ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ5013
Rechtbank Utrecht
- Raadkamer
- P. Bender
- Rechtspraak.nl
Toekenning van schadevergoeding aan verzoekster na onterecht in verzekeringstelling
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 21 december 2006 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van verzoekster, die schadevergoeding eiste na onterecht in verzekering te zijn gesteld. Verzoekster was van 24 op 25 november 2005 en van 6 op 7 december 2005 in verzekering gesteld, en op 3 april 2006 ontving zij een kennisgeving van niet verdere vervolging. De rechtbank heeft de verzoekschriften behandeld in openbare raadkamer op 8 november 2006, waarbij de officier van justitie, verzoekster en haar raadsman, mr. C.N.G.M. Starmans, aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster in totaal twee dagen in een politiebureau heeft doorgebracht en dat zij 'stevig aan de tand is gevoeld' in het kader van het strafrechtelijk onderzoek. Gezien de ernst van de verdenking en de omstandigheden rondom de detentie, heeft de rechtbank besloten om een hogere schadevergoeding toe te kennen dan gebruikelijk. De rechtbank kent verzoekster een schadevergoeding toe van € 2.000,-- voor de ondergane verzekering, en daarnaast worden de kosten van de therapeut/traumabehandelaar ter hoogte van € 985,67 volledig toegewezen.
Verder heeft de rechtbank de kosten van de raadsman, die € 12.731,33 bedragen, inclusief BTW, toegewezen. De rechtbank heeft hierbij opgemerkt dat er geen reden is om een onderscheid te maken tussen de werkzaamheden van de raadsman en die van zijn kantoorgenoot, ondanks de bezwaren van de officier van justitie. De totale vergoeding die aan verzoekster wordt toegekend, bedraagt € 13.271,33, inclusief de eerder genoemde bedragen. De rechtbank heeft het verzoek ex artikel 89 Sv toegewezen voor een bedrag van € 2.985,67 en het verzoek ex artikel 591a Sv voor de kosten van de raadsman, met uitzondering van het overige verzochte, afgewezen.