ECLI:NL:RBSHE:2012:BY4953

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
4 december 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/849056-12
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor bezit van kinderporno, grooming en ontucht met minderjarige

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 4 december 2012 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het bezit van kinderporno, grooming en ontucht met een minderjarige. De verdachte, geboren in 1969 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. De rechtbank oordeelde dat de verdachte in de periode van 1 november 2011 tot en met 28 februari 2012 in het bezit was van 148 kinderpornografische afbeeldingen en filmpjes, die hij verspreidde via een Iphone. Daarnaast heeft hij via een chatprogramma een ontmoeting voorgesteld aan een 14-jarige jongen, met het oogmerk ontuchtige handelingen te plegen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder het seksueel binnendringen van het lichaam van een minderjarige. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd in overweging genomen, evenals de recidive van de verdachte. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de geestelijke toestand van de verdachte en zijn bereidheid tot behandeling. De uitspraak benadrukt de noodzaak van bescherming van minderjarigen tegen seksuele misdragingen en de gevolgen van het bezit van kinderporno.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/849056-12
Datum uitspraak: 04 december 2012
Vonnis van de rechtbank 's-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen
[verdachte]]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1969,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
thans gedetineerd te: P.I. HvB Grave (Unit A + B).
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 20 november 2012.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 21 mei 2012. Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 01 november 2011 tot en met 28 februari 2012 te Eindhoven en 's-Hertogenbosch, in elk geval in Nederland, één of meermalen (telkens) een (groot aantal) afbeelding(en), te weten 148 foto's en/of (een) gegevensdrager(s) te weten een Iphone en/of een of meer computer(s) bevattende afbeelding(en) en/of filpmjes, heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit: het oraal en/of anaal penetreren met de penis en/of de mond/tong van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt
en/of
het oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling;
art. 240b Wetboek van Strafrecht
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2011 tot en met 31 december 2011 te 's-Hertogenbosch, althans in Nederland, door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst (te weten een chatprogramma) met een persoon van wie hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, te weten (de zich noemende) [slachtoffer 1], in elk geval een persoon die de leeftijd van 16 jaren nog niet heeft bereikt, een of meer ontmoeting(en) heeft voorgesteld
met het oogmerk ontuchtige handelingen (gemeenschap) met voornoemde [slachtoffer 1] te plegen terwijl hij (daarbij) enige handeling heeft ondernomen gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting, immers heeft hij verdachte aan voornoemde [slachtoffer 1] concrete voorstellen gedaan wat betreft tijd en/of de plaats (winkelcentrum de Rompert en/of de woning van hem, verdachte) van die ontmoeting;
artikel 248e Wetboek van Strafrecht
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2011 tot en met 31 december 2011 te 's-Hertogenbosch, althans in Nederland, door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst (te weten een chatprogramma) met een persoon van wie hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, te weten (de zich noemende) [slachtoffer 1], in elk geval een persoon die de leeftijd van 16 jaren nog niet heeft bereikt, een of meer ontmoeting(en) heeft voorgesteld
met het oogmerk ontuchtige handelingen (gemeenschap) met voornoemde [slachtoffer 1] te plegen terwijl hij (daarbij) enige handeling heeft ondernomen gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting, immers heeft hij verdachte aan voornoemde [slachtoffer 1] concrete voorstellen gedaan wat betreft de tijd en/of de plaats (winkelcentrum de Rompert en/of in de woning van hem, verdachte) van die ontmoeting, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
artikel 248e Wetboek van Strafrecht
3.
hij, meermalen, althans eenmaal, in of omstreeks de periode van 01 oktober 2011 tot en met 24 januari 2012 te 's-Hertogenbosch, met [slachtof[slachtoffer 1] (geboren op: 24 januari 1997), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, (telkens) een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die (telkens) bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], te weten het (telkens) brengen van zijn, verdachtes, penis in de anus van voornoemde [slachtoffer 1] en/of het betasten en/of het kussen van het lichaam van voornoemde [slachtoffer 1];
art. 245 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 01 oktober 2011 tot en met 24 januari 2012 te 's-Hertogenbosch een of meermalen door giften of beloften van geld of goed of misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht of door misleiding, te weten (telkens) de belofte van een geldbedrag, een persoon, te weten [slachtof[slachtoffer 1], geboren op 24 januari 1997 waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, (telkens) opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen of zodanige handelingen van verdachte te dulden, te weten het (telkens) brengen van zijn, verdachtes, penis in althans tegen de anus van voornoemde [slachtoffer 1] en/of het betasten en/of kussen van het lichaam van voornoemde [slachtoffer 1]
art. 248a Wetboek van Strafrecht
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
De formele voorvragen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in haar vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
Bewijs.
Het standpunt van de officier van justitie.
Volgens de officier van justitie kunnen de onder 1, 2 primair en 3 primair tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend worden bewezen. De officier van justitie heeft ter terechtzitting aangegeven dat de tenlastelegging niet ziet op de 31 kinderpornografische afbeeldingen die volgens het proces-verbaal op de computer van verdachte zijn aangetroffen omdat deze afbeeldingen niet zijn beschreven.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsvrouwe stelt zich ten aanzien van feit 1 op het standpunt dat kan worden bewezen dat verdachte in het bezit was van 148 kinderpornografische foto's.
Verdachte erkent ook dat hij kinderpornografische foto's heeft verstuurd aan [persoon 1]. Dat zijn in totaal 11 foto's.
Het bezit van kinderpornografische films kan niet worden bewezen, omdat uit het proces-verbaal niet blijkt op welke locatie in de computer deze films zijn aangetroffen.
Ten aanzien van feit 2 primair pleit de raadsvrouwe voor vrijspraak. Het oogmerk om ontuchtige handelingen te plegen ontbreekt. Verdachte ontkent dat hij het opzet had om [slachtoffer 1] (in het dossier [slachtoffer 1] genoemd) te ontmoeten voor seks. Er blijkt ook niet dat verdachte digitaal enige handeling heeft ondernomen om een ontmoeting te verwezenlijken. Een voorstel alleen is niet voldoende. Dit voorstel moet zijn gevolgd door een handeling gericht op het realiseren van die ontmoeting. De raadsvrouwe pleit daarom ook voor vrijspraak van de onder feit 2 subsidiair ten laste gelegde poging.
Ten aanzien van feit 3 is de raadsvrouwe van mening dat niet kan worden bewezen dat het tenlastegelegde feit meermalen is gepleegd. Ook kan niet worden bewezen dat sprake is van het betasten of kussen van het lichaam [[slachtoffer 1]]
Het oordeel van de rechtbank.1
T.a.v. feit 1:
De rechtbank overweegt dat ten aanzien van dit feit sprake is van een bekennende verdachte in de zin van artikel 359 lid 3, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank zal daarom volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen die tot de bewezenverklaring van dit feit hebben geleid:
- proces-verbaal onderzoek in beslag genomen goed2;
- collectiescan3;
- proces-verbaal van bevindingen aangetroffen (foto)afbeelding bestanden4;
- proces-verbaal van bevindingen aangetroffen videobestanden5;
- aanvullend proces-verbaal van bevindingen aangetroffen strafbare afbeeldingen6;
- getuigenverklaring [persoon 1]7;
- proces-verbaal van bevindingen8;
- proces-verbaal van bevindingen9;
- bekennende verklaring verdachte10.
De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsvrouwe dat uit de bewijsmiddelen niet blijkt op welke locatie van de Iphone de kinderpornografische films precies zijn aangetroffen. In het proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 november 201211 staat vermeld in welke mappen de videobestanden zijn aangetroffen. Deze bevonden zich beide op een voor de gebruiker benaderbare plaats op de gegevensdrager. De rechtbank acht daarom ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte twee kinderpornografische film in bezit heeft gehad.
T.a.v. feit 2 primair:
Verdachte heeft op 28 en 29 december 2011 via zijn computer MSN-gesprekken gevoerd met [slachtoffer 1] die toen 14 jaar oud was. De gesprekken gaan voor een groot deel over seks en allerlei seksuele handelingen.12 Verdachte heeft tijdens het chatten een voorstel gedaan om [slachtoffer 1] te ontmoeten, te weten bij de friettent in winkelcentrum de Rompert.13 Verdachte heeft ter terechtzitting erkend dat hij die MSN-gesprekken met [slachtoffer 1] heeft gevoerd en dat de inhoud van de gesprekken zoals die in het dossier is vermeld klopt.14
Op grond van voornoemde bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat feit 2 primair wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Het verweer van de raadsvrouwe dat weliswaar een ontmoeting is voorgesteld, maar dat het oogmerk op het plegen van ontuchtige handelingen met [slachtoffer 1] heeft ontbroken verwerpt de rechtbank. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Verdachte is met [slachtoffer 1] in contact gekomen op internet via de site homodate.nl, waarop [slachtoffer 1] zich had aangeboden voor seks.15 De MSN-gesprekken tussen verdachte en [slachtoffer 1] gaan over de leeftijd van [slachtoffer 1] en met name over seks en over allerlei seksuele handelingen die verdachte met [slachtoffer 1] zou willen doen. Na een chatsessie die een paar uur duurt, doet verdachte een voorstel voor een ontmoeting bij de friettent in winkelcentrum de Rompert. De rechtbank is van oordeel dat hieruit kan worden afgeleid dat verdachte willens en wetens een ontmoeting met [slachtoffer 1] heeft voorgesteld met als doel seks te hebben en dat er aldus bij verdachte sprake was van het oogmerk tot het plegen van ontuchtige handelingen.
Ook het verweer van de raadsvrouwe dat alleen het doen van een voorstel niet voldoende is en gevolgd moet zijn door een handeling gericht op het realiseren van die ontmoeting verwerpt de rechtbank.
Uit de chatgesprekken komt naar voren dat verdachte een voorstel voor een ontmoeting heeft gedaan bij de friettent in winkelcentrum de Rompert. De rechtbank is van oordeel dat dit voorstel tot ontmoeting voldoende concreet is. De rechtbank heeft daarbij gelet op het doel en de strekking van artikel 248e Sr, te weten het op adequate wijze bescherming bieden aan minderjarigen tegen bedoeling van pedoseksuelen om daadwerkelijk een situatie te creëren waarin zij seksueel contact met die minderjarigen kunnen hebben.
De rechtbank is op grond van het voorgaande van oordeel dat kan worden bewezen dat verdachte enige handeling heeft ondernomen gericht op het verwezenlijken van een ontmoeting met [slachtoffer 1] met het uiteindelijke doel van het plegen van ontuchtige handelingen met hem.
T.a.v. feit 3 primair:
De rechtbank overweegt dat ten aanzien van dit feit sprake is van een bekennende verdachte in de zin van artikel 359 lid 3, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering ten aanzien van het eenmaal plegen van een ontuchtige handeling met [slachtoffer 1].
De rechtbank zal daarom volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen die tot de bewezenverklaring van dit feit hebben geleid:
- getuigenverklaring van [slachtoffer 1]16;
- bekennende verklaring verdachte17.
De rechtbank honoreert het verweer van de raadsvrouwe dat niet kan worden bewezen dat verdachte dit feit meermalen heeft gepleegd. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Op 28 en 29 december 2011 hebben diverse MSN-gesprekken tussen verdachte en [slachtoffer 1] plaatsgevonden. Daarna hebben zij elkaar ontmoet en heeft de ontuchtige handeling plaatsgevonden. [slachtoffer 1] heeft in zijn aangifte verklaard dat hij niet meer weet hoe vaak het zou zijn gebeurd en heeft verklaard dat hij sinds begin 2012 niks meer heeft gedaan. Voor zover hij zich kan herinneren heeft hij na Nieuwjaar met verdachte geen seks meer gehad. Verdachte ontkent dat hij meermalen seks heeft gehad met [slachtoffer 1]. De rechtbank is van oordeel dat gelet op de verklaring van [slachtoffer 1] en de ontkenning van verdachte dat hij meer dan één keer seks heeft gehad met [slachtoffer 1] niet bewezen kan worden dat verdachte meermalen ontucht met [slachtoffer 1] heeft gepleegd en spreekt verdachte daarvan vrij. De rechtbank zal verdachte ook vrijspreken van het betasten en het kussen van het lichaam van [slachtoffer 1], omdat dat niet blijkt uit de bewijsmiddelen.
De bewezenverklaring.
Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierboven genoemde en uitgewerkte bewijsmiddelen, komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte
1.
in de periode van 01 november 2011 tot en met 28 februari 2012 in Nederland, een gegevensdrager te weten een Iphone bevattende afbeeldingen, te weten 148 foto's en filmpjes, in bezit heeft gehad en afbeeldingen heeft verspreid, terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:
het oraal en/of anaal penetreren met de penis en/of de mond/tong van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt en
het oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling;
2. primair:
omstreeks 29 december 2011 te 's-Hertogenbosch, door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst (te weten een chatprogramma) met een persoon van wie hij weet dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, te weten (de zich noemende) [slachtoffer 1], een ontmoeting heeft voorgesteld met het oogmerk ontuchtige handelingen (gemeenschap) met voornoemde [slachtoffer 1] te plegen terwijl hij (daarbij) enige handeling heeft ondernomen gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting, immers heeft hij verdachte aan voornoemde [slachtoffer 1] concrete voorstellen gedaan wat betreft de plaats (winkelcentrum de Rompert) van die ontmoeting;
3. primair:
eenmaal, omstreeks 29 december 2011 te 's-Hertogenbosch, met [slachtoffer 1] (geboren op: 24 januari 1997), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een ontuchtige handeling heeft gepleegd, die bestond uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], te weten het brengen van zijn, verdachtes, penis in de anus van voornoemde [slachtoffer 1].
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De strafbaarheid van het feit.
Het bewezenverklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De strafbaarheid van verdachte.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie eist een gevangenisstraf van 30 maanden waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 5 jaar met als bijzondere voorwaarden het meldingsgebod bij de reclassering en een behandelverplichting bij de GGzE (Woenselse Poort), Kairos of een soortgelijke instelling. De officier vordert tevens de onmiddellijke uitvoerbaarheid van deze bijzondere voorwaarden.
De inbeslaggenomen computer waarop kinderporno is aangetroffen dient volgens de officier van justitie te worden onttrokken aan het verkeer. Er zijn geen andere voorwerpen meer die nog in beslag zijn genomen.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsvrouwe pleit voor het opleggen van een zo laag mogelijke straf waarvan een fors deel voorwaardelijk om de nodige begeleiding en behandeling te kunnen realiseren. Door de onmiddellijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden te vorderen kan in elk geval snel worden begonnen met de behandeling van verdachte.
Alle inbeslaggenomen voorwerpen waarop geen kinderporno is aangetroffen dienen terug gegeven te worden aan verdachte.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
Bij de strafoplegging zal de rechtbank in het nadeel van verdachte in het bijzonder rekening houden met de volgende uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren gekomen omstandigheden.
Verdachte heeft kinderpornografische afbeeldingen en -filmpjes in bezit gehad op zijn Iphone en heeft een aantal e-mails met kinderpornografische afbeeldingen doorgestuurd via internet. De rechtbank neemt het verdachte kwalijk dat hij als afnemer van kinderporno de vraag hiernaar mede in stand heeft gehouden. Verdachte heeft hierdoor indirect bijgedragen aan het seksueel misbruik van (in sommige gevallen zeer jonge) kinderen ten behoeve van de productie van kinderporno. Het hoeft geen betoog dat dit misbruik kan leiden tot grote psychische, emotionele en lichamelijke schade bij de desbetreffende kinderen en dat zij hierdoor ernstig kunnen worden geschaad in hun ontwikkeling.
Daarnaast heeft verdachte ontuchtige handelingen gepleegd met het slachtoffer [slachtoffer 1] die toen 14 jaar oud was, terwijl het slachtoffer zich als gevolg van het leeftijdsverschil tussen hem en verdachte, een volwassen man van 41 jaar, in een ongelijkwaardige positie ten opzichte van verdachte bevond en waarvan verdachte misbruik heeft gemaakt.
Tenslotte neemt de rechtbank bij de strafoplegging in aanmerking dat er sprake is van recidive zoals door de officier van justitie ter terechtzitting is aangegeven. Uit het arrest van het gerechtshof 's-Gravenhage van 8 maart 2002 blijkt dat verdachte op 29 mei 2001 door de rechtbank Rotterdam naast strafbare feiten betreffende de Schiedammer parkmoord is veroordeeld voor twee pedoseksuele delicten. Er is toen aan verdachte één straf opgelegd. Verdachte heeft hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof in 's-Gravenhage tegen het vonnis van de rechtbank voor alle bewezenverklaarde feiten met uitzondering van ontucht met het slachtoffer [naam]. Het hoger beroep tegen dat feit is blijkens de akte rechtsmiddel d.d. 24 juli 2001 ingetrokken. Omdat er wel één straf voor alle feiten was opgelegd heeft het gerechtshof de straf voor dit delict bepaald op 1 jaar gevangenisstraf. Ongeacht de nadien ingestelde cassatie en de herzieningsprocedure is deze voordeling in stand gebleven.
In het voordeel van verdachte weegt de rechtbank mee dat uit een omtrent de geestvermogens van verdachte uitgebracht aanvullend psychologisch rapport van F. van Nunen, klinisch psycholoog, van 8 oktober 2012 blijkt, dat de door hem gepleegde strafbare feiten in verminderde mate aan hem kunnen worden toegerekend.
Daarnaast heeft verdachte zich bereid verklaard zich in verband met zijn ziekelijke stoornis/gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de zin van een parafile stoornis (pedofilie) en psychische problemen zoals die uit een aanvullend psychologisch rapport naar voren zijn gekomen ambulant te laten behandelen zoals de psycholoog en de reclassering in haar aanvullend rapport van 19 november 2012 hebben geadviseerd.
De rechtbank zal een lichtere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf, nu de rechtbank tot een andere bewezenverklaring komt en van oordeel is dat de op te leggen straf de ernst van het bewezen verklaarde voldoende tot uitdrukking brengt.
De rechtbank is van oordeel, dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf welke vrijheidsbeneming meebrengt voor de duur als hierna te melden.
De rechtbank zal deze gevangenisstraf voor een gedeelte voorwaardelijk opleggen om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
Aan deze voorwaardelijke straf zullen na te noemen bijzondere voorwaarden worden gekoppeld. De rechtbank zal daarbij een proeftijd van 3 jaar opleggen zoals de reclassering in het aanvullend rapport heeft geadviseerd.
De rechtbank zal tevens bevelen dat de op grond van artikel 14c te stellen voorwaarden en het op grond van artikel 14d uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn, omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Beslag.
De rechtbank is van oordeel dat het in het dictum nader te noemen inbeslaggenomen voorwerp, te weten een computer waarop kinderporno is aangetroffen, aan het verkeer onttrokken dient te worden verklaard, omdat blijkens het onderzoek ter terechtzitting dit voorwerp bij gelegenheid van het onderzoek naar de door hem begane misdrijven is aangetroffen, terwijl dit voorwerp kan dienen tot het begaan of ter voorbereiding van soortgelijke misdrijven, dan wel tot de belemmering van de opsporing daarvan, en dit voorwerp toebehoort aan verdachte en van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit ervan in strijd is met de wet.
Toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 36b, 36c, 57, 240b, 245, 248e.
DE UITSPRAAK
Verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
T.a.v. feit 1:
een gegevensdrager bevattende afbeeldingen van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben
en
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, meermalen gepleegd
T.a.v. feit 2 primair:
door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst een persoon van wie hij weet dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, een ontmoeting voorstellen met het oogmerk van ontuchtige handelingen met die persoon te plegen, terwijl hij enige handeling onderneemt gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting
T.a.v. feit 3 primair:
met iemand, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de volgende straf(fen) en/of maatregel(en).
T.a.v. feit 1, feit 2 primair, feit 3 primair:
Gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren.
Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit en
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt en
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
- dat veroordeelde zich binnen twee dagen na het onherroepelijke vonnis of na het einde van zijn detentie meldt bij de Reclassering Nederland, regio 's-Hertogenbosch op telefoonnummer 073-6408080;
- dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd van 3 jaar bij Reclassering Nederland, regio 's-Hertogenbosch zal blijven melden, zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd onder behandeling zal stellen van de GGzE afdeling Woenselse Poort, Kairos of een soortgelijke instelling, zulks ter beoordeling van de reclassering waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
waarbij de Reclassering Nederland, Regio's-Hertogenbosch, Eekbrouwersweg 6, 5233 VG te 's-Hertogenbosch, opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beveelt dat de op grond van artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht gestelde voorwaarden en het op grond van artikel 14d Sr. uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
Onttrekking aan het verkeer van het inbeslaggenomen voorwerp, te weten: een computer, Dell Optiplex 745, goednr 397112.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. W.M. Weerkamp, voorzitter,
mr. J.W.H. Renneberg en mr. E.W. van den Heuvel, leden,
in tegenwoordigheid van mr. E. de Dooij, griffier,
en is uitgesproken op 4 december 2012.
1 Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
Waar wordt verwezen naar het eindproces-verbaal betreft dit het proces-verbaal van de regiopolitie Brabant-Noord, Divisie informatie en opsporing, Afdeling zedencriminaliteit met dossiernummer 2012008847, afgesloten op 13 juli 2012, aantal doorgenummerde bladzijden: 1271.
Waar wordt verwezen naar het aanvullend proces-verbaal betreft dit aanvullend proces-verbaal t.b.v. eindproces-verbaal 2012008847 d.d. 13 juli 2012, van de Regiopolitie Brabant-Noord, Districtelijke opsporing, District Meijerij, met proces-verbaalnummer 2012008847-15102012-1014, afgesloten op 15 oktober 2012, aantal doorgenummerde bladzijden: 113.
2 Eindproces-verbaal, p. 340 t/m 345.
3 Eindproces-verbaal, p. 346 t/m 348.
4 Eindproces-verbaal, p. 350 t/m 356.
5 Eindproces-verbaal, p. 358 t/m 360.
6 Aanvullend proces-verbaal, p. 71 en 72.
7 Eindproces-verbaal p. 222 en 223.
8 Eindproces-verbaal, p. 57 t/m 59 en p. 70, 78 en 79.
9 Eindproces-verbaal, p. 85 t/m 87.
10 Verklaring verdachte ter terechtzitting d.d. 20 november 2012.
11 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 november 2012, met proces-verbaalnummer: PL21T4 2012008847-64, p. 1.
12 Proces-verbaal van bevindingen en MSN-gesprekken, eindproces-verbaal p. 367 t/m 378.
Getuigenverklaring [slachtoffer 1], eindproces-verbaal p. 403 t/m 410.
13 MSN-gesprek d.d. 29 december 2012, eindproces-verbaal p. 374 en p. 377.
14 Verklaring verdachte ter terechtzitting d.d. 20 november 2012.
15 Getuigenverklaring [slachtoffer 1], eindproces-verbaal, p. 405, 406 en 408.
16 Eindproces-verbaal, p. 403 t/m 410.
17 Verklaring verdachte ter terechtzitting d.d. 20 november 2012.