2.6. Burgemeester en Wethouders van de gemeente hebben de procureur van De Winkel van Sinkel B.V. bij brief van 12 mei 2003 (verzonden 14 mei 2003) onder meer medegedeeld:
"U verzoekt in uw brief om afgifte van een brief van de gemeente met be-trekking tot de overdracht van de exploitatie van het horecabedrijf aan een opvolger.
In oktober 1995 heeft de gemeente Utrecht aan Ottone BV in erfpacht uit-gegeven de percelen aan de Oudegracht 158 en de Vinkenburgstraat 19 en 19bis. Uit de erfpachtsovereenkomst blijkt duidelijk wat de intentie van par-tijen was, te weten het realiseren van een cultuur- en festivalpaleis. Daartoe is in artikel 11 van het erfpachtscontract bepaald dat de panden uitsluitend bestemd zijn om te gebruiken als sociaal-culturele ruimte, waarbij de hieraan verbonden functies maximaal 1450 m2 BVO horeca-bestemming mogen be-vatten. De horeca dient, op grond van het bovenstaande, als ondergeschikt aan de sociaal-culturele bestemming te worden beschouwd.
(...)
Hoewel op grond van het geldende stadsvernieuwingsplan NOS in 1995 on-beperkte horeca mogelijk was, is er destijds bewust voor gekozen om op te nemen dat het gaat om een sociaal-culturele bestemming. Temeer daar bij de verkoop van het pand in de prijsstelling rekening is gehouden met het culturele gebruik van het pand.
We heben destijds de percelen in erfpacht uitgegeven conform de doel-eindenomschrijving "culturele doeleinden" binnen de bestemming "Ge-mengde Doeleinden". Het klopt dat dit in overeenstemming is met het stads-vernieuwingsplan NOS, maar anders dan u stelt. U stelt namelijk dat een vol-ledig horecabedrijf op dat moment in overeenstemming was met het stads-vernieuwingsplan. Er was echter geen sprake van het vestigen van een hore-cabedrijf, maar van een sociaal-culturele instelling. Zoals gezegd is dit altijd de intentie van partijen geweest en derhalve is een en ander, zoals u weet, vastgelegd in het erfpachtscontract, de daarbij behorende afspraken én in de latere bestemmingsplannen. Het is altijd de bedoeling geweest dat de horeca in het pand ondersteunend was aan de hoofdfunctie. Van een zelfstandige horecabestemming is en was dan ook geen sprake. Het feit dat Ottone BV slechts de eerste en tweede fase van de totaal beloofde ontwikkeling heeft uitgevoerd, doet daar naar onze mening niets aan af.
Een beroep op het overgangsrecht achten wij niet houdbaar. Artikel 71 van de NOS (overgangsbepaling) is niet van toepassing. De bestemming, te weten sociaal-culturele doeleinden, is gerealiseerd. Het is vanaf het begin af aan de intentie van partijen geweest om een sociaal-culturele instelling te realiseren met additionele horeca. Deze intentie wordt verder versterkt door de daarna opgestelde 1e partiële herziening van de NOS en het facetbestemmingplan Horecadifferentiatie.
In de partiële herziening van de NOS worden de panden Oudegracht 158 en Vinkenburgstraat 19 en 19is expliciet bestemd voor sociaal-culturele doel-einden. Het klopt dat het aantal m2 horeca door deze herziening wordt be-perkt, maar dit is niet van toepassing op de bestemming van de Winkel van Sinkel, nu deze geen horeca-bestemming heeft. Als het de intentie van de ge-meente zou zijn geweest om de Oudegracht 158 als volledige horeca-inrich-ting te zien, dan is dit natuurlijk absoluut onlogisch. Zoals gezegd, er is altijd uitgegaan van ondersteunende horeca. Dit wordt ook bevestigd in het facet-bestemmingsplan Horecadifferentiatie, waarin Oudegracht 158 is ingedeeld in een categorie 0 horeca.
Op basis van het bovenstaande kunnen alle benodigde vergunningen op ba-sis van de horecaregelgeving worden verkregen, voorzover deze blijven bin-nen de culturele bestemming van het pand. Er is geen sprake van een hore-cabedrijf, zodat dit ook niet als zodanig overgedragen kan worden. Het pand kan overgedragen worden als sociaal-culturele instelling met additionele horeca.".