ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ4489

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
15 december 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
SBR 06/3956
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Handhaving van exploitatievergunning voor horecabedrijf zonder vergunning in Amersfoort

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Utrecht op 15 december 2006 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Het verzoeker, een inwoner van Amersfoort, had de burgemeester van Amersfoort aangesproken op het ontbreken van een exploitatievergunning voor Kloostersalons Mariënhof, dat werd geëxploiteerd door Beleggingsmaatschappij Monnikendam B.V. De burgemeester had eerder een verzoek om handhaving afgewezen, wat leidde tot het indienen van het verzoek bij de rechtbank. De voorzieningenrechter oordeelde dat Kloostersalons Mariënhof zonder de vereiste vergunning opereerde, en dat de burgemeester bevoegd was om handhavend op te treden. De rechter stelde vast dat er geen bijzondere omstandigheden waren die het afzien van handhaving rechtvaardigden, en dat er geen concreet zicht op legalisatie bestond. De voorzieningenrechter heeft de burgemeester opgedragen om binnen twee weken een handhavingsbeschikking te nemen, en verweerder werd veroordeeld in de proceskosten van verzoeker. De uitspraak benadrukt het belang van handhaving van vergunningen in het kader van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en de noodzaak voor bestuursorganen om hun bevoegdheden te gebruiken in het algemeen belang.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector bestuursrecht
zaaknummer: SBR 06/3956 VV
uitspraak van de voorzieningenrechter van 8 december 2006
inzake
[verzoeker],
wonende te Amersfoort,
verzoeker,
en
de burgemeester van Amersfoort,
verweerder.
Inleiding
1.1 Het verzoek heeft betrekking op het besluit van verweerder van 26 oktober 2006, waarbij het verzoek tot het treffen van handhavingmaatregelen jegens Beleggingsmaatschappij Monnikendam B.V., hierna ook: Monnikendam, vanwege de exploitatie van een horecabedrijf zonder vergunning, is afgewezen.
1.2 Het verzoek is op 30 november 2006 ter zitting behandeld, waar verzoeker in persoon is verschenen, bijgestaan door mr. L. Bolier, juridisch adviseur te Elspeet. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. D.D. de Vries, werkzaam bij de gemeente Amersfoort. Namens Beleggingsmaatschappij Monnikendam B.V. zijn mr. H.J.D. ter Waarbeek, advocaat te Nijkerk, en [belanghebbende] ter zitting verschenen.
Overwegingen
2.1 Ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan, indien tegen een besluit bij de rechtbank beroep is ingesteld dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank, bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld, de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
2.2 Voor zover deze toetsing meebrengt dat een oordeel wordt gegeven over het geschil in de bodemprocedure, heeft dit oordeel een voorlopig karakter en bindt dit de rechtbank niet bij de beslissing in die procedure.
2.3 Monnikendam heeft per oktober 2001 de exploitatie van Kloostersalons Mariënhof aan de Kleine Haag 2 te Amersfoort overgenomen. Het culinair museum annex restaurant heeft zich sedertdien ontwikkeld tot een café-, restaurant- en partycentrumbedrijf.
2.4 Ingevolge artikel 2.3.1.2, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) is het verboden een horecabedrijf te exploiteren zonder vergunning van de burgemeester.
Ingevolge artikel 2.3.1.2, tweede lid, van de APV weigert de burgemeester de vergunning indien de vestiging of de exploitatie van het horecabedrijf in strijd is met het bestemmingsplan.
Ingevolge het vigerende bestemmingsplan Kamp/Zuidsingel geldt ter plaatse de bestemming "Bijzondere doeleinden".
Ingevolge artikel 29 van de planvoorschriften, voor zover hier van belang, zijn de aldus aangewezen gronden bestemd voor gebouwen en andere bouwwerken voor gebruik door en ten behoeve van instellingen ter zake van maatschappelijke zorg, gezondheidszorg, religie, cultuur, onderwijs, recreatie en andere openbare en bijzondere dienstverlening.
Ingevolge artikel 57 van de planvoorschriften is het verboden de in het plan begrepen gronden en opstallen te gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de in het plan aan deze gronden gegeven bestemming en met het in of krachtens deze voorschriften ten aanzien van het gebruik van deze gronden bepaalde.
2.5 Op 17 oktober 2006 heeft (de bedrijfsleider van) Kloostersalons Mariënhof een aanvraag om een exploitatievergunning voor een horecabedrijf als bedoeld in de APV ingediend. De eerder voor de duur van een jaar verleende exploitatievergunning verliep op 1 oktober 2006.
2.6 Bij brieven van 2 en 23 oktober 2006 heeft verzoeker verweerder gevraagd handhavend op te treden jegens Monnikendam omdat Kloostersalons Mariënhof sinds 1 oktober 2006 geen exploitatievergunning meer heeft.
2.7 Bij brief van 26 oktober 2006 heeft verweerder in reactie op de aanvraag om een exploitatievergunning aan de exploitant laten weten dat de beslissing op de aanvraag wordt aangehouden totdat de procedure over het op 7 juni 2006 ingediende verzoek omtrent de bestemmingsplanwijziging ter zake van het onderhavige perceel is afgerond.
2.8 Nadien zijn nog een tweetal brieven van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort, gedateerd 2 en 14 november 2006, uitgegaan naar (de bestuurder van) de exploitant, waarin met het oog op de beoordeling van het verzoek om een bestemmingsplanwijziging respectievelijk het onderzoek naar de gegrondheid van een klacht van verzoeker over hinder ten gevolge van laden en lossen, nadere informatie is gevraagd.
Het betreft dan, kortweg, de uitkomst van een recent akoestisch onderzoek met betrekking tot geluidhinder door muziek en laden en lossen alsmede een overzicht van de planologisch te formaliseren activiteiten.
Bedoeld rapport over een akoestisch onderzoek is op 21 november 2006 opgesteld en nadien aan de processtukken toegevoegd..
2.9 Bij het thans bestreden besluit heeft verweerder onder verwijzing naar de huidige stand van zaken met betrekking tot de verschillende in behandeling zijnde aanvragen respectievelijk verzoeken, gesteld thans geen aanleiding te zien tot optreden.
2.10 Verzoeker heeft in hoofdzaak naar voren gebracht dat er geen concreet zicht op legalisatie bestaat en de overlast van dien aard is dat verweerder bij een juiste afweging van belangen niet tot dit besluit had kunnen komen.
2.11 De voorzieningenrechter stelt vast dat Kloostersalons Mariënhof wordt geëxploiteerd zonder de daartoe vereiste vergunning in de zin van artikel 2.3.1.2., eerste lid van de APV. Verweerder is derhalve bevoegd tot handhavend optreden.
2.12 Gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, zal in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om met bestuursdwang of een last onder dwangsom op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag van het bestuursorgaan worden gevergd, dit niet te doen. Dit kan zich voordoen, indien concreet uitzicht op legalisatie bestaat, dat in dit geval in nauw verband staat met de planologische mogelijkheden ter plaatse. Voorts kan handhavend optreden zodanig onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen, dat van optreden in die concrete situatie behoort te worden afgezien.
2.13 Nu geen ontwerp van een herziening van de geldende bestemming ter visie is gelegd, is van een concreet zicht op legalisatie geen sprake. Een recentelijk door de gemeenteraad vastgestelde Nota Horecabeleid Amersfoort 2006 - 2010 waarin is opgemerkt dat onderzoek gaande is voor de locatie Mariënhof en in geval van een concreet en passend plan wordt voorgesteld de horeca-invulling mogelijk te maken, is daartoe onvoldoende.
Ook overigens is van bijzondere omstandigheden niet gebleken. Daarbij is mede in aanmerking genomen dat de Monnikendam, hoewel reeds bij de verlening van de tijdelijke exploitatievergunning in kennis van de strijdigheid van (een deel van) de activiteiten met hetgeen planologisch is toegestaan, er onvoldoende blijk van heeft gegeven zich bewust te zijn van de urgentie van de situatie, dit te meer nu dat gewraakte gebruik tot regelmatige hinder voor de direct omwonende aanleiding geeft.
2.14 Gelet op hetgeen hiervoor overwogen ziet de voorzieningenrechter tevens aanleiding om verweerder in de proceskosten te veroordelen. Deze kosten zijn met toepassing van het besluit proceskosten bestuursrecht begroot op ? 644,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting, wegingsfactor 1, waarde per punt ? 322,-) als kosten van verleende rechtsbijstand.
Beslissing
De voorzieningenrechter,
3.1 wijst het verzoek om een voorlopige voorziening toe in die zin dat verweerder wordt opgedragen uiterlijk twee weken na de verzenddatum van deze uitspraak een handhavingsbeschikking te nemen ten aanzien van Beleggingsmaatschappij
Monnikendam B.V., inhoudende in ieder geval het verbod Kloostersalons Mariënhof aan
de Kleine Haag 2 te Amersfoort te exploiteren, voor zover die exploitatie in strijd is met de
bepalingen ten aanzien van het gebruik die voortvloeien uit de op het perceel rustende
bestemming van het bestemmingsplan Kamp/Zuidsingel;
3.2 schorst het besluit van verweerder van 26 oktober 2006;
3.3 bepaalt dat het door verzoeker betaalde griffierecht ten bedrage ? 141,- aan hem wordt vergoed;
3.4 veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker in dit geding ten bedrage
van ? 644,-
3.5 wijst de gemeente Amersfoort aan als rechtspersoon die de onder 3.3 en 3.4 genoemde bedragen dient te vergoeden.
Aldus vastgesteld door mr.drs. R. in 't Veld en in het openbaar uitgesproken op 14 december 2006.
De griffier: De voorzieningenrechter:
(Is verhinderd de uitspraak te ondertekenen) mr.drs. R. in 't Veld
Afschrift verzonden op:
Zaaknummer: SBR 06/3956 VV blad 4
uitspraak