ECLI:NL:RBUTR:2004:AR7826
Rechtbank Utrecht
- Kort geding
- H.J. Schepen
- Rechtspraak.nl
Rechtmatigheid van staking door vakbonden tegen Arriva in verband met gedwongen ontslagen
In deze zaak heeft Arriva Openbaar Vervoer N.V. een kort geding aangespannen tegen de vakbonden FNV Bondgenoten, CNV Bedrijvenbond en ABVAKABO FNV. Arriva, een busmaatschappij, was genoodzaakt haar dienstregeling aan te passen vanwege verminderde subsidies van de overheid, wat leidde tot overtollig personeel. De vakbonden hebben als reactie op de aangekondigde gedwongen ontslagen een staking aangekondigd op 9 december 2004. Arriva vorderde in kort geding dat de bonden zouden worden verboden om deze staking uit te voeren, met het argument dat de staking onrechtmatig was en prematuur, aangezien er nog geen definitief besluit was genomen over de gedwongen ontslagen.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de staking rechtmatig was. De rechter stelde vast dat er een belangengeschil bestond tussen Arriva en de vakbonden, en dat de bonden in hun recht stonden om collectieve actie te ondernemen. De rechter oordeelde dat de onderhandelingen tussen Arriva en de bonden waren vastgelopen, en dat de bonden terecht hun standpunt hadden ingenomen dat er geen gedwongen ontslagen mochten plaatsvinden. De voorzieningenrechter concludeerde dat de dreiging van gedwongen ontslagen reëel was, en dat de bonden in redelijkheid tot staking konden overgaan.
De vordering van Arriva werd afgewezen, en Arriva werd veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het recht van werknemers om collectieve actie te ondernemen in het kader van belangenconflicten met werkgevers, en bevestigt de noodzaak voor werkgevers om serieus in te gaan op de eisen van vakbonden in dergelijke situaties.