ECLI:NL:RBUTR:2003:AO0712
Rechtbank Utrecht
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening door voorzieningenrechter inzake beëindiging subsidie aan landelijke jeugdorganisaties
Op 22 december 2003 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van 25 landelijke jeugdorganisaties, waaronder Scouting Nederland en de vereniging voor speeltuinwerk NUSO. De organisaties vroegen de rechter om het besluit van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) te schorsen, dat hun subsidie per 1 januari 2004 zou beëindigen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen, omdat de minister een grote beleidsvrijheid heeft bij het bepalen van het subsidiebeleid en zijn keuze voldoende gemotiveerd heeft. De rechter oordeelde dat de jeugdorganisaties een redelijke overgangstermijn is gegeven met een afbouwsubsidie, die hen de mogelijkheid biedt om hun verplichtingen af te bouwen.
De voorzieningenrechter merkte op dat de minister zijn subsidiebeleid fundamenteel had herzien, mede door bezuinigingen en de wens om subsidie te concentreren op lokaal jeugdwerk. De organisaties stelden dat de beëindiging van de subsidie hen in financiële problemen zou brengen en dat zij niet in staat zouden zijn om personeel te behouden. De rechter oordeelde echter dat de minister voldoende had onderbouwd waarom de subsidie niet langer werd verstrekt en dat de afbouwsubsidie hen voldoende ruimte bood om zich voor te bereiden op de beëindiging van de subsidie.
De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen aanleiding was om een voorlopige voorziening te treffen, omdat de minister binnen zijn discretionaire bevoegdheid handelde en de belangen van de jeugdorganisaties niet zwaarder wogen dan de beleidskeuzes van de minister. De uitspraak benadrukt de ruime beleidsvrijheid van de overheid bij het verstrekken van subsidies en de noodzaak voor organisaties om zich aan te passen aan veranderende beleidsomstandigheden.