ECLI:NL:RBUTR:2001:AB2286
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- D.A.C. Slump
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen vaststelling natuurgebiedsplan Zuid-West Utrecht niet-ontvankelijk verklaard
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 13 juni 2001 uitspraak gedaan over het beroep van eiser tegen de vaststelling van het natuurgebiedsplan Zuid-West Utrecht, deelgebied Hooge Land. Eiser, die een stuk grond met een agrarische bestemming binnen het natuurgebied bezit, stelde dat de vaststelling van het natuurgebiedsplan negatieve gevolgen zou hebben voor zijn gebruik en bestemming van de grond. De rechtbank oordeelde echter dat de begrenzing van het natuurgebied geen directe consequenties heeft voor de bestemming van de grond, waardoor het huidige gebruik kan worden voortgezet. Eiser kan bovendien vrijwillig kiezen om de grond als natuurgebied te beheren.
De rechtbank concludeerde dat er geen sprake is van een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat de vaststelling van het natuurgebiedsplan geen wijziging in de rechten of verplichtingen van eiser met zich meebrengt. Dit aspect, dat kenmerkend is voor een publiekrechtelijke rechtshandeling, ontbrak in deze zaak. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser dan ook niet-ontvankelijk.
Daarnaast oordeelde de rechtbank dat verweerder, de Gedeputeerde Staten van Utrecht, ten onrechte een beroepsclausule had opgenomen in de brief van 27 april 1999, waardoor eiser onterecht in een procedure was betrokken. De rechtbank gelastte verweerder om het door eiser betaalde griffierecht te vergoeden en veroordeelde verweerder in de kosten van eiser, die zijn begroot op f 1.420,=.