ECLI:NL:RBUTR:2003:AF4464

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
13 februari 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
16/110733-01
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte wegens onvoldoende bewijs in strafzaak

Op 13 februari 2003 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, die werd beschuldigd van verschillende strafbare feiten. De zaak werd behandeld door de meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de rechtbank op 30 januari 2003 een terechtzitting heeft gehouden. Tijdens deze zitting zijn de verklaringen van getuigen en de tenlastelegging besproken. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sterke aanwijzingen waren voor de betrokkenheid van de verdachte bij de ten laste gelegde feiten, met name op basis van de verklaring van getuige N.A. Deze verklaring werd door de rechtbank als geloofwaardig en betrouwbaar beoordeeld. Echter, de rechtbank oordeelde dat deze aanwijzingen niet voldoende waren om wettig bewijs te leveren dat de verdachte daadwerkelijk de hem ten laste gelegde feiten had begaan. Er waren geen andere wettige bewijsmiddelen beschikbaar die de betrokkenheid van de verdachte konden onderbouwen. Daarom heeft de rechtbank besloten dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte de ten laste gelegde feiten had begaan, en sprak hem vrij van alle beschuldigingen.

Daarnaast heeft de rechtbank zich uitgesproken over de inbeslaggenomen goederen die aan de verdachte toebehoorden. De rechtbank oordeelde dat bepaalde voorwerpen, waaronder zakjes met pillen en witte korrels, vatbaar waren voor onttrekking aan het verkeer, omdat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet. De rechtbank heeft daarom besloten deze voorwerpen onttrokken te verklaren aan het verkeer, terwijl andere inbeslaggenomen goederen aan de verdachte zullen worden teruggegeven. De uitspraak werd gedaan door de rechters P. Bender (voorzitter), I.P.H.M. Severeijns en G.G.C. de Korte, bijgestaan door griffier E.A.M. Boogers, en vond plaats op een openbare terechtzitting.

Uitspraak

RECHTBANK TE UTRECHT
Parketnummer: 16/110733-01
Datum uitspraak: 13 februari 2003
Tegenspraak
Raadsman: mr. H.K. ter Brake
G/T: Nee
V O N N I S
van de rechtbank te Utrecht, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte]
thans uit anderen hoofde gedetineerd in Huis van Bewaring P.I. Noord Holland Noord, Unit Zuyder Bos, Heerhugowaard, Copernicusstraat 10.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 30 januari 2003.
De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd wat in de dagvaarding is omschreven. Van de dagvaarding is een kopie als bijlage aan dit vonnis gehecht. De inhoud van deze bijlage geldt als hier ingevoegd.
Bewijsbeslissing
Weliswaar zijn er naar het oordeel van de rechtbank sterke aanwijzingen voorhanden dat verdachte en zijn medeverdachte betrokken zijn geweest bij enige van de ten laste gelegde feiten -zo is de verklaring van N.A. betreffende de betrokkenheid van verdachte bij de hem ten laste gelegde feiten naar het oordeel van de rechtbank geloofwaardig en betrouwbaar te noemen- edoch deze aanwijzingen zijn onvoldoende om het wettig bewijs te leveren dat verdachte het hem ten laste gelegde heeft begaan, nu naast deze verklaring geen (overige) wettige bewijsmiddelen voorhanden zijn.
Niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen aan verdachte is ten laste gelegd.
De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Onttrekking aan het verkeer:
De inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- 1 zakje inhoudende 5 pillen en een onbepaalde hoeveelheid witte korrels;
- 1 zakje witte korrels
zijn vatbaar voor onttrekking aan het verkeer, aangezien deze aan verdachte toebehorende voorwerpen, bij gelegenheid van het onderzoek naar het door verdachte begane misdrijf zijn aangetroffen terwijl deze voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
Voornoemde voorwerpen zullen daarom onttrokken worden aan het verkeer.
Teruggave inbeslaggenomen goederen:
Met betrekking tot de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten:
- [diverse goederen]
acht de rechtbank de verdachte degene die redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt. De rechtbank zal de teruggave van deze voorwerpen aan genoemde persoon gelasten.
DE BESLISSING
De rechtbank beslist als volgt:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
- 1 zakje inhoudende 5 pillen en een onbepaalde hoeveelheid witte korrels;
- 1 zakje witte korrels.
Gelast de teruggave van:
- [diverse goederen]
aan verdachte
Dit vonnis is gewezen door mrs P. Bender (voorzitter) en I.P.H.M. Severeijns en G.G.C. de Korte, rechters, bijgestaan door mr E.A.M. Boogers, griffier
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 13 februari 2003.