ECLI:NL:RBUTR:2001:AB2123

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
14 juni 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
129906/KG ZA 01-458/BL
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • G.A.M.E. van der Burg-van Geest
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Inbreuk op handelsnaam en merk tussen Metis en Maetis Arbo

In deze zaak heeft eiseres, handelende onder de naam Metis, gedaagden, die opereren onder de naam Maetis Arbo, aangeklaagd wegens inbreuk op haar handelsnaam. De president van de Rechtbank Utrecht heeft op 14 juni 2001 uitspraak gedaan in een kort geding. Eiseres Metis, die sinds 1992 actief is in de loopbaanbegeleiding en arbeidsreïntegratie, stelt dat de handelsnaam Maetis Arbo verwarring kan veroorzaken bij het publiek, gezien de gelijkenis met haar eigen handelsnaam. Gedaagden hebben echter betwist dat er sprake is van verwarring en hebben hun eigen merk MÆTIS ARBO ingeschreven bij het Benelux Merkenbureau.

De president heeft vastgesteld dat de handelsnamen METIS en MÆTIS ARBO in meer dan geringe mate van elkaar afwijken, zowel auditief als visueel. Dit betekent dat er geen sprake is van inbreuk op de handelsnaam van Metis. De president heeft ook geoordeeld dat het gebruik van de domeinnaam maetis.nl door Maetis Arbo niet inbreukmakend is, omdat verwarring tussen de ondernemingen niet aannemelijk is. De president heeft de vordering van Metis in zijn geheel afgewezen en Metis veroordeeld in de proceskosten van Maetis Arbo.

De uitspraak benadrukt het belang van onderscheidend vermogen in handelsnamen en merken, en dat rechtmatige concurrentie niet automatisch leidt tot verwarring bij het publiek. De president heeft de vordering van Metis afgewezen en de kosten van het geding aan haar opgelegd.

Uitspraak

Nr. 129906/KG ZA 01-458/BL 14 juni 2001
ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE UTRECHT
VONNIS van de president van de arrondissementsrechtbank te
Utrecht in de zaak van:
[Eiseres]
handelende onder de naam METIS,
wonende en zaakdoende te Breda,
eiseres,
procureur: mr. I.M. Jebbink,
advocaat : mr. F.T.H. Gimbrère
te Breda,
- t e g e n -
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MAETIS BEHEER B.V.,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PV FINANCIERING B.V.,
beide gevestigd te Zeist en
kantoorhoudende te Amersfoort,
gedaagden,
advocaat: mr. H. Ferment te
's-Gravenhage.
1. Het verloop van het geding
1.1. Eiseres, hierna te noemen: Metis, heeft gedaagden, verder in enkelvoud te noemen: Maetis Arbo, in kort geding doen dagvaarden en op de dienende dag, 31 mei 2001, van eis geconcludeerd overeenkomstig de inhoud van het exploot van dagvaarding, waarvan een fotokopie aan dit vonnis is gehecht.
1.2. Metis heeft haar vordering bij monde van haar advocaat doen toelichten mede aan de hand van pleitnotities en producties.
1.3. Maetis Arbo heeft bij monde van haar advocaat verweer doen voeren mede aan de hand van pleitnotities en producties.
1.4. Partijen hebben na voortgezet debat vonnis gevraagd. Het vonnis is gewezen op het griffiedossier.
2. De vaststaande feiten
2.1. Eiseres drijft sinds 1992 te Breda en sinds begin 2001 ook te Dordrecht een onderneming die zich onder de handelsnaam Metis bezighoudt met studie- en beroepskeuzebegeleiding, loopbaanonderzoek en met het verzorgen van cursussen. De bedrijfsactiviteiten betreffen ook werkzaamheden op het gebied van arbeidsreïntegratie, waarbij Metis diensten verleent aan reïntegratiebureaus en arbodiensten.
2.2. Begin 2000 zijn de organisaties van De Twaalf Provinciën N.V. en Avios Arbozorg B.V. samengevoegd tot één grote, door de overheid gecertificeerde, arbodienst. Gedaagden hebben voor deze nieuwe organisatie uiteindelijk gekozen voor de handelsnaam MÆTIS ARBO.
2.3. Avios Beheer B.V. heeft op 7 april 2000 het gecombineerde woord/ beeldmerk MÆTIS ARBO gedeponeerd bij het Benelux Merkenbureau. Het merk is afgebeeld in de kleuren rood, wit en blauw en is ingeschreven onder nr. 0961851 voor de waren en diensten in de klassen 35, 41, en 42. Het betreft hier onder meer arbeidsbemiddeling in het kader van herplaatsing van werknemers en diverse diensten te verlenen in het kader van de tenuitvoerlegging van de Arbeidsomstandighedenwet.
2.4. Metis heeft op 6 september 2000 het gecombineerde woord/beeldmerk METIS gedeponeerd bij het Benelux Merkenbureau. Het merk is afgebeeld in de kleuren groen en zwart (verschillende tinten) en is ingeschreven onder nr. 0972687 voor de waren en diensten in de klassen 35, 41 en 42. Het betreft hier onder meer loopbaananalyse, begeleiding, oriëntatie, trainingen en opleidingen, advisering inzake beroepskeuze en beroepsvoorlichting personeelsselectie via psychologische methoden.
3. De vordering en het verweer
3.1. Voor de volledige inhoud van de vordering wordt verwezen naar het aan dit vonnis gehechte exploot van dagvaarding. De vordering strekt, kort weergegeven, tot veroordeling van Maetis Arbo:
1. iedere inbreuk op de handelsnaam en het merk METIS te staken en gestaakt te houden;
2. een brief te zenden aan haar klanten en relaties waarin onder meer wordt medegedeeld dat de handelsnaam MAETIS, althans het in de handelsnaam voorkomende bestanddeel Maetis, inbreuk maakt op de oudere rechten van Metis en dat de handelsnaam krachtens veroordeling in dit kort geding dient te worden gewijzigd, en de nieuwe handelsnaam mee te delen, een en ander volgens een tekst die vantevoren ter goedkeuring aan Metis is voorgelegd;
3. tot betaling van een voorschot op de schadevergoeding ter hoogte van ¦ 13.500,-- (exclusief omzetbelasting).
3.2. Maetis Arbo heeft de vordering gemotiveerd betwist. Op de verweren zal hieronder, voorzoveel nodig, worden ingegaan.
4. De beoordeling
Bevoegdheid
4.1. Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 37A Eenvormige Beneluxwet op de merken ("BMW") wordt, voorzover Metis zich in dit kort geding op het door haar gedeponeerde merk METIS beroept, vooropgesteld dat de president van deze rechtbank bevoegd is tot kennisneming van de vordering. Dit vloeit voort uit het feit dat beide gedaagden in dit arrondissement zijn gevestigd.
Artikel 5 handelsnaamwet
4.2. Maetis Arbo heeft gesteld dat de bezwaren die Metis in deze procedure oppert tegen het gebruik van de aanduiding MÆTIS als (onderdeel van een) handelsnaam zich vooral richten tegen De Twaalf Provinciën N.V. en Avios Arbozorg B.V. Hoewel Metis deze stelling op zichzelf genomen niet heeft betwist, doet zulks in het onderhavige geval niet aan de vordering af, nu Maetis Arbo geen consequenties aan deze stelling heeft verbonden en zij heeft erkend dat zij in ieder geval tot op zekere hoogte gebruik maakt van de aanduiding Mætis Arbo.
4.3. Wel heeft Maetis Arbo, onder verwijzing naar de door haar in het geding gebrachte producties, uitdrukkelijk betwist dat zij de aanduiding Mætis thans nog gebruikt als afzonderlijke handelsnaam. Maetis Arbo stelt dat zij "in zeker 99% van de gevallen" uitsluitend de samenstelling MÆTIS ARBO gebruikt, met uitzondering van haar domeinnaam maetis.nl, terwijl gedaagde sub 1 zich kennelijk ook bedient van de handelsnaam MÆTIS BEHEER. Metis heeft dit een en ander niet weersproken, zodat voorshands van de juistheid van dit betoog van Maetis Arbo wordt uitgegaan.
4.4. In de eerste plaats dient te worden onderzocht of het gebruik van de domeinnaam maetis.nl door Maetis Arbo inbreukmakend is op de handelsnaam Metis. Daarbij rijst de vraag of het gebruik van een domeinnaam kan worden aangemerkt als het voeren van een handelsnaam in de zin van de Handelsnaamwet. Deze vraag wordt bevestigend beantwoord. Aangenomen moet worden dat een onderneming die zich bedient van een domeinnaam deze naam doorgaans gebruikt om zich aldus tot het publiek te richten. Maetis Arbo heeft niet gesteld dat dit voor wat betreft haar domeinnaam geschiedt op een wijze die niet in voldoende mate als het voeren van een handelsnaam kan worden beschouwd.
4.5. Voorshands dient te worden geoordeeld dat de handelsnaam MAETIS slechts in geringe mate afwijkt van de handelsnaam METIS. Dit is echter nog onvoldoende aanleiding om te oordelen dat Maetis Arbo inbreuk maakt op de handelsnaamrechten van Metis. Daartoe is ook nodig dat door het gebruik van de domeinnaam bij het publiek verwarring is te duchten tussen de ondernemingen van partijen. Bij de vraag of dit het geval is, verdient in de eerste plaats opmerking dat de domeinnaam maetis.nl uitsluitend naar de website van Maetis Arbo leidt indien de naam volledig correct wordt ingevoerd. Maetis Arbo heeft onweersproken gesteld dat het invoeren van het woord "metis" niet voert naar de domeinnaam/website "maetis", terwijl het omgekeerde eveneens geldt. Gelet hierop en op de bijzondere schrijfwijze van de domeinnaam van Maetis Arbo (met name de daarin voorkomende samenstelling "ae"), ligt verwarring tussen de betrokken ondernemingen door enkel het voeren van de domeinnaam maetis.nl niet voor de hand. Maetis Arbo heeft bovendien nog gesteld dat de desbetreffende website reeds bij het eerste scherm duidelijk maakt dat deze ondubbelzinnig betrekking heeft op haar onderneming. Metis heeft tegen deze achtergrond onvoldoende onderbouwd, laat staan aannemelijk gemaakt, dat (ook) door het gebruik van de domeinnaam maetis.nl bij het publiek verwarring is te duchten tussen de ondernemingen van partijen.
4.6. Vervolgens staat ter beoordeling of Maetis Arbo inbreuk maakt op de handelsnaamrechten van Metis. Anders dan bij de domeinnaam maetis.nl geldt op grond van hetgeen onder 4.2 is overwogen, dat in zoverre niet de handelsnamen METIS en MAETIS dienen te worden vergeleken, maar dat een vergelijking dient plaats te vinden tussen de handelsnamen METIS en MÆTIS ARBO/MÆTIS BEHEER. Deze vergelijking wijst uit dat deze handelsnamen duidelijk verschillen. Dit is in auditief en visueel opzicht het gevolg van de toevoeging van het woord "arbo" of "beheer", zulks in combinatie met (in visueel opzicht) de schrijfwijze van het woord Maetis, zeker indien daarbij, zoals de bedoeling is, gebruik wordt gemaakt van de ligatuur "æ".
4.7. Al deze aspecten brengen mee dat, naar voorshands wordt geoordeeld, een duidelijk verschil bestaat tussen de handelsnamen van partijen en wel zodanig, dat zij in meer dan geringe mate van elkaar afwijken. Hieraan doet onvoldoende af dat de handelsnamen steeds beginnen met het in auditief opzicht gelijkluidende element metis of maetis. Op grond van hetgeen in deze procedure aan de orde is geweest kan niet bij voorbaat worden aangenomen, althans heeft Metis onvoldoende aannemelijk gemaakt, dat dit element voor ondernemingen als de onderhavige een dusdanig onderscheidend vermogen heeft, dat reeds daarom verwarringsgevaar reëel moet worden geacht. De verschillen die blijkens het voorgaande tussen de handelsnamen bestaan brengen onder deze omstandigheden mee dat, voorzover in auditief opzicht sprake is van een gelijkluidende element, Metis zich niet reeds daarom kan verzetten tegen het gebruik van de handelsnamen MÆTIS ARBO en MÆTIS BEHEER door gedaagden.
4.8. Overigens wordt in dit verband nog opgemerkt dat Maetis Arbo onweersproken heeft gesteld dat zij, anders dan Metis, een door de overheid gecertificeerde arbodienst is die zich specifiek bezighoudt met arbodienstverlening op grond van de Arbeidsomstandighedenwet en daarom een andere doelgroep heeft. Ook dit een en ander brengt mee dat geen gevaar voor verwarring tussen de ondernemingen van partijen is te duchten. De door Metis genoemde "verwarringsgevallen" zijn door Maetis Arbo gemotiveerd betwist en doen onvoldoende aan het voorgaande af. Voorzover Metis terecht zou stellen dat de bedrijfsactiviteiten van partijen elkaar deels overlappen of in elkaars verlengde liggen en zij daarvan nadelige gevolgen zal ondervinden, kan dit op grond van het voorgaande niet inherent worden geacht aan het gebruik van enige handelsnaam door Maetis Arbo, maar dient dit te worden gerekend tot het normale ondernemersrisico, namelijk het gevolg van rechtmatige concurrentie. Voorzover de vordering is gebaseerd op artikel 5 Handelsnaamwet faalt deze derhalve.
Artikel 5a handelsnaamwet/artikel 13A BMW
4.8. Voorzover Metis zich op het onder 2.4 bedoelde merkdepot beroept, heeft Maetis Arbo zich op haar beurt op het bestaan van een ouder merkdepot beroepen. Metis heeft niet gesteld, en het is ook niet aannemelijk geworden, dat het oudere merkdepot te kwader trouw is verricht, zodat in dit kort geding van de rechtsgeldigheid daarvan dient te worden uitgegaan. Metis heeft er wel op gewezen dat dit merkrecht toekomt aan een besloten vennootschap die niet in dit geding betrokken is. Aangenomen wordt echter dat het hier een nauw aan Maetis Arbo verbonden vennootschap betreft, zodat - nu Metis verder niets gesteld heeft - onvoldoende grond is om Maetis Arbo in dit kort geding een beroep op het bestaan van een ouder merk te ontzeggen.
4.9. Het moet, in de lijn van het verweer dat Maetis Arbo heeft gevoerd, mogelijk worden geacht dat zij zonodig in een bodemprocedure de houder van het oudere merk in het geding zal roepen, teneinde op de voet van het bepaalde in artikel 14B aanhef en onder 1 BMW de nietigheid van het merk Metis in te roepen. Gelet op hetgeen hiervóór is vermeld, alsmede op artikel 3 lid 1 en 2 BMW, dient in dit kort geding ernstig rekening te worden gehouden met de mogelijkheid dat die actie doel zal treffen. Onder deze omstandigheden is, indien al zou moeten worden aangenomen dat het merk MÆTIS ARBO danwel het teken Mætis (voorzover de domeinnaam als merkgebruik dient te worden aangemerkt) met het merk METIS overeenstemt in de zin van artikel 13A lid 1 aanhef onder b, c of d BMW, geen plaats is voor een ordemaatregel die strekt tot een verbod aan Maetis Arbo tot het gebruik van het oudere merk MÆTIS ARBO danwel het teken MÆTIS als domeinnaam. Aldus kan in het midden blijven óf sprake is van overeenstemming in de zin van artikel 13A lid 1 BMW. Ook een positief antwoord op deze vraag kan immers, gelet op de hoogst onzekere positie die Metis in dat geval als merkhouder heeft ten opzichte van de houder van het oudere merk MÆTIS ARBO, niet tot toewijzing van enig onderdeel van de vordering leiden.
4.10. Het feit dat hiervóór is geoordeeld dat de handelsnamen METIS en MÆTIS ARBO in meer dan geringe mate van elkaar afwijken, impliceert dat hetzelfde geldt bij vergelijking van de handelsnaam METIS met het merk MÆTIS ARBO. De vordering die is gebaseerd op artikel 5a Handelsnaamwet kan derhalve geen doel kan treffen. Dit volgt overigens ook uit het feit dat blijkens het voorgaande geen plaats is voor toewijzing van enige vordering die op de BMW is gebaseerd.
Conclusie
4.11. Het voorgaande voert tot de voorlopige conclusie dat het Maetis Arbo vrijstaat gebruik te maken van de handelsnamen MÆTIS ARBO en MÆTIS BEHEER, alsmede van het merk MÆTIS ARBO en de domeinnaam maetis. De door Metis ingestelde vordering dient derhalve in alle onderdelen te worden afgewezen. In deze uitkomst van de procedure wordt aanleiding gevonden Metis, als de in het ongelijk gestelde partij, in de kosten van dit geding te veroordelen.
5. De beslissing
De president:
5.1. wijst de vordering af;
5.2. veroordeelt Metis in de kosten van dit geding, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Maetis Arbo begroot op ¦ 1.250,-- voor salaris van de advocaat en op ¦ 400,-- voor verschotten; verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A.M.E. van der Burg-van Geest, fungerend president, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 juni 2001.