ECLI:NL:RBUTR:2003:AF4769
Rechtbank Utrecht
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Vordering tot voorlopige voorziening in huurgeschil tussen restaurant en verhuurder
In deze zaak heeft [eiseres], de echtgenote van [partner van] en exploitant van een Japans restaurant, Hoog Catharijne B.V. (HC) in kort geding gedagvaard. De zitting vond plaats op 30 januari 2003, waarna op 17 februari 2003 uitspraak werd gedaan. [Eiseres] huurt een bedrijfsruimte in het complex Hoog Catharijne, waar zij haar restaurant exploiteert. De huurovereenkomst is in 1991 aangegaan en is sindsdien meerdere keren verlengd. HC heeft aangekondigd het complex te renoveren, wat heeft geleid tot een daling van de omzet van het restaurant. [Eiseres] vordert een voorlopige voorziening tot herplaatsing van haar restaurant naar een andere locatie binnen het complex, of subsidiair ontbinding van de huurovereenkomst, met schadevergoeding wegens gederfde omzet.
HC verzet zich tegen de vorderingen en stelt dat zij haar verplichtingen als verhuurder nakomt. HC betwist dat zij verantwoordelijk is voor de sluiting van omliggende winkels en de daaruit voortvloeiende omzetdaling van het restaurant. De kantonrechter overweegt dat de vorderingen van [eiseres] niet kunnen worden toegewezen, omdat deze niet als voorlopige voorzieningen kunnen worden aangemerkt, maar als definitieve voorzieningen. Bovendien is niet aangetoond dat HC aansprakelijk is voor de schade die [eiseres] stelt te lijden. De kantonrechter concludeert dat de vordering van [eiseres] niet voor toewijzing vatbaar is en veroordeelt haar in de proceskosten.
Het vonnis benadrukt dat hoewel HC enige verwijten te maken valt voor de verpaupering van de omgeving, dit niet leidt tot toewijzing van de gevorderde voorzieningen. De kantonrechter wijst de vordering af en legt de proceskosten op aan [eiseres].