ECLI:NL:RBUTR:2005:AT9336
Rechtbank Utrecht
- Voorlopige voorziening
- A. Heijboer
- R. in 't Veld
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid tot opleggen van bouwstop en last tot ongedaan maken van werkzaamheden zonder vergunning
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Utrecht op 13 juli 2005 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening van een verzoeker, wonende te Soest, tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Soest. Het verzoek betreft een besluit van 7 juli 2005, waarin de last werd opgelegd om zonder bouwvergunning gestarte werkzaamheden op een perceel in Soest te staken en ongedaan te maken. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de verzoeker op 5 juli 2005 was begonnen met werkzaamheden aan een schuur, waaronder het aanbrengen van een verdiepingsvloer en het plaatsen van een trap, zonder de benodigde vergunning. De voorzieningenrechter oordeelde dat het college bevoegd was om de werkzaamheden stil te leggen en bestuursdwang toe te passen, aangezien de verzoeker niet beschikte over de vereiste vergunningen. De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat er geen bijzondere omstandigheden waren die het college zouden verplichten om van handhaving af te zien. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, wat betekent dat de last om de werkzaamheden te staken en ongedaan te maken van kracht blijft. De uitspraak benadrukt het belang van handhaving van de Woningwet en de bevoegdheid van het gemeentebestuur om bestuursdwang toe te passen in geval van overtredingen.