ECLI:NL:RBUTR:2002:AE1354
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- E.P. van Unen
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst op basis van bedrijfseconomische redenen
In deze zaak heeft de besloten vennootschap ONS NEDERLANDSE SOFTWARE BEDRIJF B.V. (hierna: De Werkgever) op 15 februari 2002 een verzoekschrift ingediend bij de kantonrechter te Utrecht om de arbeidsovereenkomst met de werknemer (hierna: De Werknemer) te ontbinden. De Werknemer, geboren op 26 juli 1965, was sinds 1 januari 2001 in dienst bij De Werkgever en ontving een brutoloon van € 1.552,50 per maand exclusief vakantiebijslag. De Werkgever stelde dat er gewichtige redenen waren voor de ontbinding, namelijk bedrijfseconomische omstandigheden die leidden tot een verwachte inkrimping van het personeelsbestand. De Werkgever voerde aan dat de resultaten van 2001 sterk achterbleven bij de prognoses en dat er geen passende alternatieve werkzaamheden beschikbaar waren voor De Werknemer.
De Werknemer heeft gemotiveerd verweer gevoerd en betwist dat de aangevoerde bedrijfseconomische redenen daadwerkelijk aanwezig waren. Hij stelde dat de producties die De Werkgever ter onderbouwing van haar verzoek had ingediend, te laat waren ontvangen, waardoor hij niet voldoende gelegenheid had om hierop te reageren. De kantonrechter heeft in zijn overwegingen gewezen op artikel 19 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat bepaalt dat de beslissing van de kantonrechter niet ten nadele van De Werknemer kan worden gebaseerd op producties die te laat zijn ingediend. Aangezien De Werkgever haar verzoek niet op andere bescheiden had gebaseerd dan de laattijdig ingediende producties, heeft de kantonrechter het verzoek afgewezen.
De kantonrechter heeft De Werkgever, als in het ongelijk gestelde partij, veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van De Werknemer, die tot de uitspraak van deze beschikking zijn begroot op € 700,-- aan salaris voor de gemachtigde. Deze beschikking is gegeven door mr. E.P. van Unen, kantonrechter te Utrecht, en is op 25 maart 2002 in het openbaar uitgesproken.