3.
De vorderingen en de verweren
In de zaak met rolnummer 98-2432:
3.1
[eiser] heeft, na wijziging, gevorderd bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Staatsbosbeheer te veroor delen tot betaling van:
1. de vermogensschade en de immateriële schade die voortvloeit uit het op 20 juli 1996 aan [eiser] overkomen arbeidsongeval (de rechtbank leest: verkeersongeval), nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, met verwijzing van dit gedeelte van de procedure naar de schadestaatprocedure;
2. een bedrag ad
f50.000,00 aan voorschot op de vergoeding voor de door [eiser] geleden en nog te lijden immateriële schade wegens dit ongeval;
3. een bedrag ad
f50.000,00 aan voorschot op de vergoeding voor de door [eiser] geleden en nog te lijden materiële schade wegens dit ongeval;
4. de wettelijke rente over post 1 en over de onder 2 en 3 gevorderde bedragen vanaf de datum van het ongeval 20 juli 1996
;
5. de door [eiser] gemaakte buitengerechtelijke kosten;
6. de kosten van dit geding.
3.2
Staatsbosbeheer heeft tegen deze vordering gemotiveerd verweer gevoerd.
3.3
De stellingen en verweren van partijen zullen hierna, voor zover nodig, worden besproken.
In de zaak met rolnummer 98-2693:
3.4
OZ heeft gevorderd bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
I voor recht te verklaren dat gedaagde gehouden is de volledige (geleden en nog te lijden) schade van oz te vergoeden;
II Staatsbosbeheer te veroordelen tot betaling van de reeds geleden schade ten bedrage van
f24.090,75 te vermeerderen