ECLI:NL:RBUTR:2005:AT2474
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C.L. Keijzer
- Rechtspraak.nl
Huurkoopovereenkomst en effecten in het kader van aandelenlease
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Utrecht op 16 maart 2005 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser in de hoofdzaak] en AEGON BANK N.V., handelend onder de naam Spaarbeleg. De zaak betreft een vordering van [eiser in de hoofdzaak] die voortvloeit uit een overeenkomst die zijn echtgenote met AEGON heeft gesloten. De kern van het geschil is of de overeenkomst kan worden gekwalificeerd als een huurkoopovereenkomst in de zin van artikel 7a:1576h van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kantonrechter heeft vastgesteld dat de overeenkomst niet voldoet aan de wettelijke vereisten voor huurkoop, aangezien er geen sprake is van aflevering en eigendomsoverdracht van de effecten aan de echtgenote van [eiser in de hoofdzaak].
De kantonrechter heeft verder overwogen dat de effecten op naam van Stichting Aegon Beleggingsgiro worden gesteld en niet op naam van de deelnemer, in dit geval de echtgenote van [eiser in de hoofdzaak]. De algemene voorwaarden van de overeenkomst vermelden bovendien dat de participaties niet aan de deelnemer worden uitgeleverd. Dit alles leidt tot de conclusie dat de overeenkomst niet kan worden aangemerkt als huurkoop.
De zaak is vervolgens verwezen naar de rolzitting van de enkelvoudige kamer van de Sector handels- en familierecht van de Rechtbank Utrecht, waar de verdere behandeling van de zaak zal plaatsvinden. De kantonrechter heeft [eiser in de hoofdzaak] bovendien veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de zijde van AEGON, die zijn begroot op € 135,- aan salaris voor de gemachtigde. De uitspraak is openbaar gedaan in aanwezigheid van de griffier.