ECLI:NL:RBUTR:2005:AS6696
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.C. Quik-Schuijt
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot vaststelling van een omgangsregeling tussen grootouders en hun kleinzoon in het kader van civielrechtelijke plaatsing
In deze zaak hebben de grootouders van de minderjarige [naam kind] verzocht om een omgangsregeling vast te stellen. [naam kind], geboren op 21 november 1987, is sinds de dood van zijn moeder op zesjarige leeftijd bij zijn grootouders gaan wonen. De grootouders hebben verzocht om [naam kind] eenmaal per veertien dagen op zaterdag van 9.00 tot 20.30 uur bij hen thuis te mogen ontvangen. De minderjarige verblijft op dat moment in de Justitiële Jeugd Inrichting Jongerenhuis 'Harreveld'. De voogdij-instelling heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de grootouders, en de minderjarige zelf is het eens met het verzoek.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een nauwe persoonlijke betrekking tussen de grootouders en [naam kind], waardoor de grootouders ontvankelijk zijn in hun verzoek. De kinderrechter heeft ook overwogen dat de Minister van Justitie geen algemene regels mag stellen over verlof voor civielrechtelijk geplaatste jongeren, ook niet als zij samen met strafrechtelijk veroordeelden zijn geplaatst. De kinderrechter heeft geoordeeld dat de beperking van het contact tussen [naam kind] en zijn grootouders alleen kan plaatsvinden op aanwijzing van de gezinsvoogd.
De kinderrechter heeft uiteindelijk besloten dat de grootouders recht hebben op omgang met [naam kind] bij hen thuis, eenmaal per veertien dagen op zaterdag van 9.00 uur tot 20.30 uur. Deze beslissing is uitvoerbaar bij voorraad en is gegeven door de kinderrechter op 16 februari 2005.