ECLI:NL:RBUTR:2002:AE1350
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.H. Geertsema
- Rechtspraak.nl
Vordering tot vaststelling arbeidsovereenkomst en betaling achterstallig salaris tussen werknemer en Specsavers
In deze zaak vordert eiser, [eiser], een verklaring voor recht dat er een arbeidsovereenkomst bestaat met Specsavers, ingaande op 1 september 2000, en dat de proeftijd reeds eerder is ingegaan. Eiser stelt dat hij al vanaf april 2000 werkzaamheden heeft verricht voor Specsavers, eerst als winkeldirecteur in Leiden en later als retailmanager in Amersfoort. Specsavers heeft de arbeidsovereenkomst op 25 oktober 2000 beëindigd, waarna eiser zich ziek meldde. Eiser vordert daarnaast betaling van achterstallig salaris en vakantiegeld, en stelt dat het ontslag nietig is.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er op 1 september 2000 een arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen, maar dat de proeftijd rechtsgeldig was overeengekomen. De rechter oordeelt dat de werkzaamheden die eiser voor en na 1 september 2000 heeft verricht, verschillend van aard waren, waardoor de proeftijd geldig is. De vorderingen van eiser tot vaststelling van de arbeidsovereenkomst en betaling van achterstallig salaris worden afgewezen, maar de vordering tot betaling van vakantiegeld en niet genoten vakantiedagen wordt toegewezen voor de periode van 1 september 2000 tot 30 oktober 2000. Eiser wordt veroordeeld in de kosten van de procedure.
De zaak wordt verwezen naar de rolzitting om eiser in de gelegenheid te stellen zijn vordering betreffende vakantiegeld en niet genoten vakantiedagen te concretiseren, waarna Specsavers daarop mag reageren. De beslissing is genomen door kantonrechter mr. J.H. Geertsema en is openbaar uitgesproken op 20 maart 2002.