ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ2984
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.H.L. Debets
- M.P. Gerrits-Janssens
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen het besluit van de gemeente Utrechtse Heuvelrug inzake voorbereidingsbesluit voor bestemmingsplan Wijkschool Schotellaan te Driebergen-Rijsenburg
In deze zaak hebben eisers, wonende te Driebergen-Rijsenburg, beroep ingesteld tegen een besluit van de gemeente Utrechtse Heuvelrug, waarbij hun bezwaar tegen een voorbereidingsbesluit van 21 april 2005 ongegrond is verklaard. Dit voorbereidingsbesluit houdt in dat er een herziening van het bestemmingsplan wordt voorbereid voor het gebied 'Wijkschool Schotellaan'. De rechtbank heeft op 3 augustus 2006 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij de ontvankelijkheid van het bezwaarschrift van eisers aan de orde is geweest. De rechtbank oordeelt dat eisers een processueel belang hebben bij de beoordeling van het bestreden besluit, omdat het voorbereidingsbesluit zijn gelding behoudt zolang er binnen een jaar een ontwerp-bestemmingsplan ter inzage wordt gelegd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het raadsbesluit van 21 april 2005 verband houdt met de bouw van een wijkschool met een voorzieningengebouw, inclusief appartementen en woningen aan de Schotellaan. De rechtbank overweegt dat de gemeenteraad een ruime beleidsvrijheid heeft bij het nemen van een voorbereidingsbesluit en dat er geen sprake is van een situatie waarin het voorgenomen bouwplan in planologisch opzicht onaanvaardbaar is. De rechtbank wijst erop dat de Provinciale Planologische Commissie heeft ingestemd met het ontwerpbestemmingsplan en dat Gedeputeerde Staten van Utrecht een verklaring van geen bezwaar hebben afgegeven voor de vrijstellingsprocedure.
De rechtbank concludeert dat de bezwaren van eisers tegen het bouwplan in volle omvang aan de orde kunnen komen in de vrijstellingsprocedure en dat de rechtsbescherming van eisers gewaarborgd is. Het beroep van eisers wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken door de rechters M.H.L. Debets en M.P. Gerrits-Janssens.