4.3
In het navolgende zal dan ook slechts beoordeeld worden of Multiplan de rechtspersoon is aan wie de - aan het onderhavige dwangbevel ten grondslag liggende - last onder dwangsom is opgelegd.
Geconstateerd dient te worden dat de aanschrijving, waarin de betreffende last onder dwangsom is opgelegd, (aangetekend) is verzonden is aan:
Mutiplan BV
t.a.v. [naam bestuurder]
[adres].
Zowel Multiplan als Multiplan Ontwikkeling B.V. waren op het moment van het ontvangen van de aanschrijving op het [adres] gevestigd, zodat de adressering geen aanwijzing biedt voor de beantwoording van de vraag aan wie de last onder dwangsom is opgelegd. Een dergelijke aanwijzing kan wel gevonden worden in de omstandigheid dat de aanschrijving is gericht aan [naam bestuurder]. Immers, niet gebleken is dat [naam bestuurder] op het moment van ontvangst van de aanschrijving werkzaam was voor Multiplan, dan wel uit andere hoofde bevoegd was Multiplan te vertegenwoordigen. Integendeel, uit de overgelegde correspondentie blijkt dat [naam bestuurder] zijn brieven aan de Gemeente of aan het door de Gemeente ingeschakelde incassobureau telkens heeft ondertekend namens Multiplan Ontwikkeling B.V. De omstandigheid dat [naam bestuurder] in zijn - door de Gemeente bij pleidooi geciteerde - brief van 21 januari 2003 aan de Gemeente bij de ondertekening van de brief “Multiplan B.V.” heeft vermeld, brengt hierin geen verandering, nu [naam bestuurder] in dezelfde brief (in de laatste zin) tevens schrijft: ”In het vertrouwen u hiermee namens Ravenswade Ontwikkeling B.V. voldoende te hebben geïnformeerd, verblijf ik, (...) [onderstreping rechtbank]“. Tussen partijen is niet in geschil dat Ravenswade Ontwikkeling B.V. de nieuwe naam was waaronder Multiplan Ontwikkeling B.V. op dat moment haar bedrijf uitoefende. De ondertekening met "Multiplan B.V." dient dan ook als een kennelijke verschrijving te worden aangemerkt.
Uit de hiervoor bedoelde correspondentie kan niet anders worden geconcludeerd dan dat [naam bestuurder] alleen werkzaam en vertegenwoordigingsbevoegd was voor Multiplan Ontwikkeling B.V. en niet optrad namens Multiplan.
Voorts blijkt uit de inhoud van de aanschrijving dat de Gemeente ook beoogde om Multiplan Ontwikkeling B.V. (en niet Multiplan) een last onder dwangsom op te leggen. De Gemeente vermeldt in de onderbouwing van haar besluit immers dat zij dit besluit heeft genomen op grond van het feit dat zij heeft geconstateerd dat Multiplan Ontwikkeling B.V. zonder bouwvergunning aan het bouwen was op het haar in eigendom toebehorende perceel en geen gehoor meer wenste te geven aan de mondeling opgelegde bouwstop. Ook in het vervolg van de brief wordt telkens Multiplan Ontwikkeling B.V. als de rechtspersoon genoemd die in overtreding is van de Woningwet en het bestemmingsplan. In het bijzonder overweegt de Gemeente in haar besluit nog het volgende:
"Uit het voorgaande genoemd, de diverse contacten tussen uw bedrijf en de Gemeente Nieuwegein, de bouwaanvraag en de eigendomsverhouding op onderhavig perceel maken wij op dat uw bedrijf kennelijk als opdrachtgever geldt van de door ons geconstateerde strijdigheden. Dit heeft ons doen concluderen dat Multiplan Ontwikkeling BV zowel feitelijk als juridisch in staat is om een einde te maken aan de geconstateerde strijdigheden."
Uit deze geciteerde paragraaf moet worden afgeleid dat de Gemeente er expliciet voor heeft gekozen om (alleen) aan Multiplan Ontwikkeling B.V. een last onder dwangsom op te leggen.
De enige aanwijzing voor de juistheid van de stelling van de Gemeente dat de dwangsom is opgelegd aan Multiplan, betreft de adressering van de aanschrijving aan “Mutiplan BV". In het licht van de hiervoor genoemde omstandigheden, die allen op het tegendeel duiden, is deze aanwijzing echter onvoldoende om de conclusie te rechtvaardigen dat de last onder dwangsom aan Multiplan is opgelegd.
Daarbij komt dat Multiplan Ontwikkeling B.V., en niet Multiplan de bestuursrechtelijke procedure tegen het besluit van de Gemeente om een last onder dwangsom op te leggen, heeft gevoerd. In deze procedure heeft de Gemeente, noch Multiplan Ontwikkeling B.V. het standpunt ingenomen (althans niet gehandhaafd) dat niet Multiplan Ontwikkeling B.V., maar Multiplan de rechtspersoon was aan wie de last onder dwangsom was opgelegd. Het verweer van de Gemeente dat zij ervan uitging dat Multiplan Ontwikkeling B.V. optrad namens Multiplan, kan niet worden aanvaard. Ten eerste heeft de Gemeente - blijkens de hiervoor geciteerde passage uit de aanschrijving - er uitdrukkelijk voor gekozen om Multiplan Ontwikkeling B.V. een last onder dwangsom op te leggen. Ten tweede heeft Multiplan Ontwikkeling B.V. in de bestuursrechtelijke procedure het besluit niet bestreden op grond van de stelling dat de last onder dwangsom aan Multiplan was opgelegd, maar op grond van het feit dat de last onder dwangsom aan haarzelf was opgelegd. Ten derde heeft de Gemeente alleen in hoger beroep deze kwestie aan de orde gesteld, doch ook onmiddellijk daarna haar stellingen terzake ingetrokken. Tenslotte is vrijwel alle correspondentie over de last onder dwangsom en het verbeuren van dwangsommen door overtreding van deze last gevoerd tussen de Gemeente en Multiplan Ontwikkeling B.V. Ook de aanmaningen tot betaling van de op grond van de aanschrijving verbeurde dwangsommen zijn door het incassobureau dat door de Gemeente was ingeschakeld, aan Multiplan Ontwikkeling B.V. gezonden.