ECLI:NL:RBUTR:2002:AD8235
Rechtbank Utrecht
- Kort geding
- W.H.B. den Hartog Jager
- Rechtspraak.nl
Vordering tot verbod van collectieve actie door FNV Bondgenoten tegen ANTON SCHLECKER B.V.
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Utrecht op 14 januari 2002 uitspraak gedaan in een kort geding tussen ANTON SCHLECKER B.V. en de vereniging FNV Bondgenoten. Eiseres, ANTON SCHLECKER B.V., vorderde een verbod op het laten plaatsvinden van een staking of enige andere collectieve actie door FNV Bondgenoten, op straffe van een dwangsom. Dit volgde op een eerder vonnis van de kantonrechter te Tiel, waarin werd vastgesteld dat ANTON SCHLECKER B.V. als werkgever moet worden beschouwd onder de bepalingen van de CAO voor het Levensmiddelenbedrijf. FNV Bondgenoten had opgeroepen tot een actie ter ondersteuning van de uitvoering van dit vonnis, wat ANTON SCHLECKER B.V. als onrechtmatig beschouwde.
De voorzieningenrechter heeft de vordering van ANTON SCHLECKER B.V. afgewezen. De rechter oordeelde dat het pamflet van FNV Bondgenoten niet kan worden opgevat als een oproep tot staking of werkonderbreking, aangezien de woorden die normaal gesproken in een dergelijke oproep worden gebruikt, ontbraken. De rechter erkende echter dat het pamflet wel degelijk een oproep tot collectieve actie bevatte, maar oordeelde dat deze oproep niet onrechtmatig was. De voorzieningenrechter benadrukte dat FNV Bondgenoten het recht heeft om actie te ondernemen ter ondersteuning van haar leden en dat de belangen van de werknemers in dit geval zwaarder wogen dan de belangen van ANTON SCHLECKER B.V.
De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen onevenredigheid bestond tussen de actie en de belangen van ANTON SCHLECKER B.V. en dat de vordering van ANTON SCHLECKER B.V. om de actie te verbieden, niet kon worden toegewezen. De kosten van de procedure werden aan ANTON SCHLECKER B.V. opgelegd.