ECLI:NL:RBUTR:2004:AO9004
Rechtbank Utrecht
- Voorlopige voorziening
- V.M.M. van Amstel
- E.M. Tol
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake bijstandsuitkering en inlichtingenplicht
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Utrecht op 16 maart 2004 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een geschil tussen een verzoeker en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal. Het verzoek betreft de herziening van de bijstandsuitkering van de verzoeker, die van 18 januari 1993 tot en met 30 september 2003 heeft gelopen. De herziening en terugvordering van de bijstandsuitkering zijn gebaseerd op het bezit van een woning in Marokko en het niet voldoen aan de inlichtingenplicht door de verzoeker. De verzoeker heeft geruime tijd op het sofi-nummer van zijn broer gewerkt en heeft hierover geen opgave gedaan aan de verweerder, terwijl hij wel recht op bijstand heeft genoten. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de verzoeker de inlichtingenplicht heeft geschonden, zowel ten aanzien van zijn inkomsten als ten aanzien van zijn vermogen. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de verzoeker ten onrechte bijstand heeft ontvangen.
De voorzieningenrechter heeft ook opgemerkt dat er geen spoedeisende omstandigheden zijn die het treffen van een voorlopige voorziening rechtvaardigen. De verzoeker heeft aangegeven dat er een echtscheidingsprocedure aan de gang is en dat zijn vrouw en kinderen inmiddels een bijstandsuitkering hebben ontvangen. Hierdoor is er geen sprake van dreigende problemen voor het onderhoud van de kinderen. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat het belang van de verzoeker bij een bijstandsuitkering niet opweegt tegen het risico van restitutie van onterecht ontvangen bijstand. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling van de verweerder in de proceskosten van de verzoeker.