3.5. Vooropgesteld wordt - ter voldoening aan het bepaalde in artikel 37 BMW - dat de president van deze rechtbank bevoegd is tot kennisneming van de vorderingen, voor zover deze op het merkenrecht zijn gebaseerd, nu gedaagde in dit arrondissement woonachtig is.
3.6. Niet in geschil is dat domeinnamen slechts eenmaal worden uitgereikt, te weten aan degene die de domeinnaam het eerst doet registreren (en haar rechtsopvolgers). Deze persoon is daarmee in beginsel de rechthebbende op de domeinnaam geworden. Dit lijdt echter uitzondering, indien in rechte wordt geoordeeld dat door de registratie inbreuk wordt gemaakt op de merkrechten en/of handelsnaamrechten van een andere partij, danwel anderszins geoordeeld moet worden dat sprake is van onrechtmatig handelen door de eerst-registrerende partij.
3.7. Naar het oordeel van de president bezit het merk van Via Milia voldoende onderscheidend vermogen om voor merkenrechtelijke bescherming in aanmerking te komen. De combinatie van een wèl (VIA) en een niet bestaand Nederlands woord (MILIA) is voldoende om het publiek in staat te achten de diensten van Via Milia te onderscheiden van anderen.
3.8. Het overeenstemmende bestanddeel tussen het merk van Via Milia en het door gedaagde gebruikte teken vormt het woord "MILIA". Onder het merk respectievelijk het teken worden naar het oordeel van de president - anders dan gedaagde heeft gesteld - soortgelijke diensten aangeboden. Beide partijen houden zich in hoofdzaak bezig met het zogenaamde "webdesign" (het ontwerpen van een website). Weliswaar biedt Via Milia onder haar woordmerk ook nog andere diensten aan (zoals het verzorgen van trainingen en advisering op het gebied van de presentatie van een onderneming op het internet), maar deze diensten hangen zo sterk samen met het ontwerpen van een website dat het publiek deze diensten en de diensten die door gedaagde worden aangeboden, zullen rekenen tot dezelfde categorie.
3.9. Vervolgens dient beoordeeld te worden of de mogelijkheid bestaat dat bij iemand die met het teken MILIA wordt geconfronteerd, associaties met het merk VIA MILIA worden gewekt, dit laatste overeenkomstig de wijze waarop dit criterium nader is uitgewerkt door het Hof van Justitie van de EG inzake Puma/Sabèl (arrest van 11 november 1997, NJ 1998,523).
3.10. Ten eerste is in deze van belang dat het publiek dat het merk dan wel het teken in een internet-browser invoert als domeinnaam (respectievelijk www.viamilia.com en www.milia.nl), geconfronteerd wordt met beginpagina’s die wezenlijk van elkaar verschillen. Niet alleen blijkt uit deze pagina’s heel duidelijk dat de bedrijfsactiviteiten van gedaagde zich beperken tot het vormgevende aspect van het presenteren van een bedrijf op het internet, terwijl dit aspect van de bedrijfsactiviteiten van Via Milia slechts een onderdeel vormt. Tevens is het teken MILIA op de beginpagina van de website van gedaagde expliciet gekoppeld aan het woord BROEKMAN, zodat het potentiële klanten in één oogopslag duidelijk is dan wel zou moeten zijn dat zij op een website zijn beland van een andere onderneming dan die van Via Milia. Aan de door Via Milia overgelegde brief van een cliënt van Via Milia (de heer Van Aspert) komt in dit verband onvoldoende gewicht toe, aangezien de in deze brief beschreven verwarring - door het ontbreken van soortgelijke verklaringen van derden - als een incident moet worden beschouwd.
3.11. Voorts is in deze van belang dat het in aanmerking komende publiek bestaat uit personen die in het kader van hun bedrijfsvoering op zoek zijn naar een onderneming die zijn/haar bedrijf op het internet kan presenteren. Van dergelijke personen mag men in ieder geval verwachten dat zij bij het vergaren van informatie via het internet over dergelijke ondernemingen oplettender zijn dan het gemiddelde publiek dat van het internet gebruik maakt.
3.12. Uit het voorgaande leidt de president af dat van verwarringgevaar in het onderhavige geval onvoldoende is gebleken. Dit betekent dat de onder 3.4 weergegeven stelling wordt afgewezen.
3.13. Voorts heeft Via Milia betoogd dat gedaagde door het gebruik van de domeinnaam "milia.nl" (en het registreren van de domeinnamen "i-milia.nl", "imilia.nl" en "e-milia.nl") inbreuk maakt op het recht van Via Milia op de handelsnaam "VIA MILIA".
3.14. Nu - zoals hier reeds is overwogen - niet gebleken is dat er in het onderhavige geval sprake is van verwarringgevaar, dient ook deze stelling te worden afgewezen.
3.15. De vorderingen zullen worden afgewezen.
3.16. Via Milia zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de kosten van dit geding worden veroordeeld.