ECLI:NL:RBUTR:2001:AD5420
Rechtbank Utrecht
- Kort geding
- H.J. Schepen
- Rechtspraak.nl
Ontruiming van gekraakte woning te Soest
In deze zaak heeft eiseres, eigenaresse van een woning aan de Korte Brinkweg 47A te Soest, gedaagden in kort geding gedagvaard om de woning te ontruimen. De gedaagden, die de woning op of omstreeks 28 augustus 2001 hebben gekraakt, zijn in de dagvaarding aangeduid als 'de personen die verblijven in het onroerend goed'. Tijdens de zitting op 31 oktober 2001 heeft eiseres haar vordering toegelicht, terwijl gedaagde sub 1, vertegenwoordigd door procureur mr. E.Th. Hummels, verweer heeft gevoerd. Gedaagden sub 2 zijn niet verschenen, waardoor verstek werd verleend.
De president heeft vastgesteld dat gedaagden zonder recht of titel in de woning verblijven, wat in beginsel aanleiding geeft om de vordering tot ontruiming toe te wijzen. Echter, eiseres heeft onvoldoende spoedeisend belang aangetoond voor haar vordering, aangezien zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat een terugkeer naar de woning op korte termijn te verwachten is. De president concludeert dat er geen reden is om de ontruiming te bevelen, en wijst de vordering af.
Eiseres wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van het geding, die aan gedaagde sub 1 moeten worden vergoed. De kosten zijn begroot op f. 1.550,-- voor het salaris van de procureur en f. 427,-- voor verschotten. De president heeft bepaald dat deze kosten door eiseres aan de griffier van de rechtbank moeten worden betaald, en verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.