ECLI:NL:RBUTR:2002:AD9248
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- V.M.M. van Amstel
- J.D. Koteris
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om nadeelcompensatie na verlening bouwvergunning
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 7 februari 2002 uitspraak gedaan in het geschil tussen eisers, A en B, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort. De zaak betreft een verzoek om nadeelcompensatie dat door de eisers was ingediend naar aanleiding van de verlening van een bouwvergunning voor woningen aan de [Z]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de woningen van eisers zijn gebouwd met gebruikmaking van een bouwvergunning die was verleend op basis van artikel 44 van de Woningwet. Dit artikel staat geen belangenafweging toe bij de beoordeling van een bouwaanvraag, wat betekent dat de afgifte van de bouwvergunning op zichzelf geen aanleiding geeft voor nadeelcompensatie.
Eisers hebben hun verzoek om nadeelcompensatie ingediend omdat zij van mening zijn dat de bouw van de nabijgelegen woningen hun privacy ernstig aantast. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de afwijzing van het verzoek om compensatie terecht was, omdat de bouwvergunning onherroepelijk was geworden en er geen grond was voor een belangenafweging. De rechtbank heeft ook overwogen dat de schade die eisers stellen te lijden, voortkomt uit de verlening van de bouwvergunning, en dat zij niet konden vertrouwen op de verkoopbrochure van de projectontwikkelaar.
De rechtbank heeft het beroep van eisers ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien om de gemeente in de proceskosten te veroordelen. De uitspraak benadrukt het belang van de rechtszekerheid bij de verlening van bouwvergunningen en de beperkingen van de mogelijkheid tot nadeelcompensatie in gevallen waar de vergunning op basis van een limitatief-imperatief systeem is verleend.