ECLI:NL:RBUTR:2004:AR7731
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- S.C. Hagedoorn
- Rechtspraak.nl
Verjaring van recht op dertiende penning door non-usus in NBW toetsen aan criteria van 3:106 BW
In deze zaak, die werd behandeld door de rechtbank Utrecht, hebben eisers gezamenlijk aanspraak gemaakt op het recht van de dertiende penning, dat hen toekomt bij de verkoop van onroerend goed. De eisers, die gezamenlijk rechthebbende zijn, vorderden betaling van een bedrag van € 14.300,-- van de gedaagden, die het perceel in eigendom hadden verkregen. De rechtbank diende te beoordelen of het recht van de dertiende penning door non-usus was vervallen. De eisers stelden dat de verjaringstermijn van 30 jaar, die onder het oude Burgerlijk Wetboek gold, niet van toepassing was op hun situatie na de invoering van het nieuwe Burgerlijk Wetboek. De rechtbank oordeelde dat de regels van artikel 3:106 BW van toepassing waren, wat betekent dat het recht van eisers op de dertiende penning niet door non-usus was teniet gegaan. De rechtbank benoemde een deskundige, de heer T. Verweij, om de waarde van de grond vast te stellen en bepaalde dat de kosten van het deskundigenonderzoek door beide partijen gedeeld moesten worden. De rechtbank hield verdere beslissingen aan en droeg de griffier op om de zaak op een termijn van vier weken weer op de rol te plaatsen voor het nemen van een conclusie na deskundigenbericht.