ECLI:NL:RBUTR:2001:AB0831
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.H.C. van Ginhoven
- Rechtspraak.nl
Vaststelling van alimentatie voor minderjarige kinderen na relatiebreuk
In deze zaak heeft de vrouw een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank Utrecht om de door de man te betalen alimentatie voor hun minderjarige kinderen vast te stellen. De man heeft hiertegen verweer gevoerd, stellende dat de door de vrouw verzochte bijdragen de behoefte van de kinderen te boven gaan en dat hij niet in staat is om deze bedragen te betalen. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 8 januari 2001, waarbij de zitting achter gesloten deuren plaatsvond.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw een netto inkomen heeft van f 1.600,00 per maand en dat zij samen met de kinderen in een huurwoning woont. De man heeft een bruto inkomen van f 93.626,00 per jaar en is eigenaar van twee woningen. De rechtbank heeft de financiële omstandigheden van beide partijen in overweging genomen en geconcludeerd dat de man in staat is om bij te dragen aan de kosten van de kinderen.
De rechtbank heeft de alimentatie voor de minderjarige kinderen vastgesteld op f 750,00 per maand voor [kind 1] en f 500,00 per maand voor [kind 2], ingaande per 1 juli 2000. De rechtbank heeft geoordeeld dat de man, rekening houdend met zijn noodzakelijke bestaanskosten en fiscale voordelen, in staat moet worden geacht om deze bedragen te betalen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad en de partijen zijn veroordeeld om hun eigen proceskosten te dragen.
De rechtbank heeft verder geoordeeld dat de man, indien hij niet vrijwillig de vastgestelde alimentatie betaalt, ook de executiekosten moet vergoeden. Deze beschikking is gegeven door mr. J.H.C. van Ginhoven, in tegenwoordigheid van M.E. van den Akker, griffier, en is uitgesproken op 7 februari 2001.