ECLI:NL:RBUTR:2006:AY7099
Rechtbank Utrecht
- Voorlopige voorziening
- A. Heijboer
- H.J.H. van Meegen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening huurbetaling college van B&W
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Utrecht op 29 augustus 2006 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot de huurbetaling door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente [woonplaats]. Het verzoeker, een gezin bestaande uit de verzoeker, zijn echtgenote en negen kinderen, had in april 2006 een woning toegewezen gekregen na hereniging. De verzoeker had bezwaar gemaakt tegen de brief van 12 juli 2006, waarin werd meegedeeld dat de huur voor een studio zou worden betaald. De voorzieningenrechter overwoog dat de brief niet kon worden aangemerkt als een publiekrechtelijke rechtshandeling, omdat de betaling van de huur niet was gebaseerd op een verordening of de Wet Werk en Bijstand. De voorzieningenrechter concludeerde dat de brief van 12 juli 2006 geen besluit was in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en dat het bezwaar van verzoeker niet ontvankelijk verklaard diende te worden. De gevraagde voorlopige voorziening werd om deze reden afgewezen. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien om verweerder in de proceskosten te veroordelen.