ECLI:NL:RBUTR:2005:AU1068
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.C. Quik-Schuijt
- Rechtspraak.nl
Recht op informatie van de school door een ouder zonder gezag
In deze zaak heeft de vader op 23 januari 2005 een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank Utrecht, waarin hij verzocht om informatie van de school van zijn minderjarige dochter. De moeder heeft het ouderlijk gezag over de dochter, maar de vader, die geen gezag heeft, stelt dat hij recht heeft op deze informatie op basis van artikel 1:377c van het Burgerlijk Wetboek. De school heeft geweigerd deze informatie te verstrekken, met een beroep op de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP). De rechtbank heeft op 17 augustus 2005 uitspraak gedaan in deze kwestie.
De rechtbank oordeelt dat de school niet zomaar kan weigeren om informatie te verstrekken aan de vader. De WBP is van toepassing wanneer een derde partij informatie vraagt, maar in dit geval is de vader de biologische vader van het kind, en heeft hij een nauwe persoonlijke relatie met het kind. De rechtbank stelt dat de school een belangenafweging moet maken en dat de WBP niet van toepassing is, omdat artikel 1:377c BW specifiek gericht is op de niet met gezag belaste ouder. De rechtbank concludeert dat de school de informatie moet verstrekken, tenzij er gegronde redenen zijn om dit niet te doen.
De rechtbank heeft de school opgedragen om aan de vader te melden naar welke school de minderjarige is overgeschreven. De overige verzoeken van de vader zijn ingetrokken, waardoor de rechtbank daar niet verder op in hoeft te gaan. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de school onmiddellijk moet voldoen aan de uitspraak. De rechtbank heeft hiermee de rechten van de ouder zonder gezag erkend en benadrukt dat het belang van het kind voorop staat in dergelijke situaties.