verleden heeft uitgewezen dat bij meer vrijheden incidenten plaatsvonden. De volgende stap in de behandeling zou een kleine stap moeten zijn, zoals ook de deskundige aangeeft, en van daaruit kan worden toegewerkt naar een volgende fase. De begeleide verloven lopen nu goed. Allereerst zouden de begeleide verloven uitgebouwd dienen te worden naar onbegeleide verloven en daarna zou hij mogelijk geplaatst kunnen worden in De Kastanjehof. Ik persisteer derhalve bij mijn vordering om de TBS met 2 jaar te verlengen. Een voorwaardelijke beëindiging van de TBS is niet aan de orde, want daarvoor is de problematiek te ernstig en het recidivegevaar te hoog. Een onvoorwaardelijke beëindiging is onverantwoord en zou de maatschappij in gevaar brengen.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Het gerechtshof in Arnhem heeft bij haar beslissing van 26 juni 2009 en inmiddels dus al ruim drie jaar geleden aangegeven dat er aandacht dient te worden besteed aan doorstroming naar de reguliere psychiatrie. Het gerechtshof achtte het van groot belang dat de (on)mogelijkheden werden onderzocht om cliënt te laten doorstromen. Er was toen nog niets onderzocht. Cliënt zat in de longstay, omdat er geen behandeling meer mogelijk zou zijn. Eigenlijk is cliënt toen min of meer opgegeven. Het gerechtshof heeft de deur echter weer opengezet en nu zien we weer vooruitgang bij cliënt: hij neemt zijn medicatie in en hij mag op proefverlof. Een dergelijke vooruitgang was twee jaar geleden, toen cliënt in de longstay zat, ondenkbaar.
Het risico van agressie en geweld is minimaal. Cliënt komt naar de zitting met de taxi. Sinds 1998 zijn er slechts 5 incidenten geweest, waarbij sprake was van een zekere mate van agressie vanuit cliënt.
Cliënt houdt niet van dagactiviteiten en hij wil ook geen interacties met andere mensen. Verder rookt hij veel en raakt hij gefrustreerd van de regels van de kliniek. Dit zijn echter geen redenen om de TBS te verlengen. Het lijkt wel of cliënt moet voldoen aan het beeld van een perfect mens.
Cliënt houdt zich niet perfect aan de regels en natuurlijk is cliënt geïnstitutionaliseerd en ook is hij bij tijd en wijlen verward. Bij cliënt wordt alles gerapporteerd.
Het gaat evenwel om de risico-inschatting van agressief gedrag. Het verlengingsadvies geeft op dat punt onvoldoende aanleiding voor een verlenging. Cliënt vertoont immers geen agressief gedrag. Hij moet wel medicijnen blijven gebruiken en wellicht behoeft hij ook nog behandeling, maar dit hoeft niet plaats te vinden in het kader van de TBS. Er moeten andere mogelijkheden worden bekeken. Er is geen reden om de TBS te verlengen, al zeker niet voor de duur van twee jaar. Dit zou ook naar cliënt toe een volstrekt verkeerd signaal afgeven, daar sprake is van vooruitgang op [kliniek] en de TBS in de afgelopen jaren, toen er minder vooruitgang werd geboekt, steeds met maar één jaar is verlengd. De vordering van de officier van justitie dient derhalve te worden afgewezen, subsidiair dient de TBS voorwaardelijk te worden beëindigd.
Gelet op het vorenstaande en gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist. De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting en met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige dat het recidiverisico onverkort aanwezig is.
De rechtbank heeft daarbij overwogen dat sinds de verlengingsbeschikking van de rechtbank d.d. 28 november 2011 en de daarop gevolgde beschikking van het gerechtshof Arnhem d.d. 6 augustus 2012 waarbij de verlenging van de TBS werd bevestigd, weinig is veranderd voor wat betreft de psychiatrische problematiek bij de terbeschikkinggestelde, alsmede zijn gebrek aan ziekte-inzicht en probleembesef. Wel zijn er positieve stappen te zien, zoals het feit dat de deur van zijn kamer open kan blijven en dat hij zijn medicatie inneemt zonder dat dit gemalen hoeft te worden en hem begeleide proefverloven zijn toegestaan, die tot op heden goed verlopen.
Deze gunstige ontwikkelingen dienen stap voor stap te worden voortgezet. De terbeschikkinggestelde is er volgens de deskundige en de kliniek nog niet en de rechtbank sluit zich daarbij aan. Er is weliswaar sprake van enige vorm van progressie, maar de vrees bestaat nog steeds dat het medicijngebruik door de terbeschikkinggestelde wordt gestaakt indien het kader van de TBS met dwangverpleging weg zou vallen, met alle geschetste risico's voor agressie en geweld van dien. Er is immers nog steeds sprake van het gebrek aan inzicht bij de terbeschikkinggestelde dat hij medicatietrouw moet zijn voor zijn psychische stabiliteit. Gelet op het verleden, wordt dat risico zonder het kader van de terbeschikkingstelling als hoog ingeschat en de rechtbank heeft geen termen om die risico-inschatting thans niet over te nemen. Hoewel de rechtbank begrip heeft voor het argument van de raadsman dat een verlenging voor de duur van twee jaar door de terbeschikkinggestelde negatief zou kunnen worden ontvangen, gelet op eerdere verlengingen met één jaar, laat de rechtbank prevaleren dat bij de terbeschikkinggestelde geen valse verwachtingen moeten worden gewekt. Er zijn , anders dan bij de vorige verlenging, thans geen termen om de terbeschikkingstelling slechts voor de duur van één jaar te verlengen.
Rest de vraag of de verpleging van overheidswege kan worden beëindigd. Die vraag beantwoordt de rechtbank negatief onder verwijzing naar de inhoud van haar afwijzende beslissing van 2 maart 2012, waaraan een uitgebreid onderzoek naar de (on)mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging door de reclassering is voorafgegaan. Die mogelijkheden bestonden niet in maart 2012 en thans is geen sprake van gewijzigde omstandigheden die maken dat die mogelijkheden nu wel bestaan dan wel dat daarnaar opnieuw onderzoek zou moeten worden verricht.
Gelet op de huidige stand van zaken en de inschatting van het recidiverisico wordt verlenging van de TBS voor de duur van 2 jaar aldus noodzakelijk geacht. Niet is uitgesloten dat binnen deze termijn een overplaatsing naar De Kastanjehof tot de mogelijkheden behoort, zijnde een volgende stap in de richting van plaatsing binnen de reguliere gezondheidszorg.
Gelet op het hiervoor overwogene worden de verzoeken van de verdediging tot verlenging met één jaar dan wel tot voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege afgewezen.
DE BESLISSING
De rechtbank:
verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. N.I.B.M. Buljevic, voorzitter,
mr. M. Lammers en mr. A.M. de Koning, leden,
in tegenwoordigheid van L.D. Wittenberg, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 22 november 2012.
Mr. A.M. de Koning voornoemd is buiten staat deze beschikking mede te ondertekenen.