ECLI:NL:RBUTR:2002:AD8835
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Meertens-Zeeman
- Rechtspraak.nl
Beslissing over klaagschrift inzake inbeslagname van dieren
Op 4 februari 2002 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in een zaak betreffende een klaagschrift op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door Stichting Hof van E. De rechtbank heeft het klaagschrift behandeld in een openbare zitting op 21 januari 2002, waarbij de officier van justitie en de gevolmachtigde raadsvrouwe van de klaagster, mr. C.H. Dijkstra, aanwezig waren. De zaak betreft de inbeslagname van 23 runderen, 23 schapen/geiten, 20 varkens en 208 stuks pluimvee, die op 18 december 2001 in beslag zijn genomen wegens verdenking van overtredingen van de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren en de Verordening Identificatie en Registratie van dieren.
De officier van justitie heeft aangegeven voornemens te zijn om ter terechtzitting de verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer van de inbeslaggenomen dieren te vorderen. De rechtbank overweegt dat het niet onwaarschijnlijk is dat een strafrechter later zal besluiten tot verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer van de dieren, waardoor het belang van de strafvordering zich verzet tegen teruggave aan de klaagster. De rechtbank heeft het klaagschrift ongegrond verklaard, waarbij zij heeft overwogen dat de inbeslagname en het voortduren daarvan niet in strijd zijn met de beginselen van proportionaliteit of subsidiariteit.
De rechtbank heeft ook rekening gehouden met eerdere veroordelingen van de klaagster en de waarschuwingen van het bevoegd gezag en dierenartsen. De officier van justitie heeft bovendien op basis van strikte vervoersregelgeving de opdracht gegeven tot vernietiging van de varkens. De beschikking is gewezen door mr. M. Meertens-Zeeman, in tegenwoordigheid van mr. Bootsma als griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting van de enkelvoudige raadkamer.