ECLI:NL:RBUTR:2001:AD4878
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.J.A. Meertens-Zeeman
- A.C. Schroten
- M. Stolwerk
- Rechtspraak.nl
Vonnis van de Rechtbank Utrecht inzake ontuchtige handelingen met minderjarigen
Op 25 oktober 2001 heeft de Rechtbank Utrecht een vonnis gewezen in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ontuchtige handelingen met twee minderjarige adoptiedochters. De zaak kwam voor de rechtbank na een onderzoek op de terechtzitting van 11 oktober 2001. De tenlastelegging was opgenomen in de dagvaarding, waarvan een kopie als bijlage aan het vonnis was gehecht. De raadsman van de verdachte, mr. F.J.A. Bus, voerde aan dat de officier van justitie niet ontvankelijk verklaard moest worden vanwege onvolkomenheden in de verklaring van de aangeefster. Dit verweer werd door de rechtbank verworpen, omdat de verklaring van de aangeefster correct was weergegeven en zij deze had ondertekend. De rechtbank oordeelde dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging van de feiten.
De rechtbank achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten had gepleegd. De bewezenverklaring betrof onder andere het hebben van ontuchtige handelingen met een vrouw die de leeftijd van twaalf, maar nog niet die van zestien jaren had bereikt. De rechtbank overwoog dat de verdachte gedurende een lange periode ernstige ontuchtige handelingen had gepleegd, wat de basisveiligheid van de kinderen had aangetast. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze waren begaan, evenals met de persoon van de verdachte, die niet eerder voor soortgelijke feiten in aanraking was gekomen.
De rechtbank legde een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee jaar op. Daarnaast werden de vorderingen van de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard, met de bepaling dat deze alleen bij de burgerlijke rechter konden worden ingediend. De rechtbank besloot ook dat de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis had doorgebracht, in mindering zou worden gebracht op de opgelegde gevangenisstraf. Het vonnis werd uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank, bijgestaan door de griffier.