ECLI:NL:RBUTR:2002:AE7119

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
3 september 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
148744/KG ZA 02-761/WV
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • G.A.M.E. van der Burg - van Geest
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot verbod gebruik skyboxen en business-seats door Special Projects

In deze zaak, die op 3 september 2002 door de Rechtbank Utrecht werd behandeld, stonden FC Utrecht c.s. (Stadion Galgenwaard N.V. en Stichting FC Utrecht) tegenover Kantoor Supplier Special Projects B.V. (voorheen Rever Special Projects B.V.) in een kort geding. De eisers vorderden onder meer een verbod voor Special Projects om gebruik te maken van de aan hen ter beschikking gestelde skyboxen en business-seats, alsook betaling van een bedrag van € 64.598,39 en een bedrag van f. 535.500,--. De rechtbank oordeelde dat Special Projects in strijd had gehandeld met de skybox- en business-seatsovereenkomsten door deze aan derden ter beschikking te stellen zonder toestemming van FC Utrecht. De rechtbank wees de vordering tot verbod van gebruik van de skyboxen af, omdat niet voldoende duidelijk was of de ontbinding van de overeenkomsten rechtsgeldig was. Echter, de vordering tot betaling van de achterstallige facturen werd toegewezen, omdat Special Projects niet had betwist dat deze facturen onbetaald waren gebleven. De rechtbank oordeelde dat FC Utrecht c.s. in de kosten van het geding moesten worden veroordeeld, omdat zij in overwegende mate in het ongelijk waren gesteld. In reconventie werden vorderingen van FC Utrecht c.s. tot het maken van afspraken en het verstrekken van bescheiden afgewezen, maar werd hen wel een verbod opgelegd om goederen en diensten bij derden te bestellen indien deze door Special Projects konden worden geleverd. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor de stelling dat FC Utrecht c.s. toestemming hadden gegeven voor het gebruik van de skyboxen door derden, en dat de exclusiviteitsbepalingen in de overeenkomst niet waren nageleefd.

Uitspraak

Nr. 148744/KG ZA 02-761/WV
RECHTBANK UTRECHT
Sector Handels- en Familierecht
VONNIS van de voorzieningenrechter
in kort geding in de zaak van:
1. de naamloze vennootschap
Stadion Galgenwaard N.V.,
2. de stichting
Stichting FC Utrecht,
beide gevestigd en kantoorhoudende te Utrecht,
e i s e r e s s e n in conventie,
g e d a a g d e n in reconventie,
procureur: mr. H.C.E. de Vries,
advocaat : mr. B.J.M van Meer te Arnhem,
t e g e n
de besloten vennootschap
met be-perkte aansprakelijkheid
Kantoor Supplier Special Projects B.V.,
voorheen handelende onder de naam Rever Special Projects B.V.,
gevestigd te Utrecht,
kantoorhoudende te IJsselstein,
g e d a a g d e in conventie,
e i s e r e s in reconventie,
procureur: mr. B.F. Keulen,
advocaat : mr. E.D. Drok te Delft,
e n t e g e n
mr. L.P. Kruidenier
in zijn hoedanigheid van curator van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Kantoor Supplier Utrecht B.V.,
wonende te Utrecht,
g e v o e g d e p a r t ij aan de zijde van gedaagde,
procureur: mr. R.M. Vermaire.
1. Het verloop van het geding
1.1. Eiseressen in conventie/ gedaagden in reconventie, hierna afzonderlijk te noemen: Stadion Galgenwaard en FC Utrecht en gezamenlijk aan te duiden als FC Utrecht c.s., hebben gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie, verder te noemen: Special Projects, in kort geding doen dagvaarden. Op de dienen-de dag, 20 augustus 2002, heeft mr. L.P Kruidenier, verder te noemen: de curator, bij incidentele conclusie tot voeging verzocht als gevoegde partij aan de zijde van Special Projects te worden toegelaten.
FC Utrecht c.s. en Special Projects hebben geen bezwaar gemaakt tegen de verzochte voeging. Het verzoek is vervolgens door de voorzieningenrechter toegewezen.
1.2. FC Utrecht c.s. hebben vervolgens van eis geconcludeerd overeenkomstig de inhoud van het exploot van dagvaarding, waarvan een fotokopie aan dit vonnis is gehecht. Zij hebben hun vordering bij monde van hun advocaat doen toelichten mede aan de hand van een overgelegde pleitnotitie en overgelegde producties.
1.3. Special Projects heeft bij monde van haar advo-caat verweer doen voeren mede aan de hand van overgelegde pleitno-tities en overge-legde producties. Bij die gelegenheid heeft Special Projects een eis in reconventie ingesteld die luidt zoals weergegeven in de aangehechte pagina's van de pleitnotitie van de raadsman van Special Projects.
1.4. De curator heeft het door Special Projects gevoerde verweer ten aanzien van de vordering tot het verbieden van Special Projects om gebruik te maken van de skyboxen bij monde van haar procureur ondersteund mede aan de hand van overgelegde pleitaantekeningen en producties.
1.5. Daarop hebben FC Utrecht c.s. mede aan de hand van een overgelegde pleitnotitie verweer gevoerd tegen de reconventionele vordering.
1.6. Na voortgezet debat, waarbij ook enige inlichtingen zijn verschaft door G.F. Bloemink (directeur van FC Utrecht) en door M. Verwoert (voormalig directeur van Special Projects), hebben partijen vonnis gevraagd.
2. De vaststaande feiten
in conventie en reconventie:
2.1. Op 1 juni 2001 hebben Rever Special Projects B.V., de naam waaronder Special Projects in het verleden heeft gehandeld, en Rever Kantoor- en Communicatie B.V., thans genaamd Kantoor Supplier Utrecht B.V. (een werkmaatschappij van Special Projects) een huurovereenkomst gesloten met betrekking tot de onder 2.3 bedoelde skyboxen.
2.2. In december 2001 hebben Special Projects en FC Utrecht c.s. een foundersovereenkomst gesloten die - voor zover relevant - luidt als volgt:
" (…) 3.2. Gebruiksrechten
3.2.1. Founder heeft het recht de Skybox gedurende de periode van 1 juli 2001 tot 1 juli 2011 te gebruiken, conform het bepaalde in de Skyboxovereenkomst welke als bijlage 1 aan deze overeenkomst is gehecht. (..)
3.2.3. Galgenwaard N.V. verplicht zich om gedurende de looptijd van de Skyboxovereenkomst aan Founder 12 parkeerplaatsen ter beschikking te stellen, waarvan 2 op het dichtstbijzijnde parkeerterrein.
(..)
3.3. Andere rechten
3.3.1. Founder heeft een voorkeursrecht tot reclamemogelijkheden in het Stadion. (..)
3.3.6. Founder heeft branche-exclusiviteit met betrekking tot het leveren van producten en diensten van de gezamenlijke Rever-bedrijven. Eén en ander in overeenstemming van opdrachten c.q. leveringen uit het verleden. Deze branche-exclusiviteit geldt ook voor reclame en sponsoring.
(..)
4 Verplichting van Founder
4.1. Founder stelt producten en diensten ter beschikking aan Galgenwaard N.V., ter hoogte van een bedrag van NLG 2.100.000,-- (tweemiljoenhonderd-duizend gulden) exclusief BTW. Dit bedrag zal telkens door middel van wederzijdse facturen verrekend en geadministreerd worden. (..)"
2.3. In december 2001 hebben FC Utrecht en Special Projects twee vrijwel gelijkluidende skyboxovereenkomsten gesloten met betrekking tot de skyboxen in het stadion Galgenwaard met nummers 4.06 en 4.07. Deze overeenkomsten luiden - voor zover relevant - als volgt:
"(..)
2.3 De Skybox is uitsluitend bestemd om te worden gebruikt als (a) vergader- en/ of kantoorruimte en/of (b) als ruimte om tijdens Thuiswedstrijden en Evenementen (zaken)relaties van de Gebruiker te kunnen onthalen, een en ander overeenkomstig de voorwaarden van de Overeenkomst.
(..)
3.1 De Skybox wordt door FC Utrecht aan de Gebruiker ter beschikking gesteld gedurende de looptijd van de founderovereenkomst, ingaande op 1 juli 2001 en eindigende op 30 juni 2011.
(..)
6.1 De vergoeding voor de ter beschikkingstelling van de Skybox bedraagt
EUR 61260,33 (zegge: eenenzestigduizendtweehonderdzestig Euro en drieëndertig Eurocent) per jaar.
(..)
7.1 De in Artikel 6 genoemde vergoeding is exclusief servicekosten voor het Basispakket. De Gebruiker is aan servicekosten voor het Basispakket aan FC Utrecht maandelijks een bedrag van EUR 255,25 (zegge: tweehonderdvijfen-vijftig Euro en vijfentwintig Eurocent), zijnde 1/12 deel van 5% van de in Artikel 6.1 genoemde vergoeding, verschuldigd.
(..)
9.3 Iedere vorm van korting, opschorting of inhouding met een vordering die de Gebruiker meent op FC Utrecht te hebben of te zullen krijgen, is uitgesloten. Verrekening door de Gebruiker is slechts toegestaan indien FC Utrecht de vordering van de Gebruiker schriftelijk heeft erkend.
(..)
10.1 De Gebruiker dient de Skybox gedurende de gehele duur van de Overeenkomst daadwerkelijk, behoorlijk en zelf te gebruiken uitsluitend overeenkomstig de in Artikel 2 lid 3 onder (a) en (b) aangegeven bestemmingen.
(..)
21.1 Van deze Overeenkomst maken deel uit de Algemene Bepalingen.
(..)"
2.4. Op 3 december 2001 hebben FC Utrecht en Special Projects een business-seatovereenkomst gesloten die - voor zover relevant - luidt als volgt:
"(..)
2.1 Het Stadion stelt aan de Gebruiker ter beschikking, gelijk de Gebruiker dit aanbod aanvaardt, 16 Business seats, zijnde zitplaatsen op de noordtribune, rij 25 t/m 28 met stoelnummers 33 t/m 36, gelegen in het stadion Galgenwaard te Utrecht (bijlage III), een en ander onverminderd het bepaalde in artikel 4, alsmede een gelijk aantal Seizoenkaarten.
(..)
6.1 De vergoeding voor de ter beschikkingstelling van de Business seats bedraagt EUR 44.016,68 (zegge: vierenveertigduizendzestien Euro en achtenzestig Eurocent) per jaar.
(..)
8.3 Iedere vorm van korting, opschorting of inhouding met een vordering die de Gebruiker meent op FC Utrecht te hebben of te zullen krijgen, is uitgesloten. Verrekening door de Gebruiker is slechts toegestaan indien FC Utrecht de vordering van de Gebruiker schriftelijk heeft erkend.
(..)
17.1 Van deze Overeenkomst maken deel uit de Algemene Bepalingen."
2.5. De onder 2.3 en 2.4 bedoelde Algemene Bepalingen luiden - voor zover relevant - als volgt:
"(..)
8. Verbod van gebruik door anderen dan Gebruiker
a. Behoudens met voorafgaande schriftelijke toestemming van FC Utrecht en Stadion Galgenwaard is het de Gebruiker verboden om het Object geheel of gedeeltelijk door derden te laten gebruiken en/ of ter beschikking te stellen (met uitzondering van kyboxen, business loges en -seats voor gebruik van het bezoek aan Evenementen) - al dan niet tegen betaling - ofwel de gebruiksrechten geheel of gedeeltelijk aan derden over te dragen of in te brengen in een maatschap, vennootschap of rechtspersoon.
(..)
14. Betaling
a. De verschuldigde vergoedingen worden door middel van een factuur in rekening gebracht. Betaling dient te geschieden binnen veertien dagen na factuurdatum, zijnde de fatale betalingstermijn, tenzij hiervan met toestemming van FC Utrecht en/ of Stadion Galgenwaard wordt afgeweken.
b. Gebruiker kan zich niet beroepen op enig recht op korting en/ of compensatie.(..)
d. Bij overschrijding van de fatale betalingstermijn is gebruiker van rechtswege in verzuim en een contractuele rente verschuldigd van 1% per maand (cumulatief) over het verschuldigde, waarbij elke ingetreden maand als een volle maand geldt. (..)"
2.6. Op 23 december 2001 hebben partijen een brief ondertekend van dezelfde datum, verder te noemen: de verrekeningsovereenkomst, die luidt - voor zover relevant - als volgt:
"Geachte heer Verwoert,
Rever Special Projects, Rever Kantoor en Communicatie (Rever) enerzijds en Stichting FC Utrecht en Stadion Galgenwaard NV (FC Utrecht) anderzijds, zijn met elkaar een betalingsregeling overeengekomen over alle wederzijdse openstaande facturen tot en met 31 december 2001.
Deze verrekening betreft de facturen van door Rever geleverde diensten en producten en door FC Utrecht geleverde tegenprestaties en producten zoals vastgesteld in de founder-, skybox-, en sponsorovereenkomsten.
In de bijlage bij deze brief is het verrekeningsoverzicht opgenomen.
Beide partijen gaan door ondertekening van deze brief akkoord met deze betalingsregeling.
FC Utrecht zal op maandag 24 december 2001 fl. 763.338,29 telefonisch overmaken op de rekening van Rever. In dit totaalbedrag is een bedrag à
fl. 450.000 exclusief btw opgenomen als voorfinanciering voor door Rever nog te leveren producten en diensten voor de inrichting van de Zuid-, Oost-, en Westtribune. Rever betaalt dit bedrag in delen terug steeds na levering van producten en diensten voor de inrichting van de Zuid-, Oost- en Westtribune.(..)"
2.7. Op 13 maart 2002 is Kantoor Supplier Utrecht B.V. door deze rechtbank in staat van faillissement verklaard. Mr. Kruidenier is in dit faillissement tot curator benoemd.
2.8. Bij brief d.d. 9 juli 2002 hebben FC Utrecht c.s. Special Projects gesommeerd:
- het strijdige gebruik van de skyboxen en business-seats te beëindigen;
- binnen acht dagen te bevestigen dat Special Projects in staat is de goederen op de aan de brief gehechte bestellijst van 7 juni 2002 binnen de daarin bepaalde fatale leverdata te leveren en
- de achterstallige facturen ten bedrage van Eur. 64.598,39 te voldoen.
2.9. Bij brief d.d. 18 juli 2002 heeft FC Utrecht de skybox-overeenkomsten en de business-seatsovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden. Bij dezelfde brief hebben FC Utrecht c.s. de verrekeningsovereenkomst partieel, voor zover het betreft voorschotbetaling van f. 535.500,-- en de verplichting van Special Projects om terzake van dit bedrag producten en diensten te leveren, buitengerechtelijk ontbonden.
2.10. Met ingang van 19 augustus 2002 is de handelsnaam van Special Projects gewijzigd in Investors in Relations B.V.
3. Het geschil en de beoordeling ervan
in conventie
3.1. Het petitum van de dagvaarding bevat een kennelijke schrijffout. Gezien de inhoud van het lichaam van de dagvaarding en het bedrag dat onder II van het petitum in euro's is vermeld, zal in plaats van de zinsnede "NLG 535.5000,--" onder II van het petitum gelezen worden als "NLG 535.500,--".
3.2. Voor de volledige inhoud en de grondslagen van de vor-dering wordt verwezen naar de aangehechte dagvaarding. Kort weergegeven houdt de vordering in:
a. dat Special Projects verboden wordt gebruik te maken van de door FC Utrecht aan haar ter beschikking gestelde skyboxen en de business-seats;
a. dat Special Projects veroordeeld wordt aan FC Utrecht c.s. een bedrag te betalen van f. 535.500,-- (€ 242.999,--);
c. dat Special Projects veroordeeld wordt aan FC Utrecht c.s. een bedrag te betalen van € 64.598,39.
3.3. Het verweer van Special Projects komt in het volgende voor zoveel nodig aan de orde.
Ten aanzien van het gevorderde verbod tot gebruik skyboxen en business-seats
3.4. Ter onderbouwing van deze vorderingen hebben FC Utrecht c.s. aangevoerd dat Special Projects de skyboxen en de business-seats in strijd met de skybox- en business-seatsovereenkomsten en de Algemene Bepalingen aan derden ter beschikking heeft gesteld, althans aan derden heeft overgedragen. Zij stellen dat zij de skybox-overeenkomsten en de business-seatsovereenkomst dan ook terecht hebben ontbonden.
De skyboxen
3.5. Vooreerst moet worden opgemerkt dat - zoals ter zitting is gebleken - de verpanding van de rechten uit hoofde van de skybox-overeenkomsten waarvan Special Projects jegens FC Utrecht c.s. bij brief d.d. 30 januari 2002 melding heeft gemaakt, bij een voornemen is gebleven en niet is geëffectueerd.
3.6. De door FC Utrecht c.s. aangevoerde omstandigheid dat bij de skyboxen een bordje is aangebracht waaruit volgens hen blijkt dat de skyboxen aan Total Office Providers Holding B.V. ter beschikking zijn gesteld, leidt vooralsnog niet tot de conclusie dat Special Projects in strijd met de bepalingen van de skybox- en business-seatsovereenkomsten heeft gehandeld. De tekst op dit bordje vormt - gezien het verweer van Special Projects dat Total Office Providers een handelsnaam van Special Projects is - onvoldoende grond om een dergelijke conclusie te rechtvaardigen.
3.7. Vaststaat dat Special Projects de aan haar ter beschikking gestelde skyboxen bij overeenkomst d.d. 1 juni 2001 heeft verhuurd aan Rever Kantoor en Communicatie B.V. te IJsselstein, een werkmaatschappij van Special Projects. Naar het voorlopig oordeel van de rechter heeft Special Projects daarmee in strijd gehandeld met het bepaalde in artikel 10 van de skybox-overeenkomsten en artikel 8 sub a van de Algemene Bepalingen, die onderdeel uitmaken van de skybox-overeenkomsten. Immers, op grond van deze bepalingen dient Special Projects de skyboxen zelf te gebruiken en mag zij de gebruiksrechten niet overdragen aan derden. De stelling van Special Projects (en de curator) dat Rever Kantoor en Communicatie B.V. (thans Kantoor Supplier Utrecht B.V.) vanwege haar positie als werkmaatschappij van Special Projects niet als een derde in voormelde zin dient te worden aangemerkt, kan niet worden aanvaard. De ratio van voormelde bepalingen is dat FC Utrecht c.s. te allen tijde weet wie gerechtigd is tot het gebruik van de skyboxen en de mogelijkheid heeft om een derde (bijvoorbeeld vanwege een slechte liquiditeitspositie) als gebruiker in de zin van de skybox-overeenkomsten te weigeren. Niet valt in te zien waarom voormelde bepalingen ten aanzien van Rever Kantoor en Communicatie B.V. niet zouden gelden. Wel leidt de omstandigheid dat de huurovereenkomst gesloten is met een werkmaatschappij van Special Projects ertoe dat ten zeerste dient te worden betwijfeld of de schending van voormelde bepalingen als een tekortkoming aangemerkt dient te worden die de ontbinding van de skybox-overeenkomsten rechtvaardigt. Immers, FC Utrecht was bekend met het feit dat Rever Kantoor en Communicatie B.V. als werkmaatschappij van Special Projects feitelijk de met Special Projects overeengekomen werkzaamheden aan het Stadion Galgenwaard verrichtte. De facturen die zij terzake heeft ontvangen, staan in overwegende mate op naam van Rever Kantoor en Communicatie B.V.. Niet gebleken is dat FC Utrecht tegen de tenaamstelling van de facturen heeft geprotesteerd. Voorts kan uit het feit dat FC Utrecht in december 2001 - in afwijking van het bepaalde in artikel 14 sub b van de Algemene Bepalingen - vorderingen op Special Projects heeft verrekend met vorderingen van Rever Kantoor en Communicatie B.V. op FC Utrecht, alsook het feit dat in voormelde overeenkomst beide vennootschappen gezamenlijk als "Rever" worden aangeduid, worden afgeleid dat FC Utrecht Special Projects en Rever Kantoor en Communicatie B.V. als één en dezelfde onderneming beschouwde. De juistheid van het voorgaande wordt nog bevestigd door het feit dat FC Utrecht het bedrag dat zij uit hoofde van de verrekeningsovereenkomst van december 2001 diende te betalen, heeft voldaan op een bankrekening van Rever Kantoor en Communicatie B.V..
3.8. Evenmin kan op voorhand worden aangenomen dat voormelde tekortkoming in combinatie met de betalingsachterstand van Special Projects terzake van facturen van FC Utrecht uit hoofde van de skyboxovereenkomsten ertoe zal leiden dat de bodemrechter de ingeroepen ontbinding van de skyboxovereenkomsten zal sanctioneren. Niet gebleken is dat FC Utrecht meermaals op de betaling van de facturen met betrekking tot de skyboxen heeft aangedrongen. Pas bij brief van de raadsman d.d. 9 juli 2002 heeft FC Utrecht Special Projects terzake de betalingsachterstand gesommeerd.
Voorts is in deze van belang dat de skyboxovereenkomsten een zeer lange looptijd hebben (10 jaar) en pas aflopen in 2011. Deze overeenkomsten vormen bovendien één van de tegenprestaties van FC Utrecht tegenover de verplichting van Special Projects om ter waarde van f. 2.100.000,-- aan goederen en diensten aan FC Utrecht althans Stadion Galgenwaard te leveren.
3.9. Gezien de hiervoor weergegeven onzekerheid over de rechtsgeldigheid van de door FC Utrecht ingeroepen ontbinding van de skyboxovereenkomsten, zal de vordering tot het verbod van het gebruik van de skyboxen worden afgewezen.
De business-seats
3.10. Vaststaat dat Special Projects acht van de aan haar ter beschikking gestelde business-seats, aan derden heeft overgedragen. Vaststaat eveneens dat FC Utrecht geen voorafgaande schriftelijke toestemming voor deze overdracht heeft verleend, zoals voorgeschreven door artikel 8 sub a van de Algemene Bepalingen. Hieruit volgt dat - strikt genomen - Special Projects in strijd met voormelde bepaling heeft gehandeld en tekortgeschoten is in de nakoming van haar verplichtingen uit de business-seatsovereenkomst.
3.11. De vraag dient echter beantwoord te worden of - gezien het door Special Projects gedane beroep op het bestaan van mondelinge toestemming van FC Utrecht om enkele business-seats over te dragen - aan FC Utrecht een beroep op het ontbreken van voorafgaande schriftelijke toestemming toekomt. Ook het antwoord op deze vraag kan in het kader van dit kort geding niet met voldoende zekerheid worden gegeven. Tegenover de door Special Projects overgelegde verklaring van mevrouw Stokkers, een voormalig werkneemster van Rever Kantoor en Communicatie B.V., die het bestaan van de mondelinge toestemming bevestigt, staat de door FC Utrecht overgelegde verklaring van de heer Van de Kant (bestuurslid van FC Utrecht) die duidt op het tegendeel. Op basis van de overgelegde stukken kan echter niet op voorhand worden uitgesloten dat FC Utrecht mondelinge toestemming voor de overdracht van de business-seats heeft verleend. Uit deze stukken, en met name de foundersovereenkomst, komt naar voren dat FC Utrecht c.s. de door Special Projects te leveren goederen en diensten gewoonlijk betaalde in natura, door middel van het verstrekken van business-seats, skyboxen of reclame in of op het stadion. In dat licht en in het licht van de - door FC Utrecht erkende - krappe liquiditeitspositie van Special Projects in de periode waarin deze beweerdelijk mondelinge toestemming zou zijn gegeven, komt het relaas van mevrouw Stokkers de rechter niet onaannemelijk voor.
Daarbij komt dat de toenmalige directeur van Special Projects en Rever Kantoor en Communicatie B.V., de heer Verwoert, in zijn brief d.d. 28 augustus 2001, overgelegd door Special Projects als productie 13, aangeeft dat "Rever in samenwerking met een aantal van haar suppliers" bereid is de levering van enkele goederen weg te laten vallen tegen door FC Utrecht te leveren business-seats. Voorts merkt Verwoert in zijn brief op: "De juiste tenaamstelling wordt op korte termijn kortgesloten met Rob Verleg". Ook deze brief kan wijzen op een door FC Utrecht verleende toestemming om tot overdracht van enkele business-seats aan derden (suppliers van Special Projects) over te gaan.
Tenslotte is in deze van belang dat in een van de addendi van de business-seatsovereenkomst een (doorgehaalde) passage is opgenomen over het "doorgeven" van business-seats aan derden. Alhoewel deze bepaling bij het ondertekenen van de business-seatsovereenkomst is doorgehaald en aldus geen deel uitmaakt van de overeenkomst, kan hieruit wel worden afgeleid dat bij de onderhandelingen tussen partijen over deze overeenkomst wel gesproken is over het overdragen door Special Projects van business-seats aan derden.
3.12. Hetgeen onder 3.8 ten aanzien van de skyboxen is overwogen, geldt - mutatis mutandis - ook ten aanzien van de business-seats.
3.13. Uit het voorgaande volgt dat onvoldoende duidelijk is of de bodemrechter de door FC Utrecht ingeroepen ontbinding van de business-seatsovereenkomst zal sanctioneren. De vordering strekkende tot een verbod om de business-seats te gebruiken dient dan ook te worden afgewezen.
Ten aanzien van de vordering tot betaling van een bedrag van fl. 535.500 (€ 242.999)
3.14. FC Utrecht c.s. hebben aan deze vordering de stelling ten grondslag gelegd dat Special Projects in verzuim is te voldoen aan haar verplichting om ter waarde van
f. 535.500,-- (€ 242.999,--) inclusief BTW aan goederen en diensten aan hen te leveren. Zij stellen dat zij terecht de verrekeningsovereenkomst (partieel) hebben ontbonden.
3.15. Partijen verschillen ten eerste van mening over het antwoord op de vraag of Special Projects gehouden is voor voormeld bedrag aan goederen en diensten aan FC Utrecht c.s. te leveren.
3.16. Vaststaat dat partijen op 23 december 2001 een verrekeningsovereenkomst hebben gesloten terzake van over en weer nog niet voldane facturen. Daarbij zijn partijen overeengekomen dat van het op basis van de verrekening door FC Utrecht c.s. aan Special Projects nog te betalen totaalbedrag een bedrag van f. 535.500,-- inclusief BTW zou worden betaald als voorschot op nog door Special Projects te leveren producten en diensten voor de inrichting van de Zuid-, Oost- en Westtribune van het stadion. Special Projects heeft weliswaar gesteld dat dit deel van de overeenkomst onder bedreiging (van niet-betaling door FC Utrecht c.s. van het totaalbedrag) tot stand is gekomen, maar hij heeft deze stelling op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt.
Anders dan Special Projects heeft gesteld, kan evenmin worden geconcludeerd dat partijen nimmer over het opnemen van een voorschot in de verrekening hebben gesproken. Immers, in de door Special Projects als productie 1 overgelegde e-mail van 21 december 2001 van Van Santbrink (directeur van Stadion Galgenwaard), door Verwoert voorzien van commentaar, wordt expliciet melding gemaakt van het feit dat een bedrag van f. 450.000,-- (f. 535.500,-- inclusief BTW) als voorschot geldt:
"De f 450000 betreft een voorfinanciering voor nog door Rever te leveren producten voor inrichting van de Zuid, West en Oost".
Op dit onderdeel van de e-mail van Van Santbrink is door Verwoert in voormelde e-mail in het geheel geen commentaar geleverd.
3.17. Voorshands moet er dan ook van worden uitgegaan dat Special Projects zich op 23 december 2001 heeft verbonden om nog goederen ter waarde van f. 535.500,-- inclusief BTW aan FC Utrecht c.s. te leveren. Aan deze verbintenis heeft zij tot op heden nog niet voldaan.
3.18. Naar het voorlopig oordeel van de rechter is Special Projects met de nakoming van voormelde verbintenis echter - anders dan FC Utrecht c.s. hebben gesteld - nog niet in verzuim. Op grond van artikel 6:81 jo 82 BW is een schuldenaar in verzuim wanneer hij in gebreke wordt gesteld bij een schriftelijke aanmaning waarbij hem een redelijke termijn voor de nakoming wordt gesteld en nakoming binnen deze termijn uitblijft. Bij brief d.d. 9 juli 2002 hebben FC Utrecht c.s. Special Projects gesommeerd om binnen 8 dagen te bevestigen dat zij de op de aan die brief gehechte bestellijst van 7 juni 2002 weergegeven goederen op de daarin aangegeven tijdstippen tijdig zou kunnen leveren. FC Utrecht c.s. hebben - naar het voorlopig oordeel van de rechter - onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de door hen gestelde termijn van levering (uiterlijk op 1 september 2002) van de barren op de publiekspromenade en de statafels als bedoeld in vorenbedoelde bestellijst, een redelijke termijn is als hiervoor bedoeld. Zij hebben op geen enkele wijze aangetoond dat een andere leverancier deze goederen wel binnen deze termijn zou kunnen leveren. Bij brief d.d. 16 juli 2002 heeft Finitouch Interieurbouw te Amersfoort in ieder geval tegenover Special Projects aangegeven de barren niet binnen de gestelde termijn te kunnen leveren. Het voorgaande geldt temeer nu de bouwvakvakantie binnen de door FC Utrecht c.s. gestelde termijn valt - met alle nadelen vandien - en voormelde bestellijst reeds op 7 juni 2002 is opgemaakt doch pas ruim een maand later aan Special Projects is verzonden.
3.19. Nu in het kader van dit kort geding niet voldoende aannemelijk is geworden dat de door FC Utrecht c.s. gestelde termijn een redelijke termijn is, kan er in het kader van dit kort geding niet van worden uitgegaan dat de bodemrechter zal oordelen dat Special Projects met het voldoen aan de hierboven genoemde verbintenis in verzuim is en daarmee de partiële ontbinding van de overeenkomst gerechtvaardigd is. De omstandigheid dat Special Projects pas vier dagen na het verstrijken van de antwoordtermijn op de sommatiebrief van 9 juli 2002 heeft gereageerd, brengt in het voorgaande geen verandering. Deze vordering zal dan ook worden afgewezen.
Ten aanzien van de vordering tot betaling van de achterstallige facturen
3.20. Aan deze vordering hebben FC Utrecht c.s. ten grondslag gelegd dat Special Projects meerdere facturen ten bedrage van in totaal € 64.598,39 niet heeft voldaan.
3.21. Het verweer van Special Projects dat deze vordering zich niet leent voor kort geding en FC Utrecht c.s. bij deze vordering geen spoedeisend belang hebben, wordt verworpen. Indien het bestaan en de omvang van een vordering in hoge mate aannemelijk is, kan in kort geding tot toewijzing van een geldvordering worden overgegaan. Voorts is voldoende aannemelijk dat het gevorderde bedrag voor FC Utrecht c.s. een aanzienlijke geldsom vertegenwoordigt en dat deze geldsom van belang is voor de verbetering althans de handhaving van hun huidige financiële positie.
3.22. Niet gebleken is dat Special Projects heeft geprotesteerd tegen vorenbedoelde facturen, noch ten aanzien van de hoogte van het bedrag, noch ten aanzien van de tenaamstelling ervan. Het verweer van Special Projects dat niet zij, maar de thans failliete vennootschap Rever Kantoor en Communicatie B.V. de schuldenaar van deze facturen is, wordt dan ook gepasseerd.
3.23. Evenmin is - anders dan Special Projects heeft gesteld - gebleken dat deze facturen zijn betrokken in de verrekeningsovereenkomst van december 2001. Deze verrekening heeft blijkens deze overeenkomst slechts betrekking gehad op de vorderingen van FC Utrecht c.s. terzake van de huur van de skyboxen, de sponsorovereenkomst en de certificaten van de skyboxen en de business-seats. Aangenomen moet dan ook worden dat de facturen die dateren van vóór de verrekening (december 2001) en die geen betrekking hebben op voormelde onderwerpen (zoals bijvoorbeeld de facturen ten aanzien van de wedstrijdkaarten en servicekosten van de skyboxen), niet in de verrekening zijn betrokken. Special Projects heeft de verschuldigdheid van de factuur terzake van de huur van de skybox d.d. 9 november 2001 bij e-mail d.d. 22 juli 2002 (productie 5 van Special Projects) erkend. De overige facturen dateren van na de datum van de verrekening en kunnen derhalve niet in deze verrekening zijn betrokken.
3.24. Het verweer van Special Projects dat aan haar een opschortingsrecht althans een beroep op verrekening toekomt in verband met haar vordering op FC Utrecht c.s. uit hoofde van schadevergoeding terzake van de schending door FC Utrecht c.s. van het exclusiviteitsbeding in de foundersovereenkomst, wordt gepasseerd. Verrekening is op grond van artikel 14 sub b van de Algemene Bepalingen niet toegestaan. De omstandigheid dat partijen in december 2001 desondanks wel tot verrekening van de alsdan bestaande vorderingen zijn overgegaan, brengt niet mee dat Special Projects daardoor het recht heeft verworven in afwijking van deze bepaling in het vervolg eenzijdig tot verrekening over te gaan. Een opschortingsrecht komt haar evenmin toe, nu niet is gebleken dat Special Projects FC Utrecht c.s. reeds voor het moment waarop de facturen opeisbaar zijn geworden, in gebreke heeft gesteld terzake van de nakoming van het exclusiviteitsbeding.
3.25. Uit het voorgaande volgt dat het bestaan en de omvang van de vordering tot betaling van de achterstallige facturen in hoge mate aannemelijk is geworden, zodat deze vordering in beginsel voor toewijzing vatbaar is. De vordering zal echter slechts ten aanzien van FC Utrecht worden toegewezen, nu niet is gebleken dat de facturen ook betrekking hebben op vorderingen van Stadion Galgenwaard op Special Projects.
3.26. FC Utrecht c.s. hebben een bedrag aan buitengerechtelijke kosten gevorderd. De vordering zal - mede gelet op de door deze rechtbank gevolgde aanbevelingen van het Rapport Voorwerk II - worden afgewezen, nu niet is gesteld of gebleken dat de desbetreffende werkzaamheden meer hebben ingehouden dan verrichtingen ter voorbereiding van de gedingstukken of ter instructie van de zaak, voor welke verrichtingen de kosten bedoeld in de artikelen 237 tot en met 240 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering een vergoeding plegen in te sluiten.
Ten aanzien van de proceskosten
3.27. FC Utrecht c.s. zullen, als de in overwegende mate in het ongelijk gestelde partij, in de kosten van dit geding (inclusief de kosten van het incident) worden veroordeeld.
in reconventie
3.28. De vordering in reconventie houdt - kort weergegeven - in dat:
a. FC Utrecht c.s. verboden worden bezwaar te maken tegen het gebruik van de skyboxen door Special Projects en Kantoor Supplier Utrecht B.V. en
dat FC Utrecht c.s. veroordeeld worden alle bescheiden die noodzakelijk zijn voor het ongestoorde gebruik van de skyboxen aan haar ter hand te stellen;
b. FC Utrecht c.s. verboden worden bezwaar te maken tegen het gebruik van de business-seats door Special Projects door haar in de gelegenheid te stellen de business-seats aan derden in gebruik te geven en
dat FC Utrecht c.s. veroordeeld worden alle bescheiden die noodzakelijk zijn voor het ongestoorde gebruik althans beschikbaar stellen van de business-seats aan derden aan haar ter hand te stellen;
a. FC Utrecht c.s. veroordeeld worden een serieuze afspraak te maken met Special Projects en Kantoor Supplier Utrecht B.V. om te komen tot een realistische eindafrekening terzake van de gevorderde bedragen van f. 535.500,-- en € 64.598,34;
d. FC Utrecht c.s. veroordeeld worden een serieuze afspraak af te maken met Special Projects om te komen tot een overeenkomst terzake van de levering c.q. montage van de goederen die genoemd zijn in de onder 3.18 bedoelde bestellijst;
e. FC Utrecht c.s. verboden worden om goederen en diensten bij derden te bestellen indien deze goederen en diensten door Special Projects kunnen worden geleverd;
f. FC Utrecht c.s. veroordeeld worden alle reclame en/of PR-uitingen in of op het stadion Galgenwaard die betrekking hebben op goederen en diensten van concurrenten van Special Projects, te verwijderen en verwijderd te houden;
g. FC Utrecht c.s. veroordeeld worden twee parkeerplaatsen aan haar te verschaffen overeenkomstig hetgeen partijen in de foundersovereenkomst en skybox-overeenkomsten zijn overeengekomen.
Ten aanzien van het gevorderde verbod om bezwaar te maken tegen het gebruik van de skyboxen en de business-seats en de veroordeling tot het verstrekken van benodigde bescheiden
3.29. De vorderingen strekkende tot het opleggen van een verbod om bezwaar te maken tegen het gebruik van de skyboxen en de business-seats zijn te ruim geformuleerd om voor toewijzing in aanmerking te komen. Voorts ontberen deze vorderingen iedere grondslag.
Voor zover de vorderingen onder 3.28 sub a en b echter strekken tot veroordeling van FC Utrecht c.s. om de voor het gebruik van de skyboxen en de business-seats benodigde bescheiden te verstrekken, zijn deze in beginsel wel voor toewijzing vatbaar, nu vooralsnog niet vaststaat dat de door FC Utrecht c.s. ingeroepen buitengerechtelijke ontbinding van de skybox-overeenkomsten en de business-seatsovereenkomst rechtsgeldig is. FC Utrecht c.s. komt echter wel een opschortingsrecht toe ten aanzien van hun verplichting om deze bescheiden te verstrekken, nu - zoals ten aanzien van het geding in conventie reeds is geconstateerd - Special Projects tekortgeschoten is in de nakoming van enkele verplichtingen die uit de skybox-overeenkomsten en de business-seatsovereenkomst voortvloeien (het (onder-)verhuren van de skyboxen, de overdracht van enkele business-seats aan derden en het niet betalen van de op de skybox- en business-seatsovereenkomsten betrekking hebbende facturen). De vordering zal dan ook als na te vermelden - voorwaardelijk - worden toegewezen, doch alleen ten aanzien van FC Utrecht. Stadion Galgenwaard is immers geen partij bij de skybox-overeenkomsten en de business-seats-overeenkomst.
Ten aanzien van de vorderingen tot het maken van een serieuze afspraak met Special Projects
3.30. Een vordering als de onderhavige, die strekt tot het verplichten van de wederpartij om in onderhandeling te treden, kan slechts onder bijzondere omstandigheden worden toegewezen. Niet gebleken is dat zich in casu dergelijke bijzondere omstandigheden voordoen. De foundersovereenkomst biedt in ieder geval onvoldoende grondslag voor toewijzing van deze vorderingen.
Ten aanzien van de vordering tot het opleggen van een verbod om goederen en diensten bij derden te bestellen
3.31. Artikel 3.3.6 van de foundersovereenkomst bepaalt dat aan Special Projects een branche-exclusiviteit toekomt met betrekking tot het leveren van goederen en diensten aan het stadion. Nu vooralsnog in onvoldoende mate vaststaat dat de door FC Utrecht c.s. ingeroepen partiële ontbinding van de verrekeningsovereenkomst rechtsgeldig is, kan niet op voorhand worden geconcludeerd dat FC Utrecht c.s. niet meer gehouden is goederen en diensten uitsluitend van Special Projects te betrekken. FC Utrecht c.s. hebben erkend dat door hen inmiddels producten en diensten bij derden zijn besteld. Daarmee staat in voldoende mate vast dat er sprake is van een reële dreiging dat FC Utrecht c.s. het branche-exclusiviteitsbeding zullen schenden. De onderhavige vordering is dan ook voor toewijzing vatbaar.
Ten aanzien van de vordering tot verwijdering van reclame van een concurrent
3.32. FC Utrecht c.s. hebben ter zitting niet meer betwist dat zij door het aanbrengen van reclame van Van Gispen, een concurrent van Special Projects, op het stadion in beginsel inbreuk hebben gemaakt op het branche-exclusiviteitsbeding, dat is vastgelegd in artikel 3.3.6. van de foundersovereenkomst. Zij stellen echter dat zij aan Special Projects toestemming voor het plaatsen van deze reclame hebben gevraagd, doch dat Special Projects op deze kwestie niet meer is teruggekomen. Dit betoog kan hen echter niet baten. Indien FC Utrecht c.s. een uitzondering op voormelde bepaling hadden willen maken voor reclame van Van Gispen, hadden zij daarvoor de toestemming van Special Projects dienen te verkrijgen. Uit de enkele omstandigheid dat Special Projects niet meer op de kwestie is teruggekomen, kan niet worden afgeleid dat Special Projects impliciet toestemming voor het plaatsen van de reclame van Van Gispen heeft verleend.
3.33. Aldus moet er voorshands van worden uitgegaan dat FC Utrecht c.s. door het plaatsen van de reclame van Van Gispen voormeld beding uit de foundersovereenkomst hebben geschonden. FC Utrecht c.s. hebben zich ter zitting weliswaar bereid verklaard deze reclame te verwijderen, maar dit aanbod is dermate weinig specifiek dat niet geconcludeerd kan worden dat Special Projects bij toewijzing van de onderhavige vordering geen belang meer heeft. De vordering zal dan ook worden toegewezen.
Ten aanzien van de vordering tot het verschaffen van parkeerplaatsen
3.34. Deze vordering zal worden afgewezen. Special Projects heeft niet betwist dat de door haar gevorderde parkeerplaatsen sinds 1 januari 2002 te harer beschikking staan. Special Projects heeft bij deze vordering dan ook onvoldoende belang.
Ten aanzien van de gevorderde dwangsommen
3.35. Er zijn termen aanwezig om de gevorderde dwangsommen te matigen.
Ten aanzien van de proceskosten
3.36. Aangezien elk van partijen als op enig punt in het onge-lijk gesteld is te beschouwen, zullen de kosten van dit geding tussen hen worden gecompenseerd op de hierna te bepalen wijze.
4. De beslissing
De voorzieningenrechter:
in conventie
4.1. veroordeelt Special Projects om aan FC Utrecht tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 64.598,39, te vermeerderen met de contractuele rente van 1% per maand vanaf de vervaldata van de onderliggende facturen tot de dag van algehele voldoening;
4.2. veroordeelt FC Utrecht c.s. in de kosten van dit geding, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Special Projects begroot op € 703,-- (zevenhonderddrie euro) voor sala-ris van haar procu-reur en op € 193,-- (honderddrieënnegentig euro) inclusief BTW voor ver-schot-ten en aan de zijde van de curator eveneens begroot op € 703,-- (zevenhonderddrie euro) voor salaris van zijn procureur en op € 193,-- (honderddrieënnegentig euro) inclusief BTW voor verschotten;
4.3. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.4. wijst af het meer of anders gevorderde;
in reconventie
4.5. veroordeelt FC Utrecht om binnen zeven dagen nadat de huurovereenkomst tussen Special Projects en Kantoor Supplier Utrecht B.V. met betrekking tot de skyboxen is geëindigd, de overdracht van de hiervoor bedoelde business-seats aan derden ongedaan is gemaakt en het onder 4.1 bedoelde bedrag is betaald, alle bescheiden aan Special Projects ter hand te stellen die noodzakelijk zijn voor het ongestoorde gebruik van de skyboxen en de business-seats;
4.6. verbiedt FC Utrecht c.s. om goederen en diensten bij derden, hetzij direct, hetzij indirect, te doen bestellen, indien deze goederen en diensten door Special Projects kunnen worden geleverd;
4.7. veroordeelt FC Utrecht c.s. om alle reclame en/ of PR-uitingen in of op het stadion Galgenwaard of in door FC Utrecht c.s. verspreide publicaties, en die betrekking hebben op goederen en diensten van concurrenten van Special Projects, te verwijderen en verwijderd te houden;
4.8. bepaalt dat FC Utrecht aan Special Projects een dwangsom verbeurt van
€ 10.000,-- (tienduizend euro) voor iedere dag dat zij in gebreke blijft aan het onder 4.5 bepaalde te voldoen;
4.9. bepaalt dat FC Utrecht c.s. aan Special Projects een dwangsom verbeuren van
€ 10.000,-- (tienduizend euro) voor iedere dag dat zij in gebreke blijven aan het onder 4.6 en 4.7 bepaalde te voldoen;
4.10. bepaalt voorts dat de onder 4.8 en 4.9 genoemde dwangsommen vat-baar zijn voor matiging door de rechter, voor zover hand-having van die dwangsommen naar maatstaven van redelijkheid en bil-lijkheid onaanvaardbaar zou zijn, in aanmerking genomen de mate waarin aan de veroordelingen en het verbod is voldaan, de ernst van de overtreding en de mate van ver-wijtbaarheid van die overtreding;
4.11. verklaart dit vonnis tot zover uit-voer-baar bij voorraad;
4.12. wijst af het meer of anders gevorderde;
4.13. compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen in die zin dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A.M.E van der Burg - van Geest en is in het openbaar uitge-sproken op 3 september 2002.