ECLI:NL:RBUTR:2005:AT1765

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
9 maart 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
185152/ HA RK 04-334
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • G.J. van Binsbergen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet inzake de vereffening van de Stichting Banjoe Biroe

In deze zaak hebben verzoeksters op 18 oktober 2004 een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank Utrecht, waarin zij verzet aantekenen tegen de vereffening van de Stichting Banjoe Biroe. De stichting was opgericht op 4 december 1992 en ontbonden op 4 augustus 2004. Mevrouw M.E. H-le R. fungeert als vereffenaar. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 2 februari 2005, waarbij verschillende betrokkenen aanwezig waren, waaronder de vereffenaar en de penningmeester van de stichting. Tijdens de zitting zijn er diverse stukken overgelegd, waaronder een rekening en verantwoording van de vereffening en een advertentie die in een regionale krant was geplaatst.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de vereffenaar de rekening en verantwoording niet correct heeft neergelegd bij de Kamer van Koophandel, noch heeft hij de vereiste bekendmaking gedaan in een nieuwsblad. Hierdoor is de termijn voor verzoeksters om in verzet te komen nog niet aangevangen. De rechtbank oordeelt dat de verzoeksters in hun verzet niet-ontvankelijk zijn, omdat de vereffenaar niet heeft voldaan aan de wettelijke vereisten zoals vastgelegd in artikel 2:23b van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank heeft de stichting veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 241,-- aan verschotten en € 904,-- aan salaris. De beschikking is gegeven door mr. G.J. van Binsbergen en openbaar uitgesproken op 9 maart 2005.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
B E S C H I K K I N G
van de enkelvoudige kamer voor de behande-
ling van burgerlijke zaken in de zaak van:
1. [verzoekster 1],
wonende te [woonplaats],
2. [verzoekster 2],
wonende te [woonplaats],
3. THE PROVINCIALATE OF THE SISTERS
OF ST. FRANCIS OF PENANCE AND CHRISTIAN CHARITY,
gevestigd te Semarang, Indonesië,
verzoeksters,
procureur: mr. J.J.W. Remme,
advocaat: mr. L.H.E. Drenthe, te Amsterdam,
- t e g e n -
de stichting
STICHTING BANJOE BIROE in liquidatie,
statutair gevestigd te Utrecht,
kantoorhoudende te Renkum,
hierna te noemen: de stichting.
1. Verloop van de procedure
1.1
Verzoeksters hebben op 18 oktober 2004 ter griffie van deze rechtbank een verzoekschrift ingediend. Het verzoek strekt tot verzet inzake de vereffening van de stichting.
1.2
De zaak is (na uitstel) behandeld ter terechtzitting van 2 februari 2005. Daarbij zijn verschenen:
- [verzoekster 2], vergezeld door haar echtgenoot;
- mr. Drenthe;
- mevr[M.E. H-le R], vereffenaar van de stichting, vergezeld door haar echtgenoot [S.W. H.];
- mevrouw [B.A. V.], als penningmeester van de stichting;
- de heer [N.A. W.], belangstellende.
Ter terechtzitting heeft mevrouw [H-le R] enige producties overgelegd.
1.3
Op 13 februari 2005 is nog ontvangen een fax van mevrouw [H-le R] met als bijlagen een stuk getiteld ‘Rekening en verantwoording, alsmede plan van verdeling d.d. 3 augustus 2004 van de Stichting Banjoe Biroe i.l.’ en een kopie uit een krant van 22 september 2004. Nadien zijn deze stukken nogmaals ontvangen, per brief ingekomen op 22 februari 2005.
1.4
Tenslotte is de uitspraak bepaald op heden.
2. Vaststaande feiten
2.1
De stichting is opgericht op 4 december 1992. Zij is ontbonden bij besluit van de algemene vergadering, dan wel het stichtingsbestuur, van 4 augustus 2004. Sinds die datum is mevrouw [H-le R] in functie als vereffenaar.
2.2
Blijkens een uittreksel van de Kamer van Koophandel Utrecht van 4 november 2004 is op 19 augustus 2004 gedeponeerd een ‘Rekening en verantwoording vereffening’. Het als zodanig gedeponeerde stuk (voorzien van een stempel met de datum 17 augustus 2004) draagt de kop ‘Staat van Baten en lasten over de periode 1 juli 2003 t/m 3 augustus 2004’.
2.3
In een regionale krant is op 22 september 2004 een advertentie geplaatst met de volgende tekst:
Algemene kennisgeving.
De Stichting Banjoe Biroe
is per 17 augustus 2004
in liquidatie
En zal medio oktober 2004
ophouden te bestaan
Verdere informatie is te verkrijgen bij
[M.E. H-le R] tel. [nummer]
3. Beoordeling van het verzoek
3.1
In artikel 2:23b van het Burgerlijk Wetboek (BW) is onder meer het volgende bepaald.
4. De vereffenaar legt de rekening en verantwoording en het plan van verdeling neer ten kantore van de registers waarin de rechtspersoon is ingeschreven, en in elk geval ten kantore van de rechtspersoon, als dat er is, of op een andere plaats in het arrondissement waar de rechtspersoon woonplaats heeft. De stukken liggen daar twee maanden voor ieder ter inzage. De vereffenaar maakt in een nieuwsblad bekend waar en tot wanneer zij ter inzage liggen. De rechter kan aankondiging in de Staatscourant bevelen.
5. Binnen twee maanden nadat de rekening en verantwoording en het plan zijn neergelegd en de nederlegging overeenkomstig lid 4 is bekendgemaakt en aangekondigd, kan iedere schuldeiser of gerechtigde daartegen door een verzoekschrift aan de rechtbank in verzet komen. De vereffenaar doet van gedaan verzet mededeling op de zelfde wijze als waarop de nederlegging van de rekening en verantwoording en het plan van verdeling zijn medegedeeld.
3.2
Verzoeksters hebben een verzoekschrift ingediend strekkend tot verzet als bedoeld in lid 5 van dit artikel. Daarvoor is echter vereist dat de vereffenaar de rekening en verantwoording en het plan van verdeling als bedoeld in lid 4 van dat artikel heeft neergelegd bij de Kamer van Koophandel én dat hij daarvan mededeling heeft gedaan in een nieuwsblad.
3.3
Naar het oordeel van de rechtbank is het stuk dat de vereffenaar heeft neergelegd bij de Kamer van Koophandel niet te beschouwen als een rekening en verantwoording als bedoeld in lid 4 van artikel 2:23b BW, laat staan als een plan van verdeling. Ook de overgelegde advertentie is, gelet op de bewoordingen daarvan, niet te beschouwen als een bekendmaking als bedoeld in lid 4 van artikel 2:23b BW.
Dat wordt niet anders door de omstandigheid dat de vereffenaar nadien alsnog een stuk heeft overgelegd dat bedoeld zou zijn als rekening en verantwoording. Uit niets blijkt immers dat dit stuk zou zijn neergelegd bij de Kamer van Koophandel of dat die nederlegging zou zijn aangekondigd in een nieuwsblad.
3.4
Gelet op het bovenstaande is de termijn waarbinnen verzoeksters in verzet konden komen tegen de rekening en verantwoording en het plan van verdeling nog niet aangevangen, zodat zij in hun verzet niet ontvangen kunnen worden.
3.5
Aangezien de stichting door het deponeren van een als rekening en verantwoording aangeduid stuk aanleiding heeft gegeven voor de onderhavige procedure, ziet de rechtbank aanleiding om de stichting te veroordelen in de kosten.
4. Beslissing
De rechtbank:
verklaart verzoeksters in hun verzet niet-ontvankelijk;
veroordeelt de stichting in de proceskosten aan de zijde van verzoeksters gevallen, tot op heden begroot op € 241,-- aan verschotten en op € 904,-- aan salaris;
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.J. van Binsbergen en in het openbaar uitgesproken op 9 maart 2005.
w.g. griffier w.g. rechter