ECLI:NL:RBUTR:2003:AF4463
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- P. Bender
- I.P.H.M. Severeijns
- G.G.C. de Korte
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte wegens onvoldoende bewijs in strafzaak
In deze strafzaak, behandeld door de rechtbank Utrecht, is op 13 februari 2003 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van verschillende strafbare feiten. De zitting vond plaats op 30 januari 2003, waar de rechtbank de tenlastelegging heeft besproken. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sterke aanwijzingen zijn dat de verdachte en zijn medeverdachte betrokken zijn geweest bij de ten laste gelegde feiten. De verklaring van getuige N.A. werd door de rechtbank als geloofwaardig en betrouwbaar beoordeeld. Echter, de rechtbank oordeelde dat deze aanwijzingen niet voldoende waren om wettig bewijs te leveren dat de verdachte daadwerkelijk de hem ten laste gelegde feiten heeft begaan. Hierdoor werd de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen.
Daarnaast heeft de rechtbank een beslissing genomen over de inbeslaggenomen goederen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt voor de inbeslaggenomen voorwerpen, waaronder drie pillen met een Mitsubishi-embleem. Deze voorwerpen zijn onttrokken aan het verkeer, omdat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet. De rechtbank heeft gelast dat de teruggave van deze voorwerpen aan de verdachte zal plaatsvinden.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, onder leiding van voorzitter P. Bender, en de rechters I.P.H.M. Severeijns en G.G.C. de Korte, bijgestaan door griffier mr. E.A.M. Boogers. De beslissing werd uitgesproken tijdens een openbare zitting.