ECLI:NL:RBUTR:2002:AE1313
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.H. Geertsema
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van luchtvrachtkosten na opdracht tot inklaring en aflevering van goederen
In deze zaak heeft de besloten vennootschap Danzas Internationale Transporten BV (hierna: Danzas) een vordering ingesteld tegen Coro Beheer BV (hierna: Coro) voor de betaling van luchtvrachtkosten. De vordering betreft een bedrag van f.4.422,31, inclusief buitengerechtelijke kosten en rente. De achtergrond van het geschil ligt in een opdracht die Coro op 12 april 1999 aan Danzas heeft gegeven voor het inklaren en afleveren van een zending van 3000 T-shirts, afkomstig uit Bangladesh. De goederen dienden te worden afgeleverd bij Digit BV te Baarn.
Danzas heeft de luchtvrachtkosten eerst bij Digit en vervolgens bij Coro gevorderd. Coro heeft verweer gevoerd en betwist dat zij de luchtvrachtkosten dient te betalen. Coro stelt dat de goederen aanvankelijk per schip zouden worden vervoerd onder de condities C+F, waarbij de kosten voor rekening van de verkoper komen. Echter, de kantonrechter overweegt dat de documenten die betrekking hebben op het luchttransport de clausule FOB vermelden, wat betekent dat de kosten vanaf de plaats van inlading voor rekening van de koper zijn.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat Coro als opdrachtgever in beginsel gehouden is de vrachtkosten te voldoen, tenzij anders is overeengekomen. De door Coro overgelegde stukken zijn niet doorslaggevend, aangezien de voorwaarden voor het luchttransport de kosten voor rekening van Coro stellen. De rechter heeft geoordeeld dat Danzas voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij redelijke kosten heeft gemaakt om betaling van haar vordering te verkrijgen, en heeft de vordering van Danzas toegewezen. Coro is veroordeeld tot betaling van € 2.006,76 aan Danzas, met wettelijke rente en proceskosten.