ECLI:NL:RBUTR:2005:AS9730
Rechtbank Utrecht
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot doorhaling van EVA-registratie na fraude door tussenpersoon
In deze zaak vordert eiser, een taxichauffeur, dat de SNS Bank zijn registratie in het EVA-register ongedaan maakt. Eiser had een woning gekocht met zijn echtgenote, maar de financieringsaanvraag werd afgewezen omdat de bank valse loonstroken had aangetroffen. Hierdoor werd eiser geregistreerd in het EVA-register, wat hem belemmert in het verkrijgen van financiering. Eiser heeft aangifte gedaan tegen de tussenpersoon die de valse documenten heeft verstrekt, maar de Officier van Justitie heeft hem niet als verdachte aangemerkt. De voorzieningenrechter oordeelt dat SNS Bank in redelijkheid niet kon besluiten om de registratie te handhaven, gezien de omstandigheden en het feit dat eiser slachtoffer is van de fraude. De rechter wijst de vordering van eiser toe en veroordeelt SNS Bank om de registratie binnen twee dagen te verwijderen, op straffe van een dwangsom. De uitspraak benadrukt de zorgvuldigheid die banken moeten betrachten bij het registreren van klanten in het EVA-register, vooral wanneer er een vermoeden van fraude is.