ECLI:NL:RBUTR:2004:AP2062
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- P. Dondorp
- I.J.B. Corbey
- R.A.E. van Noort
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in zaak van gewelddadig overlijden van [A] met onduidelijke rol van verdachte en medeverdachte
In de zaak tegen de verdachte, die samen met zijn medeverdachte wordt beschuldigd van de mishandeling en het gewelddadig overlijden van [A], heeft de rechtbank Utrecht op 18 juni 2004 uitspraak gedaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat het overlijden van [A] hoogstwaarschijnlijk het gevolg is van gewelddadig en strafwaardig handelen, maar dat er onvoldoende bewijs is om de verdachte hiervoor te veroordelen. De rechtbank heeft de verklaringen van de medeverdachte en andere getuigen zorgvuldig gewogen, maar kwam tot de conclusie dat er geen wettig en overtuigend bewijs is dat de verdachte het fatale letsel heeft toegebracht. De medeverdachte heeft weliswaar verklaard dat de verdachte agressief was, maar de rechtbank vond deze verklaringen niet voldoende concreet en geloofwaardig om tot een veroordeling te komen.
De rechtbank heeft ook gekeken naar de mishandeling van [A] in de periode voorafgaand aan zijn overlijden. Er waren aanwijzingen dat [A] vaak blauwe plekken had, maar de rechtbank kon niet met zekerheid vaststellen dat deze het gevolg waren van mishandeling door de verdachte of de medeverdachte. De verklaringen van de medeverdachte waren inconsistent en niet overtuigend genoeg om de verdachte te veroordelen voor de mishandeling.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten en het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven. De rechtbank heeft ook de teruggave van inbeslaggenomen goederen gelast, waaronder een personenauto en een telefoon. Dit vonnis is uitgesproken in tegenspraak en de rechtbank heeft de beslissing genomen op basis van de beschikbare bewijsmiddelen en de verklaringen van de betrokkenen.