2.
De feiten
2.1
BWN exploiteert een tankstation op de locatie Golf van Biskaje 5 te Woerden.
2.2
In een brief van 1 mei 2000 schrijft de directeur van de milieudienst Noord West Utrecht BWN onder meer het volgende.
Op 4 april 2000 is uw tankstation (type B) op de Golf van Biscaje 4 in Woerden bezocht (…) in het kader van het regionale handhavingsproject "tankstations".
Met ingang van 1 juli 1999 moeten alle tankstations in Nederland aan het Besluit tankstations (…) milieubeheer voldoen. (…)
Geconstateerd is dat uw tankstation niet (voldoende) is aangepast en nog niet in werking is conform het Besluit. Ingevolge het regionale project is afgesproken dat tegen tankstations die niet (voldoende) zijn aangepast direct een dwangsomprocedure zal worden opgestart. (…)
Constatering van de overtredingen:
1. De maatvoering van de vloeistofdichte verharding klopt niet. (…)
Voornemen opleggen dwangsom
Omdat u hiermee de wettelijke voorschriften overtreedt ben ik, (…) voornemens Boot West Nederland B.V. (…) (een) last(en) onder dwangsom op te leggen. (…)
2.2
Burgemeester en wethouders van Woerden hebben bij beschikking van 9 juni 2000 (op die dag ook aan BWN verzonden) BWN, met toepassing van artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), lasten onder dwangsom opgelegd. De beschikking houdt onder meer het volgende in:
Mandaat
(…)
Wetgeving
(…)
Constateren overtreding
(…)
Brief voornemen opleggen last onder dwangsom
In mijn brief van 1 (verz.2) mei 2000 zijn u de resultaten van de controle alsmede het voornemen tot het aan u opleggen van lasten onder dwangsom medegedeeld.
(…)
Dwangsombesluit
Gezien het voorgaande leg ik u de volgende lasten onder dwangsom ex artikel 5:32 Awb op, nu het belang van de bescherming van het milieu zich daar niet tegen verzet.
U dient:
1. er zorg voor te dragen dat de maatvoering van de vloeistofdichte verharding wordt aangepast dan wel dat de slang(en) worden ingekort (bijlage I, voorschrift 1.1);
2. (…);
3. (…);
4. (…).
Indien u hieraan geen gehoor geeft, verbeurt u de volgende dwangsommen:
last onder 1. f 2.500,-- per dag met een maximum van f 77.500,--
last onder 2. f 2.500,-- per dag met een maximum van f 77.500,--
last onder 3. f 500,-- per dag (…)
last onder 4. f 500,-- per dag (…)
Belangenafweging
(…)
Begunstigingstermijn
U krijgt op grond van artikel 5:32, vijfde lid Awb uiterlijk tot 3 maanden na het verzenden van dit besluit de tijd betrokken overtredingen ongedaan te maken.
Gedurende deze termijn is voor deze overtredingen geen dwangsom verschuldigd.
De begunstigingstermijn vangt aan één dag na toezending of uitreiking van deze beschikking.
Invordering
(…)
Overige aandachtspunten
(…)
Bezwaar en voorlopige voorziening
U en andere belanghebbende kunnen binnen zes weken na de dag, na die waarop deze beschikking is verzonden, schriftelijk bezwaren tegen deze dwangsombeschikking indienen.
(…)
BWN heeft geen bezwaar ingediend tegen de dwangsombeschikking.
2.4
Op 24 augustus 2000 heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen twee vertegenwoordigers van BWN en de heer Teune van de milieudienst.
2.5
Bij brief van 21 september 2000 aan BWN schrijft de directeur van de milieudienst onder meer:
(…)
Op grond van deze last diende u:
1. er voor zorg te dragen dat de maatvoering van de vloeistof verharding (…) wordt aangepast (…)
De heer Teune, milieu-inspecteur tevens toezichthouder krachtens de Wet milieubeheer heeft (…) op 12 september 2000 geconstateerd dat nog niet aan het (…) gestelde onder 1 (…) werd voldaan. (…)
2.6
Bij brief van 9 november 2000 aan BWN schrijft de directeur van de milieudienst onder meer:
(…)
Bij tussentijdse controle op 3 oktober jl. werd geconstateerd dat de vloeistofdichte verharding aan de achterzijde van de afleverpompen nog steeds ontbrak (…)
Bij hercontrole op 19 oktober jl. bleek dat de vloeistofdichte verharding aan de achterzijde was gerepareerd doch dat de vloeistofdichte "1-meter-strook" aan de achterzijde nog steeds ontbrak.
Uit telefonische informatie door mijn dienst op 7 november jl. bij het KIWA-gecertificeerde bedrijf (…) bleek (…) dat dit bedrijf de bestaande vloer tussen 2 en 4 oktober jl. heeft gelift en deze op 4 oktober jl. weer vloeistofdicht heeft afgekit.
Op 20 oktober jl. heeft dit bedrijf door het storten van 2 m3 beton aan de achterzijde van het station de vereiste vloeistofdichte verharding aangebracht. (…)
2.7
Burgemeester en wethouders van de Gemeente hebben op 1 februari 2001 een dwangbevel uitgevaardigd onder meer inhoudende:
Dwangbevel
IN NAAM DER KONINGIN
Het college van burgemeester en wethouders (…), overwegende dat:
· (…)
· op 12 september 2000 namens het college door de Milieudienst Noord-West Utrecht (hierna: RMD) hercontrole op de naleving van de in de beschikking genoemde lasten is uitgevoerd, waarbij bleek dat inmiddels aan alle lasten, uitgezonderd last nr. 1, werd voldaan.
· (…)
· op 3 en 19 oktober 2000 wederom controles op de naleving van last nr. 1 zijn uitgevoerd. Op beide data bleek daaraan nog steeds niet was voldaan. Zulks terwijl op 8 oktober 2000 de termijn van 31 dagen was verstreken, waarbinnen het maximaal te verbeuren dwangsombedrag inzake overtreding van last nr. 1 (i.c. f 77.500,--) was bereikt. BESLUITEN
· tegen Boot West Nederland B.V., (…) dit dwangbevel uit te vaardigen tot invordering van de bij brief van 9 november 2000 meegedeelde verbeurde dwangsommen ad f 77.500,= vermeerderd met de incassokosten van dit dwangbevel inclusief BTW van het verschuldigde bedrag met een minimum van f 50,= alsmede de wettelijke rente vanaf 25 november 2000.
Het dwangbevel is op 6 februari 2001 BWN betekend.
3.
De vordering en het verweer
3.1
BWN vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
· het verzet tegen het dwangbevel gegrond zal verklaren;
· het dwangbevel zal vernietigen;
· subsidiair: het dwangbevel gedeeltelijk zal vernietigen, in dier voege dat zal worden bepaald dat door BWN slechts dwangsommen zijn verbeurd, respectievelijk door de Gemeente dwangsommen kunnen worden verbeurd tot een door de rechtbank te bepalen bedrag;
· de Gemeente zal veroordelen in de kosten.
3.2
Zij voert daartoe, kort samengevat, het volgende aan:
a. BWN heeft er blijk van gegeven gevolg te zullen geven aan de haar opgelegde lasten;
b. BWN valt geen verwijt te maken van de overschrijding van de begunstigingstermijn;
c. BWN heeft tijdig gemeld dat de eerder gemaakte planning niet werd gehaald;
d. door de betreffende milieudienst is begrijpend gereageerd, waaraan BWN het vertrouwen ontleende dat de overschrijding geen aanleiding zou zijn over te gaan tot het incasseren van formeel verbeurde dwangsommen;
e. het was de Gemeente duidelijk dat BWN royaal uitvoering wilde geven aan de haar opgelegde verplichtingen;
f. er wordt misbruik gemaakt van de bevoegdheid een last onder dwangsom op te leggen en een verbeurde dwangsom te incasseren, nu aan de lasten reeds uitvoering was gegeven;
g.het incasseren van dwangsommen in de gegeven situatie geen redelijk doel dient, althans niet gerechtvaardigd wordt door enerzijds het ontbreken van enig verwijt aan de zijde van BWN en anderzijds het nadeel dat aan haar zijde verbonden is aan het incasseren;
h. er is sprake van een wanverhouding tussen enerzijds een niet tot nadeel aan de zijde van de gemeente leidend verzuim van BWN ten opzichte van een nadeel waarin BWN wordt getroffen.
Naar de rechtbank uit de subsidiaire vordering begrijpt, vraagt BWN tevens matiging van het bedrag van verbeurde dwangsommen.
3.3
De Gemeente heeft het verzet gemotiveerd weersproken en geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het verzet met veroordeling van BWN in de kosten van de verzetprocedure die van het dwangbevel daaronder begrepen.