ECLI:NL:RBUTR:2005:AU5513
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.H. Geertsema
- Rechtspraak.nl
Benoeming tijdelijke voogdij over minderjarige Donna na afwijzing verzoek pleegouders
In deze zaak heeft de kantonrechter in Amersfoort op 2 november 2005 uitspraak gedaan over de voogdij van de minderjarige Donna. De Raad voor de Kinderbescherming had een verzoek ingediend tot benoeming van een tijdelijke voogd over Donna, die onder voorlopige voogdij van Bureau Jeugdzorg staat. De kantonrechter oordeelde dat er geen gezagsvacuüm was ontstaan, omdat de beschikking van de rechtbank Utrecht van 26 oktober 2005 nog niet onherroepelijk was. Dit betekende dat de voorlopige voogdij bij Bureau Jeugdzorg bleef, en dat de pleegouders niet met de voogdij konden worden belast. De kantonrechter verwees naar de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek, die bepalen dat voorlopige voogdij een maatregel van kinderbescherming is en geen gezagsmaatregel. De Raad had aangevoerd dat de ouders van Donna zich in België bevonden en daardoor niet in staat waren om het gezag uit te oefenen, maar dit werd door de kantonrechter verworpen. De kantonrechter wees het verzoek van de Raad af, en benadrukte dat de voorlopige voogdij een maatregel is die door een stichting als Bureau Jeugdzorg moet worden uitgevoerd. De beschikking is in het openbaar uitgesproken, en tegen deze beslissing kan binnen drie maanden beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam.