ECLI:NL:RBUTR:2000:AA8972

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
12 december 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
Kort-gedingnr.122442/KG ZA 00-1091
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • G.A.M.E. van der Burg-van Geest
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Auteursrechtinbreuk en rectificatie in kort geding tussen softwareleverancier en gebruiker

In deze zaak heeft de president van de Rechtbank Utrecht op 12 december 2000 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser in conventie] en Unit4 Business Solutions B.V. [eiser in conventie] vorderde onder andere dat Unit4 zou stoppen met eventuele auteursrechtinbreuken met betrekking tot het softwarepakket Final en dat Unit4 een rectificatiebrief zou sturen naar alle geregistreerde Final-gebruikers. [eiser in conventie] stelde dat hij de rechten op het softwarepakket had verworven van Unlimited Business Solutions B.V. (UBS), die in faillissement was verklaard. Unit4 had echter aan gebruikers van Final gecommuniceerd dat zij in staat was het onderhoud van het pakket op zich te nemen, wat volgens [eiser in conventie] onrechtmatig was.

De president oordeelde dat [eiser in conventie] onvoldoende belang had bij de gevraagde rectificatie, aangezien alle Final-gebruikers inmiddels op de hoogte waren van de situatie door eerdere communicatie van zowel Unit4 als de escrow-agent. De vorderingen van [eiser in conventie] werden afgewezen, evenals zijn verzoek om een accountantsverklaring. In reconventie vorderde Unit4 rectificatie van [eiser in conventie], maar ook deze vorderingen werden afgewezen. De president oordeelde dat [eiser in conventie] niet verplicht kon worden om een overeenkomst met Unit4 aan te gaan, gezien de contractsvrijheid. Uiteindelijk werden beide partijen in de kosten van het geding veroordeeld.

Uitspraak

V O N N I S van de president van de
arrondissementsrechtbank te Utrecht
in het kort geding van:
[eiser in conventie], wonende te [woonplaats],
eiser in conventie,
gedaagde in reconventie,
procureur: mr. A.J. Janmaat-Uytewaal,
advocaat: mr. J.C.B.C. Geerts te
Rosmalen,
- t e g e n -
de besloten vennootschap
met beperkte aansprakelijkheid
UNIT 4 BUSINESS SOLUTIONS B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Houten,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
procureur: mr. J.W. Stam.
Het verloop van het geding
1.1. Eiser in conventie, hierna ook '[eiser in conventie]' te noemen, heeft gedaagde in conventie, hierna ook 'Unit4' te noemen, in kort geding doen dagvaarden. Op de dienende dag, 28 november 2000, heeft [eiser in conventie] van eis geconcludeerd overeenkomstig het exploot van dagvaarding, waarvan een fotokopie aan dit vonnis is gehecht.
1.2. [eiser in conventie] heeft zijn vordering toegelicht, mede aan de hand van producties en een pleitnota. Bij die gelegenheid heeft hij zijn vordering verminderd als hierna vermeld.
1.3. Unit4 heeft daarop verweer gevoerd, mede aan de hand van producties en een pleitnota, en een eis in reconventie ingesteld. De president had het bezwaar van [eiser in conventie] daartegen verworpen op de grond dat de reconventionele vordering en de inhoud daarvan reeds waren aangekondigd, zodat [eiser in conventie] niet in zijn verdediging was geschaad. [eiser in conventie] heeft vervolgens verweer gevoerd tegen de eis in reconventie.
1.4. Tenslotte hebben partijen vonnis gevraagd.
De vaststaande feiten
2.1. Vanaf 1993 zijn tussen Unlimited Business Solutions B.V. te Rosmalen, hierna 'UBS' te noemen, en (de rechtsvoorganger van) Unit4 telkens overeenkomsten voor bepaalde tijd gesloten waarbij UBS het recht heeft verleend tot wederverkoop van het door haar ontwikkelde softwarepakket Final(/X-Final), een financieel managementsysteem. De laatste overeenkomst dateert van 7 mei 1998, waarbij Unit4 het recht op wederverkoop is verleend van onder meer de versies 2.3 en 2.4 van Final tot 1 januari 2000, alsmede het recht voor onbepaalde duur om met betrekking tot de wederverkochte pakketten voor eigen klanten het onderhoud te verrichten. Unit4 had het onderhoud weer uitbesteed aan UBS.
2.2. UBS heeft in 1996 haar (auteurs)rechten op het softwarepakket verkocht aan een derde, die de rechten vervolgens in 1998 heeft doorverkocht aan [eiser in conventie]. [eiser in conventie] heeft de exploitatie van het pakket voortgezet middels Bizon Software B.V. te Eindhoven, hierna 'Bizon' te noemen. Op 6 september 2000 is UBS in staat van faillissement verklaard.
2.3. Naar aanleiding van het faillissement van UBS heeft Unit4 alle gebruikers van Final, met uitzondering van haar eigen klanten, op 11 september 2000 een brief geschreven waarin zij meedeelt dat zij in staat is om bij het oplossen van tengevolge van het faillissement ontstane problemen van dienst te zijn door onder meer te voorzien in het onderhoud van het pakket. De brief bevat als bijlage een antwoordformulier waarmee de geadresseerden Unit4 kunnen verzoeken het onderhoud op het pakket aan haar in uitvoering te geven.
2.4. Van het programma bestaat een broncode - voor het plegen van onderhoud benodigde software die normaliter niet aan gebruikers ter beschikking wordt gesteld, maar wel indien, onder meer, ten gevolge faillissement het onderhoud van het pakket in gevaar komt - die aan een notaris (de escrow-agent) in depot is gegeven. Bij brief van 11 september 2000 heeft Unit4 haar eigen klanten die gebruik maken van Final, in verband met het faillissement van UBS geadviseerd de broncode bij de Escrow-agent op te vragen teneinde de uitvoering van het onderhoud aan haar te kunnen opdragen.
2.5. Bij brief van 8 november 2000 schrijft Bizon aan de klanten van Unit4 onder meer: "Bizon Software is als enige partij gerechtigd en in staat om de nieuwste versies van het pakket FINAL naar bestaande en nieuwe gebruikers te ondersteunen. (...) De door Unit4 Business Solutions verstrekte informatie betreffende de situatie rondom FINAL is ons inziens niet juist en onvolledig.".
2.6. Unit4 schrijft haar klanten op 13 november 2000: "Naar aanleiding van de berichtgeving rondom het faillissement van Unlimited Business Solutions heeft u als gebruiker van het pakket FINAL (mogelijk) een brief ontvangen van Bizon Software B.V. Dit bedrijf heeft zich gemeld als rechthebbende op het betreffende pakket. Wij gaan er vooralsnog vanuit dat deze melding terecht is en als zodanig willen wij de rechten van Bizon Software respecteren.".
Het geschil en de beoordeling in conventie
3.1. [eiser in conventie] vordert, na vermindering van eis, veroordeling van Unit4 om:
a. met onmiddellijke ingang iedere (eventuele) auteursrechtinbreuk met betrekking tot het softwarepakket Final te staken en gestaakt te houden;
b. binnen tien dagen na betekening van dit vonnis een door een accountant goedgekeurde verklaring af te geven, waaruit blijkt of er sinds het faillissement van UBS door Unit4 zonder van [eiser in conventie] of UBS verkregen licenties onderhoud is gepleegd aan Final-pakketten, met opgave van gerealiseerde omzetten en met overlegging van de desbetreffende omzetgegevens;
c. binnen tien dagen na betekening van dit vonnis aan alle geregistreerde Final-gebruikers, met uitzondering van de eigen klanten van UBS (die de onder 2.6 geciteerde brief van 13 november hebben ontvangen), een rectificatiebrief te sturen met de in de dagvaarding vermelde tekst;
d. binnen vier dagen na verzending van deze rectificatiebrief een van een accountantsverklaring voorziene lijst van de geadresseerden af te geven;
een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van ƒ 50.000,00 per overtreding en van ƒ 1.000,00 per dag dat die overtreding voortduurt;
e. aan [eiser in conventie] een bedrag van ƒ 1.600,00 te betalen als voorschot op de buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met rente.
3.2. [eiser in conventie] voert ter ondersteuning van zijn vordering aan dat Unit4 jegens haar onrechtmatig heeft gehandeld door in de brief van 11 september 2000 aan alle gebruikers van Final te berichten dat zij in staat is het onderhoud van het softwarepakket op zich te nemen. Daartoe is echter alleen [eiser in conventie] gerechtigd, zo stelt hij, nu hij de rechten daartoe van UBS heeft gekocht. [eiser in conventie] voert aan dat hij er recht en belang bij heeft dat de door Unit4 verkondigde onjuistheden door Unit4 zelf worden gerectificeerd, dat hij een door een accountant geverifieerde opgave krijgt van de (tengevolge van de brief) in strijd met zijn rechten verrichte onderhoudswerkzaamheden en dat het Unit4 zal worden verboden in de toekomst dergelijke inbreuken op de hem toekomende rechten te maken.
[eiser in conventie] heeft zijn vordering verminderd met de eis dat Unit4 een dergelijke rectificatie aan haar eigen klanten zal doen uitgaan, omdat de aan deze afnemers gedane onjuiste uitlatingen in voldoende mate zijn rechtgezet door de brief van Unit4 van 13 november 2000.
3.3. Unit4 voert verweer. Op dat verweer en op hetgeen partijen ter ondersteuning van hun standpunten nog hebben aangevoerd zal in het hiernavolgende worden ingegaan.
3.4. Op grond van het bepaalde in artikel 6:167 BW kan degene die onjuiste of door onvolledigheid misleidende uitlatingen van feitelijke aard doet veroordeeld worden tot openbaarmaking van een rectificatie. Het betreft hier een discretionaire bevoegdheid van de rechter waarbij rekening kan worden gehouden met de omstandigheden van het geval.
3.5. [eiser in conventie] heeft niet betwist dat er enige tijd na het uitspreken van het faillissement van UBS onzekerheid heeft bestaan over de vraag aan wie de rechten met betrekking tot Final toebehoorden. Zo blijkt ook uit de ter zitting overgelegde brief van de advocaat van [eiser in conventie] van 27 september 2000 dat op dat moment de curator in het faillissement van UBS zich nog op het standpunt stelde dat de rechten in de boedel vielen. Unit4 heeft zich bij de curator aangemeld als potentiële koper van het Final-pakket. Eerst op 3 of 4 oktober 2000 heeft de curator te kennen gegeven dat ook zijns inziens de rechten aan [eiser in conventie] toebehoorden.
3.6. Anders dan Unit4 is de president van oordeel dat de brief van Unit4 van 11 september 2000 aan de gebruikers van Final op zichzelf wel degelijk onjuistheden bevat in die zin dat Unit4 door de bewering dat zij (feitelijk) in staat is het onderhoud te plegen daarmee tevens suggereert dat zij ook gerechtigd is die onderhoudswerkzaamheden te verrichten. Unit4 is wel al te voortvarend te werk gegaan door Final-gebruikers haar diensten aan te bieden, vooruitlopend op de door haar kennelijk verwachte situatie dat zij door aankoop van de rechten zou kunnen inspringen in een door het faillissement van UBS veroorzaakte leemte in het onderhoud van de Final-pakketten, zonder echter over die mogelijkheid al uitsluitsel te hebben.
3.7. Gebleken is echter dat Unit4, toen (de curator en) haar duidelijk was geworden dat [eiser in conventie] rechthebbende op het pakket was, haar eigen klanten de brief van 13 november 2000 heeft gestuurd, waarin zij te kennen heeft gegeven de rechten van [eiser in conventie] te respecteren. Voorts heeft - zoals niet althans onvoldoende gemotiveerd is betwist - de escrow-agent alle gebruikers van Final aangeschreven dat de broncode niet zou worden afgegeven omdat in het onderhoud zou worden blijven voorzien en heeft [eiser in conventie] (dan wel Bizon) op verzoek van de escrow-agent vervolgens alle gebruikers schriftelijk bevestigd dat Bizon in staat en bereid was om alle bestaande onderhoudscontracten na te komen.
3.8. Naar het oordeel van de president heeft [eiser in conventie], mede gelet op de hiervoor geschetste feiten en omstandigheden, onvoldoende belang bij toewijzing van zijn vordering tot rectificatie. Alle Final-gebruikers zijn er - door de brief van de escrow-agent en door laatstgenoemde brief van [eiser in conventie]/Bizon - thans van op de hoogte dat de rechten aan deze toebehoren. [eiser in conventie] heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij er (voldoende) belang bij heeft dat zulks ook nog eens door Unit4 zelf wordt medegedeeld, temeer nu Unit4 heeft gesteld dat zij nimmer is overgegaan tot feitelijke onderhoudswerkzaamheden ten behoeve van andere dan haar eigen klanten en [eiser in conventie] geen feiten en omstandigheden heeft aangevoerd op grond waarvan aan deze stelling getwijfeld zou moeten worden. De hiervoor onder c en d genoemde vorderingen moeten derhalve worden afgewezen.
3.9. Om de vordering tot afgifte van de gevraagde accountantsverklaring te kunnen toewijzen is in ieder geval nodig dat enigermate aannemelijk is dat Unit4 in strijd met de [eiser in conventie] toekomende rechten heeft gehandeld. Zoals uit het voorgaande blijkt is zulks echter niet aannemelijk geworden, mede gelet op de relatief korte periode gelegen tussen het verzenden van de brieven door Unit4 aan de Final-gebruikers en de brieven waarin te kennen wordt gegeven dat [eiser in conventie] rechthebbende is. De omstandigheid dat Unit4 in het kader van schikkingonderhandelingen heeft aangeboden na het einde van het boekjaar inzage te geven in haar boeken doet er niet aan af dat de vordering onder b op grond hiervan moet worden afgewezen.
3.10. De vordering onder a (Unit4 te gebieden iedere auteursrechtinbreuk met betrekking tot het softwarepakket Final te staken en gestaakt te houden) is te onbepaald om, mede gelet op de omstandigheid dat van feitelijk inbreukmakend handelen niet is gebleken, toegewezen te kunnen worden.
3.11. Gelet op het voorgaande zullen de vorderingen worden afgewezen. Ook voor toewijzing van buitengerechtelijke incassokosten bestaat geen aanleiding. Als de in het ongelijk gestelde partij zal [eiser in conventie] in de kosten van het geding in conventie worden veroordeeld.
Het geschil en de beoordeling in reconventie
4.1. Unit4 vordert in reconventie:
a. veroordeling van [eiser in conventie] om uiterlijk binnen tien dagen na betekening van dit vonnis een rectificatiebrief met de in de haar pleitnota vermelde tekst aan Unit4 ter goedkeuring voor te leggen en om de brief binnen vier dagen na verkregen goedkeuring te verzenden aan degenen die de brief van [eiser in conventie]/Bizon van 8 november 2000 hebben gekregen;
b. veroordeling van [eiser in conventie] om binnen 4 dagen na verzending van de brieven een van een accountantsverklaring voorziene lijst van geadresseerden af te geven;
c. [eiser in conventie] te gebieden zijn medewerking te verlenen aan de overdracht van Unit4 van modules en nieuwe releases ten behoeve van de klanten van Unit4 die reeds een Final-pakket hebben aangeschaft, een en ander tegen marktconforme prijzen, althans prijzen die [eiser in conventie] daarvoor aan zijn klanten, alsmede te gehengen en gedogen dat Unit4 hierop onderhoud zal verrichten;
een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van ƒ 50.000,00 per overtreding en per dag dat die overtreding voortduurt.
4.2. Unit4 voert ter ondersteuning van haar vorderingen onder a en b aan dat [eiser in conventie] in zijn brief van 8 november 2000 ten onrechte aan haar klanten heeft medegedeeld dat hij, dan wel Bizon, de enige is die gerechtigd is onderhoud te verrichten aan Final-pakketten, nu ook Unit4 op grond van haar overeenkomst met UBS daartoe gerechtigd is. Unit4 heeft er belang bij, zo voert zij aan, dat deze onjuiste voorstelling van zaken wordt rechtgezet.
4.3. [eiser in conventie] voert in de eerste plaats ten verwere aan dat Unit4 in deze vorderingen niet-ontvankelijk moet worden verklaard omdat deze niet (alleen) tegen [eiser in conventie], maar (ook) tegen Bizon had dienen te worden ingesteld.
4.4. Dit verweer wordt gepasseerd. Nu [eiser in conventie] niet heeft betwist dat hij feitelijk in staat en gerechtigd is om namens Bizon een rectificatiebrief te schrijven, kan een vordering ertoe strekkende hem te bevelen zulks te doen (ook) tegen hem worden ingesteld. Niet betwist is dat ook de tot rectificatie aanleiding gevende brief door zijn toedoen en onder zijn verantwoordelijkheid is geschreven.
4.5. [eiser in conventie] heeft voorts aangevoerd dat de brief van 8 november 2000 geen feitelijke onjuistheden bevat. Dit verweer treft doel. De overeenkomst tussen Unit4 en UBS van 7 mei 1998 geeft Unit4 het recht tot wederverkoop en onderhoud van de versies 2.3 en 2.4 van Final. Onbetwist is gesteld dat Unit4 voorts het recht heeft verkregen om bovendien onderhoud te verrichten aan versie 2.5. Nu tussen partijen vaststaat dat versie 2.6, zoals vermeld in de brief, pas eind van dit jaar aan klanten zal worden geleverd, is de stelling dat [eiser in conventie]/Bizon als enige - en niet: Unit4 - gerechtigd is op deze laatste versie onderhoud te verrichten op zichzelf niet onjuist. De omstandigheid dat de laatste versie op dit moment nog niet geleverd is doet hieraan niet af. Ook de in de brief geponeerde stelling dat Bizon de enige partij is die het Final-pakket kan ondersteunen op het gebied van (onder meer) euromigraties - ook wat betreft versie 2.5 - is, zoals Unit4 ter zitting heeft verklaard, op zichzelf juist. De vorderingen onder a en b zullen derhalve worden afgewezen.
4.6. Unit4 heeft ter ondersteuning van haar vordering onder c aangevoerd dat, nu de overeenkomst met UBS van 7 mei 1998 inmiddels is geëxpireerd en nu UBS failliet is verklaard, zij er recht en belang bij heeft dat [eiser in conventie], die als enige daartoe in staat is, in plaats van UBS zal overgaan tot het leveren van nieuwe releases en modules (waaronder euromigraties), teneinde haar eigen klanten daarvan te kunnen blijven voorzien. Partijen hebben terzake hebben onderhandelingen gevoerd maar die hebben, aldus Unit4, niet tot overeenstemming geleid.
4.7. [eiser in conventie] heeft hiertegen ten verwere aangevoerd dat zij niet gehouden is met Unit4 een overeenkomst aan te gaan. Dit verweer slaagt. Uitgaande van het beginsel van de contractsvrijheid kan [eiser in conventie] niet worden verplicht een overeenkomst met Unit4 aan te gaan op dezelfde voet als UBS dat in het verleden deed. Anders dan Unit4 meent vormen de redelijkheid en billijkheid hiervoor geen zelfstandige rechtsgrond. Gesteld noch gebleken is dat de onderhandelingen tussen partijen in een zo vergevorderd stadium waren dat [eiser in conventie]/Bizon onrechtmatig zou handelen door de onderhandelingen af te breken.
4.8. Gelet op het voorgaande moeten de vorderingen in reconventie worden afgewezen. Als de in het ongelijk gestelde partij zal Unit4 in de kosten van het geding worden veroordeeld.
De beslissing
De president
in conventie:
5.1. wijst de vorderingen af;
5.2. veroordeelt [eiser in conventie] in de kosten van het geding in conventie, waarin begrepen ƒ 1.550,00 voor salaris van de procureur;
in reconventie:
5.3. wijst de vorderingen af;
5.2. veroordeelt Unit4 in de kosten van het geding in reconventie, waarin begrepen ƒ 1.550,00 voor salaris van de procureur.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A.M.E. van der Burg-van Geest, fungerend president, en in het openbaar uitgesproken op 12 december 2000.