ECLI:NL:RBUTR:2005:AU1740
Rechtbank Utrecht
- Voorlopige voorziening
- M.H.F. van Vugt
- E.M. Tol
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening intrekking vergunningen seksinrichtingen Utrecht
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Utrecht op 30 augustus 2005 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening tegen de intrekking van vergunningen voor seksinrichtingen aan de Hardebollenstraat in Utrecht. Het verzoek is ingediend door verzoekster onder 1, die een vergunning had voor een seksinrichting, en de erven van de overleden vergunninghouder, die ook vergunningen bezaten. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de vergunningen van de overleden vergunninghouder van rechtswege zijn vervallen, waardoor zijn erven geen procedureel belang hebben bij het bezwaar tegen de intrekking van de vergunningen. De burgemeester van Utrecht, verweerder in deze zaak, heeft de vergunningen ingetrokken op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) wegens het niet voldoen aan het toezichtsvereiste. De voorzieningenrechter oordeelt dat verweerder geen onjuiste invulling heeft gegeven aan het begrip 'toezicht' en dat de intrekking van de vergunningen gerechtvaardigd is. Verzoekster onder 1 heeft geprobeerd aan de toezichtsvereisten te voldoen, maar de voorzieningenrechter oordeelt dat de door haar voorgestelde maatregelen niet voldoende zijn. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, waarbij hij benadrukt dat de belangen van de gemeente Utrecht en de vereisten van de APV voorop staan. De beslissing van de voorzieningenrechter is dat er geen aanleiding is om de door verzoekers gemaakte proceskosten te vergoeden.