ECLI:NL:RBUTR:2000:AA8063
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.M. Sijbrandij
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot terugplaatsing van een minderjarige bij de grootmoeder en wijziging van de bezoekregeling
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Utrecht op 14 september 2000 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van de grootmoeder van een minderjarige, geboren op 2 februari 1995, met betrekking tot de terugplaatsing van het kind bij haar en wijziging van de bezoekregeling. De grootmoeder had op 14 juli 2000 een verzoekschrift ingediend, dat door de ouders van het kind werd ondersteund. De verzoeken werden behandeld tijdens een zitting op 10 augustus 2000, waarbij de behandeling werd aangehouden tot 31 augustus 2000 in afwachting van aanvullende informatie van de gezinsvoogdij-instelling. De grootmoeder had ook een verzoek ingediend voor een contra-expertise en vervanging van de gezinsvoogdij-instelling, welke verzoeken eveneens door de ouders werden ondersteund.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de grootmoeder van maart 1997 tot augustus 1999 als pleeggezin voor het kind heeft gefunctioneerd, maar dat er ernstige zorgen waren over de veiligheid van het kind, met meldingen van mishandeling en seksueel misbruik door de (stief)grootvader. De gezinsvoogdij-instelling heeft aangegeven dat terugplaatsing van het kind bij de grootmoeder niet in het belang van het kind zou zijn, gezien de traumatische ervaringen die het kind heeft ondergaan. De kinderrechter heeft de verzoeken van de grootmoeder en de ouders afgewezen, met de overweging dat de grootmoeder niet ontvankelijk was in haar verzoeken en dat de gezinsvoogdij-instelling de juiste beslissing had genomen om het kind in een perspectief biedend pleeggezin te plaatsen.
De kinderrechter heeft de verzoeken tot beëindiging van de uithuisplaatsing en terugplaatsing van het kind bij de grootmoeder, alsook de verzoeken van de ouders tot benoeming van een deskundige en vervanging van de gezinsvoogdij-instelling afgewezen. De beschikking is openbaar uitgesproken ter terechtzitting, waarbij de kinderrechter de belangen van het kind vooropstelde.